Iedere vrijdag komen onze kleinkinderen op bezoek. Aurelien (2,5) en Jip (1) kunnen het samen goed vinden. Maar ze vragen voortdurend aandacht. Als ze rond 5 uur worden opgehaald zijn opa en oma uitgeteld. Toch is het leuk beide neefjes wekelijks te zien. Je volgt hun ontwikkeling zo van nabij en het roept herinneringen op aan onze eigen kinderen op deze leeftijd. Wat ik me zeker ook herinner is hoe moe we vaak waren door de combinatie van kinderen en werk. Dat was reden om op het Prinsjesdagsymposium van de SGBO aan te haken bij een workshop over vaderschap. Hoe zou het jonge vaders (en moeders) nu vergaan?
Verdelen van zorgtaken
Die waren in ieder geval fit genoeg voor een geanimeerde discussie onder begeleiding van Pieter van der Kruis (gedragswetenschappelijk docent, SGBO) en Rick van Hemert (trainer, ABN AMRO), zelf ook jonge vaders. Stellingen zoals ‘Moeders zijn van nature beter met baby’s dan vaders’ en ‘De samenleving moedigt mannen nog steeds te weinig aan om actief betrokken te zijn bij de opvoeding’ maakten veel los. Bij de laatste stelling kwam aan de orde dat een betere regeling voor vaderschapsverlof en lagere kosten bij de opvang zouden helpen om een meer gelijke taakverdeling te bereiken. Dat lukt nu vaak niet, waardoor de aanwezige vaders een minder grote rol hebben in de zorg en opvoeding van hun kind(eren) dan hun partners. Dat is volgens de position paper ‘Vader als volwaardige ouder’ een gemiste kans. Uit onderzoek blijkt dat een grotere zorgtaak van vaders gunstig is voor de lichamelijke en mentale gezondheid van beide ouders en voor de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Het helpt daarbij als vaders al in de kraamperiode een meer gelijkwaardige rol hebben in de zorgtaken.
Normen en verwachtingen
Verwacht hierbij geen wonderen van een regeling voor vaderschap! In Japan kan 50 weken vaderschapsverlof worden opgenomen. Maar jonge vaders houden het daar bij een week of 6 omdat hun werkgevers laten merken niet enthousiast te zijn als het meer wordt.
Informele normen en verwachtingen spelen ook in Nederland een grote rol. De workshopleiders vertelden dat zo’n 70% van de jonge ouders vindt dat hun werkgever onvoldoende rekening houdt met de intensieve levensfase waarin zij zich bevinden. Dat zou zo maar kunnen, maar ik verwacht dat ouders hun gevoel van overbelasting ook niet vlug met hun leidinggevende zullen delen. Zeker voor vaders lijkt me dat wel een dingetje. Als die het zelf al niet ongemakkelijk vinden om te vertellen dat ze er doorheen zitten, spelen verwachtingen een rol over hoe hun werkgever zal reageren. Zou die begrip hebben? Of zou die je een watje vinden? En als dat laatste het geval is, wat zijn dan de gevolgen voor je loopbaankansen? Het blijft dus bij ‘het is best pittig’ wanneer een leidinggevende vraagt hoe het thuis gaat. Wat verwacht je dat er dan gebeurt?
Open het gesprek
Hoewel we dat graag anders zouden zien, zoeken jonge ouders geen contact met de bedrijfsarts. Bij de voordracht in het ochtendprogramma over menopauzeklachten bleek dat maar weinig vrouwen dát een onderwerp vinden om met de bedrijfsarts te bespreken. En bij menopauzeproblematiek gaat het toch veel duidelijker om een medisch probleem dan bij oververmoeidheid door de zorg voor een baby.
Het is dus zaak om tijdens spreekuurcontacten alert te zijn en vragen te stellen om het gesprek te openen. Maar ook artsen zijn niet vrij van traditionele normen en verwachtingen. De kans is groot dat aan een jonge vrouw met vermoeidheidsklachten eerder wordt gevraagd of zorgtaken hierbij een rol spelen dan bij een man. Nog te vanzelfsprekend geldt de moeder als eerstverantwoordelijke in de zorg voor (jonge) kinderen.