Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Schieten we niet een tikje door?

Joost van der Gulden
Dit is een opinie-bijdrage van Joost van der Gulden, redacteur van TBV en lid van het schrijversteam dat meewerkt aan het nieuwe LOP voor de opleiding tot bedrijfsarts. Hij schrijft over de regeldrift binnen de opleidingen. 'Veel aios en opleiders ervaren de opleiding eerder als schools dan als enthousiasmerend.'
© SDI Productions / Getty Images / iStock

Als ik terugkijk naar mijn opleiding tot bedrijfsarts herinner ik me geen kennistoetsen, korte praktijkopdrachten, tripartiet overleg of portfolio. Wat het meest in de buurt kwam van een toets, was de scriptie. Die moest als voldoende worden beoordeeld. Oké, er werden ook korte verslagen gevraagd over de stages die je deed. Maar ik heb niet het idee dat die echt een rol speelden bij de eindbeoordeling. Het ging erom of de praktijkopleider vond dat je het vak zelfstandig kon uitoefenen en toe was aan registratie. Vermoedelijk hanteerde iedere opleider daarbij eigen criteria.

Uitwerken van competenties

Begrijpelijkerwijs ontstond er behoefte om dit anders te regelen. Daarbij werd aangehaakt op twee stromingen in de onderwijskunde: competentiegericht leren en programmatisch toetsen. De eerstgenoemde stroming is gebaseerd op het idee dat het – zeker in volwassenenonderwijs – veel meer gaat om het verwerven van competenties dan om kennisoverdracht. Om niet afhankelijk te zijn van de individuele opvattingen van opleiders en een eenduidige beoordeling te bevorderen, wordt het belangrijk geacht om competenties nauwkeurig te omschrijven in een lijst met kritische beroepsactiviteiten (KBA) of entrustable professional activities (EPA). Zo’n lijst met eindtermen geeft ook houvast bij het inrichten van een opleiding.

Toetsen en stimuleren van ontwikkeling

De ambitie bij programmatisch toetsen is om de ontwikkeling van een student of aios zo goed mogelijk in kaart te brengen. Een belangrijk uitgangspunt is dat beslissingen over studievoortgang en diplomering meer betrouwbaar zijn naarmate er meer wordt getoetst. Daarom wordt aanbevolen om tijdens uiteenlopende leermomenten te toetsen en daarbij een scala aan toetsinstrumenten te gebruiken. Een tweede uitgangspunt is dat geregelde feedback op grond van al die toetsen het leerproces stimuleert.

Je begrijpt dat het combineren van competentiegericht leren en programmatisch toetsen ertoe leidt dat iedere KBA of EPA ten minste eenmaal getoetst moet worden.

Plus- en minpunten

Je ziet dit terug in de Landelijke Opleidingsplannen (LOP) voor de opleiding tot bedrijfsarts en verzekeringsarts die in het vorige decennium tot stand kwamen. De LOP’s boden houvast bij het herzien van het cursorisch onderwijs. Ook kwam er meer aandacht voor de scholing van opleiders in didactische vaardigheden. Daardoor kunnen aios nu echt meer van hun praktijkopleider verwachten dan indertijd gebruikelijk was. Als minpunt geldt dat aios in het kader van programmatisch toetsen door wel héél veel hoepels moeten springen. Dat vraagt een flinke inspanning met maar een beperkt resultaat. Vaak ontbreekt immers de tijd om opdrachten zorgvuldig uit te voeren, te beschrijven en te bespreken. Er blijft zo weinig ruimte over om aandacht te besteden aan eigen leervragen. Veel aios en opleiders ervaren de opleiding eerder als schools dan als enthousiasmerend, terwijl dat laatste toch beoogd wordt bij programmatisch toetsen.

Zijn we niet een tikje doorgeschoten in regeldrift?

Grootste knelpunt

Naar mijn idee wringt de ambitie bij programmatisch toetsen vooral op het punt dat feedback geven en beoordelen hand in hand gaan. Van aios wordt gevraagd om zich kwetsbaar op te stellen in reflectieverslagen en de opleidingsgesprekken die daarop volgen. Verwacht wordt dat ze hun verslagen en gespreksaantekeningen uploaden in een portfolio. Ze kunnen deze teksten dan later nog eens doorlezen ‘om van te groeien’. Maar dit persoonlijke en vertrouwelijke materiaal kan ook worden gebruikt bij formele beoordelingen. Hoe eerlijk ben je dan bij het schrijven van dit soort verslagen?

