Huisvrouwen hebben een verhoogd risico op hart- en vaatziekten vergeleken met werkende vrouwen. Er bestaan duidelijke man-vrouwverschillen in het risico voor cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit.
Naast sekse-gerelateerde (biologische) verschillen, zijn er mogelijk ook gender-gerelateerde (socioculturele) verschillen die het verschil in risico op hart- en vaatziekten (HVZ) kunnen verklaren. Bolijn en collega’s onderzochten de associatie tussen specifieke gender-gerelateerde karakteristieken en het risico op hart- en vaatlijden.
De auteurs koppelden de basisgegevens van 18.058 deelnemers van de multi-ethnic HEalthy Life in an Urban Setting-study (HELIUS-study, Amsterdam) met gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de incidentie HVZ tussen 2013-2018. De auteurs bestudeerden de relaties tussen tijdbesteding aan huishouden, klussen in huis, hoofdverdiener zijn, soort dienstverband, werkzaam in een door mannen of vrouwen gedomineerde omgeving, en verlangen voor emotionele support met de incidentie HVZ door middel van een Cox-regressieanalyse, gecorrigeerd voor leeftijd, etniciteit en socio-economische status. Huisvrouwen hadden een verhoogd risico op HVZ vergeleken met vrouwelijke voltijdwerkers (HR 2.34, 95%-betrouwbaarheidsinterval (BI): 1.35, 4.04). Vrouwen die gemiddeld 7.75-16 uur per week aan huishouden besteedden hadden een lager risico op HVZ vergeleken met vrouwen die gemiddeld <3 uur per week actief waren in het huishouden (HR 0.56, 95%:BI 0.34, 0.95). Er werden geen associaties gevonden voor mannen.
Bolijn en collega’s tonen dat huisvrouw zijn geassocieerd is met een verhoogd risico voor HVZ. Huisvrouw zijn is geassocieerd met psychologische (zoals stress en depressieve episodes) en traditionele risicofactoren voor HVZ. Daarnaast genieten huisvrouwen niet van de gezondheidsbevorderende factoren die geassocieerd zijn met werk, zoals sociale support, inkomen en eigenwaarden. Ook is het mogelijk dat huisvrouwen juist huisvrouw zijn geworden omdat ze vanuit medische redenen niet duurzaam kunnen werken. Dit kan de reden zijn dat vrouwen die een gemiddeld aantal uren per week aan huishouden besteden een lager risico hebben op HVZ vergeleken met vrouwen die <3 uur per week aan het huishouden besteden. Het lage aantal huismannen in de studie maakt het onmogelijk de relatie tussen huisman zijn en het risico op HVZ te bestuderen. De belangrijkste limitatie van de studie is de beperkte power om relaties aan te tonen door een lage ‘event-rate’ bij een relatief jonge onderzoekspopulatie en korte follow-up.
Betekenis voor praktijk
Gender-gerelateerde karakteristieken dienen in overweging genomen te worden bij het identificeren van risicogroepen die kunnen profiteren van preventieve behandelstrategieën. De resultaten van de studie ondersteunen het gezondheidsbevorderende effect van werk op de gezondheid bij vrouwen.
Referentie
Bolijn R, Kunst AE, Appelman Y, Galenkamp H, Moll van Charante EP, Stronks K, Tan HL, van Valkengoed IG. Prospective analysis of gender- related characteristics in relation to cardiovascular disease. Heart. 2022 Jun 10;108(13):1030-1038.