Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Wie, wat, waar?

Ingeborg van den Bold
‘Ze moeten zich niet blindstaren op de A-diploma's.' Het bericht dat weer meer mensen verdrinken in Nederland haalde de zaterdagkrant en ik bekijk de grafiekjes. Mijn partner reageert niet. Ik weet niet of ik hem deze anekdote al eerder vertelde, maar steek toch maar van wal.
‘Nou, ik heb heel jong mijn A-diploma gehaald, ik was vier, en toen ik na de zomer in het diepe begon met B, verdronk ik bijna.’ Of liever gezegd, ik zou verdronken zijn als de badmeester niet uiteindelijk de stok had uitgestoken, nadat hij eerst volhield dat ik zwemmen kon. Nu reageert mijn partner wel: ‘Dat is niet zo. Als je je A-diploma hebt, dan kun je zwemmen.’ Ik hap naar adem. Maar nee, ik verdrink niet. Ik blijf boven en denk: Dit is hem. Het begin. Het begin van een column over epistemische rechtvaardigheid.
In de epistemologie, een filosofisch woord voor kennisleer, gaat het om de vraag wat waar is. Daar is niet één antwoord op. Een oud antwoord geeft de correspondentietheorie: als een uitspraak overeenkomt met de werkelijkheid, dan is die waar. De coherentietheorie ziet het anders: een uitspraak is waar als die past in een coherent geheel van andere uitspraken. En mijn topfavoriet, het pragmatisme, zegt: waar is wat werkt. Maar door die verschillende filosofische visies op waarheid heen, spelen andere vragen: Wie geloven we? Wie kennen we geloofwaardigheid toe? Die vragen raken actuele maatschappelijke discussies, maar ook de kern van een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling, die immers deels gebaseerd is op een gesprek tussen twee mensen, waarbij de ene mens de andere mens beoordeelt. Vragen die dus niet alleen de kennisleer raken, maar ook de ethiek. Hier speelt epistemische rechtvaardigheid.

‘Mijn topfavoriet, het pragmatisme, zegt: waar is wat werkt’

Niet iedereen heeft een gelijke kans om geloofd te worden, om als betrouwbare getuige gezien te worden. Dit is een vorm van epistemische onrechtvaardigheid waarvoor filosoof Miranda Fricker het concept ‘getuigenisonrechtvaardigheid’ muntte. Het zijn de getuigenissen van bepaalde mensen die vaker in twijfel worden getrokken. Maar er is nog een tweede vorm: ‘interpretatieonrechtvaardigheid’. Sommige mensen hebben minder toegang tot woorden en concepten om hun ervaringen, bijvoorbeeld over ziek-zijn, te interpreteren, laat staan uit te leggen aan anderen. Artsen zitten in de andere hoek: ze worden vaker geloofd als het over ziekte gaat en weten hoe zij zaken moeten verwoorden. De woorden en concepten kennen, helpt om dingen te zien. Epistemische rechtvaardigheid speelt niet alleen in de spreekkamer, maar ook in het maatschappelijke spreken over ziekte, het discours. Wie spreekt? Wie wordt geloofd?
Filosofen Marjolein de Boer en Jenny Slatman analyseerden vorig jaar in Social Epistemology, hoe zes jaar lang in Nederlandse dagbladen gesproken werd over het chronischevermoeidheidssyndroom, waarbij zij een discours zagen rondom geloofwaardigheid en ongeloofwaardigheid.
En wij? Wie kennen wij geloofwaardigheid toe? In de spreekkamer? In het wetenschappelijk discours?

Ingeborg van den Bold is verzekeringsarts niet-praktiserend en filosoof, Eindhoven. Contact: ivdnbold@gmail.com

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.