De groeiende kennis over sekse en genderspecifieke verschillen verdient een grotere plaats in de opleiding tot bedrijfs- of verzekeringsarts. Aandacht hiervoor past in de integrale en inclusieve benadering die we in ons werk nastreven.
Medische kennis is vooral gebaseerd op studies waarin mannen zijn onderzocht. Lange tijd werd dat niet als probleem herkend. Dit komt mede door andronormativiteit: zonder daar echt bij stil te staan wordt de man (of het mannelijk lichaam) vaak als norm gezien – ook in de geneeskunde.1 Ongeveer twintig jaar geleden kwam daarin een omslag. Toen werd bijvoorbeeld duidelijk dat mannen en vrouwen met hart- en vaatziekten zich anders presenteren. Het gaat dan niet alleen om (biologische) sekseverschillen, maar ook om genderverschillen.
De term ‘gender blindness’ drukt uit dat artsen dit soort verschillen niet altijd herkennen en voldoende meewegen. Sinds het begin van deze eeuw is er aandacht voor genderverschillen in de geneeskundeopleiding om de gendersensitiviteit van aanstaande artsen te bevorderen. Het Radboudumc liep hierbij voorop. In 2005 startte daar het Kenniscentrum Sekse en Diversiteit dat allerlei onderwijsmateriaal ontwikkeld heeft.2 De huisartsopleidingen besteden al veel aandacht aan genderverschillen.1 In de opleidingen tot bedrijfs- en verzekeringsarts zijn nog de nodige stappen te zetten.
Gendersensitiviteit
Allereerst is van belang dat de opleiding bijdraagt aan ‘gender awareness’. Iedere bedrijfs- of verzekeringsarts moet zich bewust zijn van het feit dat er wezenlijke verschillen zijn tussen mannen en vrouwen en dat dit verder gaat dan alleen sekseverschillen. Het is zaak zicht te krijgen op eigen genderstereotype ideeën en verwachtingen. Voor een inclusieve benadering van cliënten is een open blik en interesse voor dit onderwerp nodig.
In het communicatieonderwijs is aandacht nodig voor hoe je hierover met cliënten in gesprek gaat. Sommige onderwerpen lijken misschien taboe, maar zijn ze dat ook? Wat is dan de juiste toon?
Het ligt voor de hand dit onderwijs te verbreden naar (veronderstelde) verschillen in relatie tot huidskleur, migratieachtergronden of LHBTI+. Ook hier gaat het om een zekere sensitiviteit.
Uit onderzoek blijkt dat onderwijs over genderverschillen bijdraagt aan een grotere gendersensitiviteit en afname van stereotype verwachtingen.1
De kennis over sekse en genderverschillen groeit gestaag. Het handboek Gendersensitieve huisartsgeneeskunde biedt een actueel overzicht van de stand van zaken.1 Dit nummer van TBV haakt in op dit onderwerp. Beschikbare kennis moet in de opleiding gedeeld worden, met een toespitsing op het handelen als bedrijfs- of verzekeringsarts. We noemen twee voorbeelden.
Gespitst op andere signalen
Bij burn-out bestaat een verschil in klachtenpresentatie. Vrouwen klagen vaker over emotionele uitputting, mannen over distantie. Dit verschil kan samenhangen met het feit dat vrouwen vooral in de zorg of het onderwijs werken, dat vaker parttime doen en meer zorgtaken hebben. In een spreekuurcontact moet je dus gespitst zijn op andere signalen van burn-out en risicofactoren. Zie het artikel van De Rijk en Blomdal in dit nummer.
De diagnose ADHD en autisme wordt bij meisjes en vrouwen geregeld gemist. Docenten, artsen en psychologen denken hier namelijk pas aan bij de gedragsvariant die jongens en mannen laten zien. Maar meisjes en vrouwen gedragen zich anders.1,3 Dus bij een vrouw die uitvalt door arbeidsconflict, functioneringsprobleem of overbelasting moet je er rekening mee houden dat dit verklaard wordt uit niet eerder herkende ADHD of autisme.
Kennis en wetenschap
In het onderwijs over onderzoekvaardigheden krijgen aios uitleg over statistiek, onder meer over correctie voor confounding (verstorende factoren). Wanneer ‘geslacht’ een confounder blijkt en hiervoor niet wordt gecorrigeerd, kan dit leiden tot onjuiste conclusies. Maar als geslachtsverschillen betekenisvol kunnen zijn, is het zaak om de resultaten voor mannen en vrouwen apart te presenteren. Aios dienen hierover na te denken wanneer ze hun leeronderzoek opzetten en uitvoeren. Wij adviseren ook om een van de CAT-opdrachten tijdens de opleiding (waarbij aios een praktijkvraag beantwoorden via gericht literatuuronderzoek) te richten op sekse of genderverschillen.
De diagnose ADHD en autisme wordt
bij meisjes en vrouwen geregeld gemist
Ethische en juridische aspecten
Gendersensitiviteit roept ook ethische en juridische vragen op. In de geneeskunde en wetgeving geldt immers het gelijkheidsbeginsel. In casusbesprekingen en intervisie moet worden stilgestaan bij wat dit betekent: doet een arts het goed als elke patiënt – man of vrouw – gelijk behandeld wordt of hetzelfde advies krijgt? Of gaat het om het bereiken van een gelijk resultaat, ook wanneer de aanpak daarbij een andere is vanwege sekse of genderverschillen?
Bij de WIA-beoordeling speelt de vraag of rekening gehouden moet worden met sekse of genderspecifieke verschillen in de presentatie van een stoornis om de ernst daarvan vast te stellen en de mate van beperkingen te bepalen. En hoe dan? Een kleinschalig onderzoek van Wouters en collega’s in dit nummer suggereert dat mannen en vrouwen bij de WIA-beoordeling hetzelfde beoordeeld worden als het gaat om beperkingen.
Blijven leren en signaleren
Op verschillende plaatsen en momenten in de opleiding kan zo aandacht worden besteed aan dit onderwerp; in het instituutsonderwijs, maar ook in begeleidende gesprekken met de praktijkopleider. Bij gendersensitief onderwijs gaat het niet alleen om kennisoverdracht. Zeker zo belangrijk is het leren signaleren en bespreekbaar maken van genderverschillen. Immers, je ziet het pas als je het herkent!
▶ Joost van der Gulden is plaatsvervangend hoofdredacteur van TBV, Nijmegen
joost.vandergulden@radboudumc.nl ▶ Moniek van Zitteren is redacteur TBV en verzekeringsarts / medisch adviseur bij a.s.r., Utrecht |
Referenties
- Lagro-Janssen T, Theunissen D. Gendersensitieve huisartsgeneeskunde. Een handboek voor de praktijk. Bohn Stafleu van Loghum, 2022
3. Spek A. Autismespectrumstoornis bij meisjes en vrouwen. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 2013;157: A6211.