‘Weet u. Ik heb haar een week geleden gekregen. Maar toch ben ik niet zo blij. Tessa, zo noem ik haar, helpt me enorm. Maar wanneer wij samen rijden, zien we er gehandicapt uit. Kijk, dit is een foto van ons.’
Het is meer dan negentien jaar geleden. De tijd van internet zonder Facebook, Twitter of Tinder. Mevrouw H. had een open spreekuur bij mij aangevraagd. Hiervoor had ik haar regelmatig gezien tijdens verzuimspreekuren. Verschillende aandoeningen hadden hun tol geëist. Maar haar humor en scherpzinnigheid hadden er niet onder geleden.
De foto van mevrouw, rijdend met Tessa, bleek niet erg flatteus. ‘Misschien kan uw gemotoriseerde driewieler mooier gemaakt worden. Een beetje meer opgeleukt,’ antwoordde ik toen voorzichtig. ‘Er zijn bedrijven die dat doen. Op internet kunt u informatie vinden. Waarschijnlijk kost het wel wat.’ ‘Typisch een mannen-antwoord. Onvoldoende luisteren en meteen met een oplossing komen. Waarschijnlijk rijdt u ook nog op een motor,’ kreeg ik als reactie verdiend terug. Het gesprek, over extra werkaanpassingen in haar leidinggevende functie, verliep verder prima. We mochten elkaar wel.
Een half jaar later, aan het einde van de dag, verscheen mevrouw opgewekt opnieuw op het open spreekuur. ‘Wat u mij de vorige keer een beetje te snel adviseerde heeft mij toch aan het denken gezet. Ik ben met Tessa naar zo’n speciaal motorombouw bedrijf gegaan. Vond het eerst spannend. Allemaal van die stoere mannen met tatoeages en zo. Ze bleken heel aardig en durfden me nauwelijks een stevige hand te geven. Maar begin deze week was het ombouwen klaar!’
‘Alleen ben ik gisteren aangehouden door de politie. Kreeg een boete omdat ik 10 kilometer te hard had gereden. Reed niet eens vol gas. Nadat ik mijn helm en zonnebril af had gedaan, pakte ik natuurlijk mijn kruk. Nou, toen de politieagente mij zo moeilijk zag lopen met die driepoot vond ze me waarschijnlijk zielig. Want ze wilde plotseling geen bekeuring meer geven. Maar ik stond erop want ik wil net zo behandeld worden als iedereen. Tessa staat buiten. Wilt u haar zien?’.
Op de gereserveerde parkeerplek aangekomen zie ik een prachtige kleine trike staan met een aerodynamisch windscherm, veel chroom en de nodige bekijks van een groepje nieuwsgierige scholieren. De carrosserie, de bagagekoffer en zelfs de kruk zijn in dezelfde zachte kleuren gespoten als de elegante helm van mevrouw.
‘Ja, de motormannen hebben hun best gedaan. Ze hebben mij nog een extraatje gegeven. Helemaal voor niks. Want ze vonden dit zo leuk om te doen. Eigenlijk mag het niet. Maar er zit een knopje verstopt onder een van de dashboard klokjes. Wanneer ik daar op druk kan ik veel harder rijden dan 45 kilometer en klinkt Tessa een stuk stoerder. ‘Tessa’s testosteron,’ noemden ze het. Lief van ze, vindt u niet? Mijn nichtje en zelfs enkele mannelijke collega’s hebben al gevraagd of ze er een rondje op mogen rijden. Alleen moeten ze met een helm op eerst maar eens keertje achterop,’ vervolgt mevrouw beslist.
‘En, heeft u nu misschien zin in een ritje? Spijtig schud ik mijn hoofd. ‘Zin wel, maar ik ben vandaag met de auto. Dus geen helm bij me.’
‘Oh, nee. Een boete erbij. Dat gaan we niet doen’, antwoordt mevrouw H. gedecideerd en start glimlachend de motor. Met een flinke brom draait de kleine glimmende trike snel de weg op. Naast mij hoor ik de luistervinkende leerlingen lachen. ‘Pech, meneer. Cool ding, zeg. Alleen jammer van die kruk,’ zegt de brutaalste.
Tjalling Hon, bedrijfsarts niet-praktiserend