Na een ziekbed van enkele jaren is professor Raphael Masschelein op 3 februari jongstleden overleden in zijn geliefde stad Leuven. Daarmee verliest de internationale arbeidsgeneeskunde één van haar meest gedreven docenten en ambassadeurs.
Geboren in Zonnebeke in West-Vlaanderen ging Raf, zoals hij kortweg aangesproken werd, geneeskunde studeren aan de Katholieke Universiteit Leuven. Als student was hij actief om het Groot Begijnhof te behoeden voor de sloop. Dit middeleeuwse stadsdeel is in 1962 door de KU Leuven gekocht. Zo werd voorkómen dat een projectontwikkelaar er flats ging bouwen. Als voorvechter van het Nederlands heeft Raf zich evenmin onbetuigd gelaten in de taalstrijd die er op en rond de KU Leuven woedde tussen 1962 en 1968. Kortom, hij was een echte ‘opstandige’ student van de jaren zestig.
KU Leuven
Raf promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam bij professor Reinier Zielhuis. Daardoor kende hij de bedrijfsgezondheidszorg in Nederland goed. Hij maakte dan ook voortdurend vergelijkingen tussen België, waar de arbeidsgeneesheren niet aan verzuimcontrole deden, en Nederland, waar dat wel gebeurde, ten koste van het vertrouwen in de bedrijfsarts. Zijn hele verdere beroepsleven is Raf nauw verbonden gebleven met de KU Leuven, één van de oudste en beste ter wereld. Hij werd er gewoon hoogleraar Geneeskunde, met als specialiteit de arbeidsgeneeskunde. Voorts vervulde hij aan de KU Leuven enkele bestuurlijke functies, zoals die van voorzitter studentenaangelegenheden. Daarmee werd hij zeer geliefd bij de studenten. Maar het meest bekend is hij geworden als propagandist van de arbeidsgeneeskunde in België en ver daarbuiten, ook buiten Europa.
Internationale activiteiten
In de jaren negentig was Raf enige jaren voorzitter van het ICOH Scientific Committee on Education and Training. Ook was hij al vroeg betrokken bij de in 1993 opgerichte European Association of Schools of Occupational Medicine (EASOM), een vereniging van Europese bedrijfsartsopleidingen. In EASOM-verband mocht ik vele jaren met Raf samenwerken. Hij was Chairman of the Board van 1995 tot 2003. In die periode organiseerden wij de eerste EASOM Summer School te Dresden, in 2001. Deze Summer School maakte deel uit van een Europees programma, Leonardo da Vinci geheten. De werktitel was Communication of occupational physicians with workers on health and safety issues. De Summer School was een succes en leverde een model op voor volgende Summer Schools die EASOM nog altijd jaarlijks organiseert. De financiële afhandeling bezorgde mij slapeloze nachten. Zonder Rafs hulp zou er – ook al kregen we een paar maanden uitstel – nooit een kloppend financieel eindrapport zijn opgeleverd.
Het bestuur van EASOM vergaderde in vele Europese (hoofd)steden, maar Leuven, en dan met name het Groot Begijnhof, was zeker een voorkeursplaats. We gingen altijd lunchen in de nabijgelegen Faculty Club. Raf kon nooit nalaten om met omhaal van woorden te wijzen op het verschil in lunch tussen Leuven en Amsterdam. De Bourgondische lunch in Leuven was uitgebreid en met wijn overgoten. Wat een verschil met het AMC in Amsterdam, waar je in de rij moest staan voor een broodje kaas en een bekertje karnemelk!
In 2003 overleed Rafs zoon Wouter bij een verkeersongeval in Zeeuws-Vlaanderen. Dit noodlottig voorval heeft Raf, zijn echtgenote en drie dochters zwaar aangegrepen. Raf maakte even pas op de plaats, maar keerde vrij snel terug op het internationale toneel en vatte de draad weer op.
Themanummer TBV
In mei 2008 ging Raf met emeritaat. De KU Leuven organiseerde voor hem een internationaal afscheidssymposium op 29 en 30 mei van dat jaar met als titel: Education and Training in Occupational Health. Er waren sprekers uit heel Europa. De lezingen van dit symposium alsmede een interview met Raf zijn gebundeld in een geheel Engelstalig themanummer van TBV dat is verschenen in december 2008. In het interview keerde Raf zich tegen de monopoliepositie van het Engels als het gaat om publiceren, en sprak hij zijn zorgen uit over het vrijwel verdwijnen van het Nederlands in de wetenschappelijke literatuur. Ook uitte hij zijn teleurstelling over het verdwijnen van de Vlaamse tegenhanger van TBV, het Tijdschrift voor Arbeidsgezondheidszorg en Ergonomie, in 2007.
Ook na zijn emeritaat bleef Raf actief als docent. Hij verzorgde nog enkele jaren arbeidsgeneeskundige scholing en nascholing in Roemenië en in de Russische stad Kazan. Toen ook daaraan een einde kwam bleef hij eindelijk meer thuis en ontwikkelde hij zich tot een gedreven tuinman en een lieve grootvader. De laatste jaren waren moeilijk. Chronische progressieve ziekten belemmerden hem steeds meer in het dagelijks functioneren. Raf moest in een verpleeghuis worden opgenomen. Maar het bleef mogelijk met hem te communiceren en herinneringen op te halen aan de ‘goede oude tijd’ van de KU Leuven en vooral van EASOM.
Wij missen een gedreven mens, een keiharde werker en tegelijk een onvermoeibare levensgenieter, breedsprakig op zijn tijd, maar bovenal een uiterst aimabele en behulpzame collega en vriend.