De ouderdom is van nature nogal breedsprakig. Deze klassieke wijsheid van Marcus Tullius Cicero gaat al twee millennia mee. Als Jan-Willem Koten op NVVG-ledenvergaderingen het woord nam, leunden de aanwezigen achterover.
Senectus est natura loquacior
Jan-Willem nam de tijd om zijn punt te maken. En hij heeft vele punten gemaakt in zijn uitzonderlijk lange professionele leven. Dat heb ik eerder uitvoerig in dit tijdschrift beschreven. Ik houd het nu dus kort.
Patholoog-anatoom
Opgeleid tot patholoog-anatoom in Utrecht, richtte Koten in 1963 het klinisch-cytologisch laboratorium binnen het Academisch Ziekenhuis op. Na aandrang van het Ziekenhuis liet hij zich in 1964 door het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT) uitzenden naar Kenya. Na Nairobi werkte hij achtereenvolgens als patholoog in Congo-Kinshasa, het Ierse Limerick, Jiddah (Saoedi-Arabië) en Syrië. Naast het dagelijks werk als patholoog gaf hij in diverse landen gastcolleges. Syrië moest het gezin Koten in 1974 ontvluchten wegens oorlogsomstandigheden. Met behulp van vervalste documenten kon men naar Nederland terugkeren.
Verzekeringsarts
Terug in Nederland moest Koten ervaren dat de kansen op het vinden van een baan als patholoog vrijwel nihil waren. Collega’s zagen hem als bedreiging. Uiteindelijk vond hij een baan als verzekeringsgeneeskundige bij de GMD, en wel bij het Bureau Wetenschappelijk Onderzoek. Dankzij de benoeming van ex-tropenarts prof. Maarten Timmer vond Koten zijn draai in de verzekeringsgeneeskunde. Timmer en Koten kenden elkaar van het KIT.
De uitvoeringsproblemen bij de WAO waren inmiddels duidelijk zichtbaar geworden. Een nieuwe insteek bij de medische oordeelsvorming was gewenst. Koten en Timmer mikten op een meer functiegerichte aanpak. De publicatie “De groei naar een nieuw verzekeringsgeneeskundig paradigma” van Koten in het boek “Tien jaar GMD” kreeg veel aandacht en werd onderscheiden als behorende tot de twaalf beste verzekeringsgeneeskundige artikelen ooit.
Samen met Nico Croon en Han Willems was Koten redacteur en auteur van het Handboek Arbeid en Belastbaarheid. Andere wapenfeiten zijn de introductie en vertaling in 1981 van de ICIDH (de voorloper van de ICF), en zijn nauwe betrokkenheid bij de geboorte van ons Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde in 1993. En, niet te vergeten, de reeks ‘Arts en Arbeid’.
Opnieuw patholoog-anatoom
In 1978 riep prof. Den Otter, hoogleraar immunopathologie te Utrecht, de hulp van Koten in om zijn afdeling te versterken. Koten genoot op oncologisch gebied nog altijd veel deskundigheid. Deze herintreding in de pathologie leidde tot meer dan 60 internationale wetenschappelijk publicaties, die zowel de oncologie, de immunopathologie als de sociale oncologie als onderwerp hadden. Een jongensdroom ging in vervulling toen Koten een eigen artikel in The Lancet geplaatst wist te krijgen. Ten slotte overreedde Den Otter hem om alsnog te promoveren, hetgeen uiteindelijk geschiedde op 29 september 1998, op de leeftijd van 68 jaar.
Ook na pensionering op breed terrein actief
Na zijn pensionering bleef Koten nog vele jaren actief als vaste medewerker voor TBV. We leerden hem toen pas kennen als een onuitputtelijke bron van nieuwe ideeën. Vele daarvan leidden tot korte artikelen, in de vorm van referaten of boekbesprekingen. Zijn laatste bijdrage is uit 2021.
Het grote aantal domeinen waarop hij op hoog niveau actief was (geschiedenis, klassieke kerkmuziek, filosofie, theologie en Hebreeuws) maken Koten tot een ware homo universalis. Hij geniet bekendheid in de wereld van de genealogie. De Nederlandse Genealogische Vereniging kende hem de gouden speld toe.
Bovenal was Jan Willem een aimabel mens die altijd het naadje van de kous wilde weten van het wel en wee van zijn gespreksgenoten.
Kort ziekbed
De laatste acht maanden van zijn leven was hij hulpbehoevend. Hij bleef helder van geest, maar gesprekken gingen steeds moeizamer door een toenemende dysartrie. Hij moest zijn geliefde woonplek in de Nijmeegse wijk Dukenburg verwisselen voor een verpleeghuis.
In de vroege morgenuren van Hemelvaartsdag is hij ten hemel gevaren. Op 24 mei hebben we zijn stoffelijk overschot begraven in zijn geboorteplaats Grevenbicht.
Literatuur
1. Weel A. Pioniers van de verzekeringsgeneeskunde. Jan-Willem Koten. TBV 2016; 24:170-174.
2. Koten JW. Het medisch functioneren binnen de GMD na 10 jaar, of de groei naar een nieuw verzekeringsgeneeskundig paradigma. In: Arbeidsongeschikt, enkele invalshoeken. Amsterdam: GMD, 1977.
3. Koten JW, Otter W den. Are omental milky spots an intestinal thymus? The Lancet 1991; 338 (8776), 1189-1190.
4. Factoren die het ontstaan en de uitwerking van het 4-mutatie-model voor carcinogenese bepaalden: een wetenschapshistorische en wetenschapsfilosofische studie. Proefschrift Universiteit van Utrecht, 1998.
5. Koten Jan-Willem, Weel André. Haken en ogen aan direct-to-consumer DNA-testen. TBV 2021; 29(9/10): 15-20.