Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Claimbeoordeling en bestaanszekerheid

Wout de Boer
Jim Faas
Wim Otto
De uitvoering van de arbeidsongeschiktheidsverzekering beleeft een spannende tijd: na een lange periode van bezuiniging en sturing op productie en budget worden de gevolgen daarvan duidelijk1 en staan bestaanszekerheid en de menselijke maat hoog op de politieke agenda. Grote en kostbare veranderingen van het stelsel lijken noodzakelijk.
De OCTAS2 bepleit drie varianten van een modern stelsel voor arbeidsongeschiktheid: een stevige verbouwing van het stelsel, een sterk op re-integratie gerichte variant of een minimaal stelsel. In ieder geval moet een stelsel de zekerheid bieden van ondersteuning bij re-integratie in werk en uitkering bij onvoldoende arbeidsgeschiktheid. In elke OCTAS-variant ligt aan deze ondersteuning een claimbeoordeling ten grondslag. Wie die claimbeoordeling uitvoert en op welke wijze kan heel verschillend zijn. Momenteel heeft de verzekeringsarts (met onder anderen de arbeidsdeskundige) een centrale rol. Dit artikel behandelt de vraag of claimbeoordeling door de verzekeringsarts bijdraagt aan de zekerheid die een arbeidsongeschiktheidsstelsel zou moeten bieden.

Bestaanszekerheid in de sociale verzekering

Artikel 20 lid 1 van de Grondwet luidt: ‘De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid.’ De artikelleden 2 en 3 vullen aanspraken op sociale zekerheid en het recht op bijstand in. Divosa3 werkt dit nader uit: ‘Een bestaan met voldoende en voorspelbaar inkomen, een woning, toegang tot onderwijs en zorg en een buffer voor onverwachte uitgaven’.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-024-2539-x/MediaObjects/12498_2024_2539_Fig1_HTML.jpg
OCTAS-rapport Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel.

Voor inkomen uit werk is de arbeidsmarkt de grootste factor en bekend is dat ouderen, flexwerkers en mensen met een arbeidsbeperking moeilijk betaald werk vinden.4 Ondersteuning vanuit de sociale verzekering ontbreekt voor zelfstandigen en is beperkt voor jonggehandicapten, flexwerkers en veel mensen met een arbeidsbeperking.4 Voor de verzekeringsarts vallen deze groepen buiten de scope. De verzekeringsarts draagt met de claimbeoordeling bij aan de bestaanszekerheid van de burger die daar volgens wet- en regelgeving recht op heeft én draagt eraan bij dat deze ondersteuning niet terecht komt bij niet-rechthebbenden (rechtmatigheid). Idealiter ondersteunt een goed oordeel ook het beleid bij reïntegratie. In vergelijkbare gevallen moeten vergelijkbare oordelen en ondersteuning worden gegeven (rechtsgelijkheid). Tijdigheid en doelmatigheid zijn daarbij randvoorwaarden. Het oordeel is echter geen meting en daardoor is de bandbreedte van de claimbeoordeling een permanent punt van zorg.4

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-024-2539-x/MediaObjects/12498_2024_2539_Fig2_HTML.jpg
Bron: OCTAS-rapport Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel.

Rechtmatigheid, rechtsgelijkheid en doelmatigheid kunnen op gespannen voet staan met elkaar en met de praktijk, dat is inherent aan de sociale verzekering5: zekerheid over de rechtmatigheid vraagt uitgebreid onderzoek, wat op gespannen voet staat met tijdigheid en kosten; voor rechtsgelijkheid is nauwkeurige kwaliteitssturing en monitoring nodig, wat kan wringen met de uitvoerbaarheid en kosten. In de praktijk vindt een, veelal niet-transparante, uitruil plaats.4

De bandbreedte van de claimbeoordeling is een permanent punt van zorg

Om de claimbeoordeling tot een goed einde te brengen is veel georganiseerd: de artsen volgen vier jaar opleiding onder supervisie, krijgen tijd om in persoon te beoordelen, met richtlijnen en mediprudentie wordt de eenheid van oordeel ondersteund, er is een kwaliteitsmonitoring met steekproeven uit alle gevallen op centraal en decentraal niveau, en bij bezwaren van cliënten door verzekeringsartsen bezwaar en beroep. De claimbeoordeling staat in de praktijk onder druk:

  • een groot verloop aan personeel6,7 leidt mogelijk tot een mindere kwalificatie van de artsen8;
  • inefficiënte inzet van artsen draagt bij aan achterstanden4;
  • rechtmatigheid en rechtsgelijkheid staan onder druk in Sociaal Medische Centra (SMC’s) en bij taakdelegatie9,10;
  • er zijn verschillen van inzicht over aandoeningen als ME/CVS en long covid11;
  • zeer beperkte transparantie van de kwaliteitsmonitoring beperkt het zicht op acties of mogelijkheden ter verbetering.4,12

