Waarom heb je de keuze gemaakt voor bedrijfsgeneeskunde?

‘Na mijn geneeskunde opleiding heb ik op verschillende afdelingen gewerkt, waaronder de interne geneeskunde, IC en neurologie. Ik was nog zoekende naar wat het beste bij mij paste. Uiteindelijk ben ik in de cardiologie gerold. Je ziet veel mensen na hartinfarcten, (ernstig) hartfalen en ritmestoornissen. Een groot verschil met de bedrijfsgeneeskunde is dat ik een heel afwisselende patiëntenpopulatie hebt met verschillende aandoeningen. Ook kan ik nu veel meer betekenen in de preventieve kant van de gezondheidszorg. Ik heb een volledig jaar ge-aniost om goed kennis te maken met het vak. Maar hoe langer het duurde, hoe leuker ik het vond. Ik was heel verrast dat het zo breed is en ben daarom blij met de keuze die ik gemaakt heb om de opleiding te volgen.’

Wat spreekt je nog meer aan, los van de variatie?

‘Het mooie van de bedrijfsarts is dat deze al veel eerder in de keten zit, vaak nog voor de huisarts. Want daar ga je ook alleen naar toe als je klachten hebt. Als bedrijfsarts zit je dichter bij de mensen en kun je op organisatorisch niveau het een en ander veranderen. Je kunt interventies doen die echt een verschil maken voor de gezondheid en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Meer bewegen bijvoorbeeld, is al van zo’n grote toegevoegde waarde. Kijk naar mensen die insuline gebruiken. Als je die voldoende laat bewegen, gebruiken ze al een stuk minder insuline en sommigen komen er zelfs helemaal vanaf en kunnen overstappen op tabletten.’

Wat heb je geleerd van het promotietraject?

‘Ik ben door het promotieonderzoek een stuk kritischer geworden. Cardiologie is een van de medisch specialismen waar enorm veel wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan, vrijwel alle handelingen die je verricht zijn wetenschappelijk onderbouwd. Des te meer valt mij op dat er in de bedrijfsgeneeskunde heel weinig evidence is. Natuurlijk zijn er richtlijnen en aanbevelingen, onder meer van de NVAB, maar ik krijg toch de indruk dat je als bedrijfsarts vaak uit moet gaan van je gezond verstand, gevoel of intuïtie. Ik vind dat wel lastig omdat ik uit een vakgebied kom waar vrijwel al het handelen evidence based is. Ik heb ook de meerwaarde van wetenschappelijk onderzoek ervaren. Neem bètablokkers. Als je die vroeger voorschreef na een hartinfarct was dat een kunstfout. Nu is het precies omgekeerd: het is een kunstfout wanneer je ze niet voorschrijft wanneer dat wel mogelijk is. Dat is een van de meerwaarden van wetenschappelijk onderzoek; leren dat waarheid en gevoel twee verschillende dingen kunnen zijn.’

Waarom is er een gebrek aan evidence in de bedrijfsgeneeskunde?

‘Dat is een goede vraag. Het antwoord daarop weet ik niet, daarvoor zit ik er pas te kort in. Maar misschien is de roeping er bij bedrijfsartsen niet. Het kan ook een kwestie zijn van gebrek aan financiering. Bij cardiologie is vaak geld beschikbaar om onderzoek te doen en dat is ook wel te verklaren want hart- en vaatziekten zijn wereldwijd doodsoorzaak nummer 1. Toch zou het goed zijn als ook in de bedrijfsgeneeskunde meer wetenschappelijk onderzoek zou plaatsvinden. Het kan veel toegevoegde waarde hebben voor werknemers en dus ook voor werkgevers en de maatschappij als geheel. Misschien dat er qua initiëring en financiering een rol is weggelegd voor werkgeversorganisaties of de overheid? Zij hebben er immers ook baat bij.’

Hoe zie jij in dit licht jouw eigen toekomst als bedrijfsarts?

‘Ik weet zeker dat ik door wil gaan met onderzoek. Dus ik hoop dat ik in de toekomst naast mijn werk als praktiserend bedrijfsarts ook wetenschappelijk onderzoek kan gaan doen. Er is enorm veel data beschikbaar en nog heel veel gezondheidswinst te behalen. Als het om werkhervatting gaat, maar ook op het gebied van preventie en gezondheidswinst. Ik zou graag op het gebied van hart- en vaatziekten verder onderzoek willen doen. Het aantal patiënten neemt wereldwijd toe. Het grootste effect kunnen we realiseren met preventie en daar zijn wij als bedrijfsartsen de ideale partij voor.’

Mohammed El Mahdiui is aios bedrijfsgeneeskunde aan de SGBO en werkzaam bij Zorg van de Zaak. Geïnteresseerd in zijn proefschrift? Lees dan hier zijn thesis.