Vertrouwen

De NVAB werkt aan een nieuw LOP. Een goed moment om nog eens na te denken over het accent dat toetsen en beoordelen moet krijgen in de opleiding. We kunnen daarbij leren van de huisartsgeneeskunde. Het nieuwe LOP voor de huisartsopleidingen heet Verantwoord vertrouwen. Het bevat een stevige onderwijskundige onderbouwing gebaseerd op maar liefst 114 publicaties. In het starthoofdstuk wordt uitgelegd dat afscheid is genomen van het forse toetsprogramma dat het vorige opleidingsplan kende. ‘Dat heeft volgens veel aios, docenten en opleiders geresulteerd in een te vol en weinig flexibel curriculum, onnodig hoge en demotiverende verplichtingendruk en daaruit voortkomend afvinkgedrag.’ Waar kennen we dat van?

Met ‘verantwoord vertrouwen’ bedoelen de huisartsen dat je toch mag verwachten dat aios de motivatie en verantwoordelijkheid hebben om het vak waarvoor ze kiezen zo goed mogelijk in de vingers te krijgen. De inzet is om deze motivatie te voeden door uitdagende opleidingscondities te scheppen en ontwikkelingsgerichte voortgangsgesprekken te voeren. Er wordt – ook op grond van recente onderwijskundige literatuur – meer verwacht van prikkelen en stimuleren dan van een uitgebreid (en overdonderend) toetsprogramma.

Inspiratie

De uitgangspunten voor het nieuwe opleidingsplan huisartsgeneeskunde kunnen ons inspireren bij het actualiseren van het LOP bedrijfsgeneeskunde. Ik hoop dat ook de NVAB het aandurft om meer te vertrouwen op de motivatie en intenties van aios en praktijkopleiders. Dat kan tot een aantrekkelijker opleiding leiden. Belangrijk, ook gelet op het groeiend tekort aan bedrijfsartsen.

Joost van der Gulden is redacteur van TBV en werkt als lid van het schrijversteam mee aan het nieuwe LOP voor de opleiding tot bedrijfsarts.
Contact: joost.vandergulden@radboudumc.nl

3 REACTIES

  1. Dag Joost, Ik ben het geheel met je eens en geef graag nog een stuk extra onderbouwing. Dat vele toetsen versterkt ongelijkheid tussen AIOS en Praktijkopleider. Het risico ervan is dat er toch elementen van een ouder kind transactie (Maarten Kouwenhoven; Transactionele analyse) insluipen. Het gaat in de bedrijfsartsenopleiding niet alleen om volwassenen onderwijs, maar om onderwijs aan professionals. Deze zijn intrinsiek gemotiveerd. Daar is deze methode niet geschikt voor. Lees er Amy Edmondson, 2019: De onbevreesde organisatie op na. Dat was een onderwerp voor een nascholing SGBO voor Praktijkopleiders.
    Dat betekent niet dat wij niet moeten begrenzen. Sommige collega’s zijn niet geschikt voor een vak waarbij het accent op communicatie en organisatiesensitiviteit ligt. Daar moeten wij ook duidelijk in zijn. Hetzelfde geldt voor de Praktijkopleiders waar Arend Hamming over schrijft.

  2. Lees alle reacties
  3. Helaas zie ik ook genoeg praktijkopleiders die niet zo kritisch naar hun AIOS kijken. Bijvoorbeeld als ze in een ZZP setting per uur worden ingehuurd door hun AIOS. Of als ze werken bij een arbodienst waar ons mooie vak niet in de breedte wordt uitgevoerd, maar alleen verzuim spreekuren worden gedaan en niet veel aan preventie wordt gedaan. Of zelfs beperkte verzuim spreekuren wegens een hoge mate van taakdelegatie.

    Zo zijn sommige praktijkopleiders beperkt door hun setting. En door eigen motivatie voor het vak, sommige collega’s kwamen nergens aan de bak en werden maar verzuimboer toen de WVP werd ingevoerd.

    Voor zover dat cynisch over komt, komt dat voort uit mijn grote passie voor het vak.

    Het idee achter het oorspronkelijke LOP was om een waterlijn te definiëren: de minimale competenties die nodig zijn om je een volwaardig bedrijfsarts te mogen noemen.

    Helaas zie ik in de praktijk te vaak hoe hard dat nodig is.

  4. En wat mij ook heel belangrijk lijkt is Persoonlijke effectiviteit. Een bedrijfsarts is in de eerste plaats effectief op grond van zijn persoon en pas in de tweede plaats op grond van zijn kennis en kunde.
    Contact gaat voor contract: de mens-as gaat voor de taak-as. Dan volgt commitment op de waarden-as
    Samen de 3 C’s voor iedere medische professional.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.