Menselijke maat

De menselijke maat in optima forma is persoonlijk contact, steeds dezelfde functionaris, een op de persoon toegesneden behandeling en een begrijpelijke uitleg over het resultaat.2 Met de UWV-maatregelen om de productie te verhogen lukt dat lang niet altijd: mensen worden soms fysiek, soms alleen op papier beoordeeld, herbeoordelingen worden veelal door andere artsen gedaan, de procedure en het resultaat zijn vaak moeilijk of niet te begrijpen.4
De neerslag van de beoordeling van de belastbaarheid is de FML (functionelemogelijkhedenlijst). In de loop der jaren zijn de detailleringsvereisten steeds verder opgeschroefd en verabsoluteerd. Dit leidt tot toenemende discussie over het gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing.13 De verdergaande detaillering – recent aanpassing rubriek 6 over het aantal uren per dag en week dat iemand kan werken – kunnen we als verzekeringsartsen niet waarmaken. Het oordeel is een momentopname, wat bij veel aandoeningen problematisch is. Naar onze overtuiging heeft dat niet tot verbetering van de claimbeoordeling geleid, juist omdat daarmee een grotere afstand is ontstaan tot de werkelijkheid van wat werk in de praktijk van mensen vraagt.

Productiviteit

Er zijn al jaren grote achterstanden bij de claimbeoordeling.4 Dat leidt tot keuzes wie wel, niet of marginaal wordt beoordeeld en heeft als gevolg dat sommige cliënten onrechtmatig (g)een uitkering krijgen, wat weer rechtsongelijkheid met zich meebrengt14. Ditzelfde geldt voor de diversiteit aan werkwijzen in de SMC’s.14 Aangezien tegen weigeringen bezwaar kan worden gemaakt zullen deze manieren van werken leiden tot te veel toekenning van uitkeringen, wat de houdbaarheid van het stelsel onder druk zet.
Aan verzekeringsartsen om het tij te keren door het versterken van de eigen kwaliteit
De tot nu toe genomen maatregelen hebben – UWV-breed – weinig effect. Taken worden, al sinds zeker tien jaar6, gedelegeerd naar sociaal-medisch verpleegkundigen en medisch secretaresses, maar het aantal beoordelingen per arts is niet of nauwelijks toegenomen. De invoering van SMC’s is nog in ontwikkeling, maar heeft evenmin geleid tot toename van de productie.14 De productiviteit van de SMC’s loopt sterk uiteen. De productiviteit is op een aantal plaatsen wel toegenomen, maar UWV rapporteert niet welke prijs daarvoor wordt betaald in termen van rechtmatigheid en rechtsgelijkheid. Diverse UWV-interne rapporten suggereren dat de prijs aanzienlijk is.15
De oorzaak van de inefficiëntie bij de verzekeringsartsen is niet vastgesteld, maar de soms zeer uitgebreide rapportages zullen zeker een rol spelen4. Hieraan heeft de jurisprudentie bijgedragen, maar de basis daarvoor moet ook worden gezocht in veel herhaling en niet aan de oordeelsvormingbijdragende informatie, wat veel tijd kost. Tegelijkertijd wordt de expliciete argumentatie daarmee niet verbeterd en deze lijkt ook niet altijd in overeenstemming te zijn met het medisch arbeidsongeschiktheidscriterium (MAOC) c.q. Schattingsbesluit.11 Zo organiseren we gezamenlijk een steeds grotere afstand tot de werkelijkheid van de cliënt en meer bezwaarzaken.
Deze ontwikkelingen hebben de claimbeoordeling niet vooruit geholpen. Dat UWV sterk stuurt op wegwerken van achterstanden is te billijken. Dat het al jaren sturen op efficiency leidt tot een fors en onverklaard verlies aan efficiency is op zijn minst verbazingwekkend. En dat UWV bij alle maatregelen geen aandacht lijkt te hebben voor de gevolgen voor rechtmatigheid en rechtsgelijkheid van de beoordelingen vinden wij hoogst zorgwekkend.

Wat dan wel?

Deels gaat het om problemen die een aanpak vragen op organisatieniveau. Minister en UWV zijn daarover in gesprek.1 We realiseren ons dat individuele verzekeringsartsen proberen binnen de grenzen van de organisatie hun werk goed te doen. Dat lijkt ons echter niet genoeg. Het is ook aan de verzekeringsartsen om het tij te keren, met name door het versterken van de eigen kwaliteit. Dáár kun je als verzekeringsartsen zeker invloed op uitoefenen.

