Vrouwen in de overgang die veel last hebben van overgangsklachten verzuimen twee keer zo vaak (29% versus 14% in de afgelopen 3 maanden) en melden een lagere productiviteit (7,0 versus 8,1 punten op een schaal van 0 tot en met 10) dan vrouwen die geen of weinig last hebben van overgangsklachten.

De resultaten laten verder zien dat vrouwen met veel overgangsklachten een hogere herstelbehoefte hebben, vaker ontevreden zijn met hun werk, verwachten korter door te kunnen werken en een verminderd werkvermogen hebben. Dit ten opzichte van vrouwen die geen of weinig last hebben van klachten rond de overgang. Ook na correctie voor demografische-, werkgerelateerde-, leefstijl- en gezondheidskenmerken, blijft het verband tussen meer last hebben van overgangsklachten en ongunstigere werkuitkomsten bestaan. Daarnaast geeft 35 procent van de werkende vrouwen in de overgang zelf aan dat hun klachten het functioneren op het werk beperkt. Van hen bespreekt 52 procent dit niet op het werk met een collega, leidinggevende of onafhankelijk persoon (zoals een arboprofessional).

Vrouwen in de overgang met veel overgangsklachten hebben ongunstigere werkuitkomsten dan vrouwen die weinig of geen last hebben van deze klachten. Omdat overgangsklachten vaak voorkomen, is meer bewustzijn bij werkgevers en werknemers nodig over het verband tussen klachten en werk. Verder onderzoek is nodig naar welke strategieën ingezet kunnen worden om de (duurzame) inzetbaarheid van werkende vrouwen in de overgang te verbeteren. Vanuit de praktijk speelt de bedrijfsarts een belangrijke rol bij het (h)erkennen van de mogelijke negatieve invloed van overgangsklachten op het werk en het adviseren van vrouwen en werkgevers over de overgang en werk.