Plastisch chirurg Reinier Feitz verdedigde eind 2021 zijn proefschrift aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij onderzocht de uitkomsten van open TFCC-herstel.
Het triangulair fibrocartilagineus complex (TFCC) zorgt voor stabiliteit in het distal radio-ulnar joint. TFCC-letsel is vaak het gevolg van een trauma (val op uitgestrekte hand) en komt vooral voor in de jonge werkende populatie. Het kan leiden tot een verminderde handfunctie en daarmee problemen in arbeid. Operatief herstel wordt overwogen als conservatieve behandeling faalt. Er is weinig bekend over uitkomsten van open TFCC-herstel en de factor arbeid.
Het proefschrift dat Reinier Feitz 12 november 2021 verdedigde. Promise of open triangular fibrocartilage complex surgery: doi: 10.13140/RG.2.2.31009.94569.
Allereerst illustreert Feitz hoe continue dataverzameling vanuit de dagelijkse praktijk leidt tot een schat aan data. Zogenaamde feedbackloops leiden tot verbetering van de zorgkwaliteit. Wanneer chirurgen gebruik maken van actuele data, in plaats van literatuurgegevens, kunnen zij beter in gesprek gaan met patiënten over verwachtingsmanagement van de behandeling. Feitz pleit daarom voor gebruik van ‘big data‘ om de uitkomsten van patiënten met TFCC-letsel verder te verbeteren.
Feitz concludeerde dat open TFCC-herstel leidt tot klinisch relevante verbetering van pijnklachten en handfunctie 12 maanden én 5 jaar postoperatief. Een lagere preoperatieve pijnscore, betere handfunctie preoperatief en kortere duur van klachten bleken voorspellend voor verbetering van de pijnklachten en handfunctie.
Wel werd voor de 5-jaars-resultaten enkel gebruikgemaakt van zelfgerapporteerde uitkomsten. Ook bleek een lagere baseline PRWE-score (patient-rated wrist evaluation) een sterk signaal om juist geen operatief herstel te overwegen vanwege de geringe kans op klinisch relevante verbetering. Deze voorspellers zijn belangrijk om patiënten te selecteren die het meest baat hebben bij open TFCC-herstel.
De jaarlijkse kosten van productieverlies zijn aanzienlijk
50 procent na 12 weken teruggekeerd naar werk
De factor arbeid is onderbelicht in wetenschappelijk onderzoek vanuit de curatieve sector. Feitz nam ook het aspect ‘return-to-work’ mee. Van de onderzochte populatie was 50 procent na 12 weken teruggekeerd naar werk (definitie: >50% werkzaam van de contractuele uren) en 91 procent na 1 jaar. Jongere mannelijke patiënten met licht fysiek werk én patiënten met een hogere baseline PRWE-score keerden sneller terug naar werk. De jaarlijkse kosten van productieverlies zijn aanzienlijk. Het grootste aandeel hiervan wordt gezien bij patiënten met fysiek zwaarder werk en vrouwen.
Vroegtijdig behandelen
Welke lering kunnen bedrijfs- en verzekeringsartsen trekken uit dit proefschrift? Voor de bedrijfsarts lijkt het zaak om vroegtijdig behandeling te adviseren. De verzekeringsarts daarentegen kan in de belastbaarheid rekening houden met verbetering van de handfunctie (flexie, extensie, ulnairdeviatie en knijpkracht) na een succesvolle ingreep.