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12498-024-2539-x/MediaObjects/12498_2024_2539_Fig3_HTML.jpg
Bron: OCTAS-rapport Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel.

De kwaliteit van de beoordelingen staat voortdurend ter discussie. In het bijzonder geldt dat voor die aspecten waarbij beperkingen moeilijk zijn vast te stellen en te onderbouwen: een mogelijk beperkte duurbelastbaarheid16 en beperkingen bij zogeheten ‘moeilijk objectiveerbare aandoeningen’ (met een opleving van de discussie naar aanleiding van het grote aantal long- covidzaken). Kort samengevat en enigszins vereenvoudigd liggen daar twee problemen aan ten grondslag:

  • De bestaande kennis is niet of onvoldoende verwerkt in standaarden (waaronder we hier ook leidraden en richtlijnen verstaan).
  • Verzekeringsartsen zijn onvoldoende op de hoogte van ontwikkelingen in (test)onderzoek en diagnostiek.

Op relatief korte termijn zouden de volgende maatregelen tot kwaliteitsverbetering kunnen leiden:

  • De ontwikkeling van een factsheet voor de beoordeling van long covid en zo mogelijk ook voor andere moeilijk objectiveerbare aandoeningen.
  • Het beschrijven van argumentaties die in het licht van het MAOC wel en niet geslaagd en acceptabel zijn (gebaseerd op voorbeelden uit bestaande rapportages) – ook wel ‘ankercasuïstiek’ genoemd.17 Dit zou de rapportages eenduidiger en korter moeten kunnen maken.
  • De ontwikkeling van een richtlijn onderzoeksmethoden met, anders dan de verouderde Lisv-standaard uit 2000, beschrijvingen van onderzoeksmethoden inclusief hun indicatiestelling, geldigheid en beperkingen.
  • Verbetering van de richtlijn Duurbelastbaarheid in arbeid met als doel de bandbreedte in de beoordeling te doen afnemen.
  • Implementatie niet beperken tot verspreiden en onder de aandacht brengen van nieuwe kennis en methoden. Om te zorgen dat kennis beklijft en toegepast wordt, zijn een serieus leertraject en toezicht op gebruik ervan noodzakelijk.

Referenties

  1. Brief Minister SoZaWe, 4 september 2024 Sociaal-medische beoordelingen WIA.

2. Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel: Meer aandacht, vertrouwen en zekerheid – Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS), 2024.

4. Beoordeling van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS), 2023.

5. Teulings C, Veen RJ van der, Trommel W. Dilemma’s van sociale zekerheid. VUGA 1997.

6. UWV-jaarverslagen sinds 2010.

7. Jansen H. Noordik E. Net geregistreerd als verzekeringsarts en dan weg bij UWV. Waarom? TBV-online.nl, 17 januari 2020.

8. De Boer WEL. Terugblikken op sociale verzekeringsgeneeskunde. TMGN 2021.

9. EY. Procesoptimalisatie WIA-claimbeoordeling. Divisie Sociaal Medische Zaken, UWV 2023.

10. Spanjer J. Taakdelegatie bij de beoordeling van belastbaarheid. Research Gate 2022.

11. Faas WA & Wijnands KAP. Resultaten vooronderzoek medische rapportages long covid, 2024.

12. Julia Bokdam: Crisis bij UWV. AD, 4 september 2024.

13. Sorgdrager B & Kuijer P. Overschrijding gezondheidskundige grenswaarden. TBV 7-8 2022.

14. UWV Evaluatie sociaal-medische centra 2023; idem 2024.

15. UWV 2024 Rapportage sociaal-medische onderzoeken.

16. UWV 2024 Rapport onderzoek naar duurbelastbaarheid WIA.

17. Spanjer J. Ankercasus. TBV-online.nl, 30 april 2024

Referenties 15 en 16 zijn te vinden op: uwv.nl/overuwv/pers/woo-publicaties/ 2024/woo-besluit-kwaliteit-wia-beoordelingen.aspx.
Dit artikel is afgerond op 15 september 2024. Nieuwe ontwikkelingen zijn derhalve niet opgenomen.

Wout de Boer is verzekeringsarts (niet praktiserend) en onderzoeker en was lid van de commissie OCTAS, Utrecht. Contact: geschiedenisvgk@xs4all.nl

Jim Faas is verzekeringsarts, jurist, docent en onderzoeker, Amsterdam

Wim Otto is verzekeringsarts en redacteur van TBV, Amsterdam

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.