Eind negentiende eeuw worden de medische gevolgen van de industriële revolutie ook in Nederland zichtbaar. De samenhang tussen leef-, woon- en werkomstandigheden en het vóórkomen van ziekten wordt allengs duidelijker.1, 2 De jonge arts Heijermans ziet in korte tijd enkele gevallen van koolmonoxidevergiftiging.3 Daardoor begint hij zich te interesseren voor de toxicologie.

In 1908 verschijnt zijn Handleiding tot de kennis der beroepsziekten. Deze uitgebreide studie is het resultaat van zijn in de voorafgaande jaren in fabrieken en werkplaatsen in den lande verrichte onderzoeken. De talrijke, zeer fraaie foto’s in dit boek, zowel van de lijders aan beroepsziekten als van hun werksituatie, zijn door Heijermans zelf vervaardigd. De Handleiding biedt een voortreffelijk overzicht van de beroepsziekten in Nederland en wordt terstond als standaardwerk erkend. Hieraan ontleent Heijermans zijn verdere leven een groot gezag.4 In 1926 verschijnt een tweede editie van deze Handleiding, dan in twee banden.5 Een facsimile van de editie uit 1908 is in 2003 uitgegeven door Arbo Unie B.V..6
Heijermans ziet een groot arbeidsterrein braak liggen, zowel op het terrein van het wetenschappelijk onderzoek – goede en betrouwbare statistieken ontbreken in die tijd nog grotendeels en de oorzaken van beroepsziekten zijn in vele gevallen nog niet bekend – alsook op het gebied van de voorlichting, de sociale wetgeving en het toezicht. Allereerst moeten naar zijn mening de betrokken partijen, ingenieurs, artsen, ondernemers en arbeiders, worden geïnteresseerd voor arbeidshygiënische vraagstukken. De ingenieurs en de andere betrokkenen dienen te worden onderwezen in de sociale hygiëne.7 Ook de slechte leef- en werkomstandigheden moeten worden verbeterd, omdat deze de vatbaarheid voor ziekten verhogen en de arbeiders onverschillig maken.
Heijermans is vele jaren werkzaam als directeur van de Amsterdamse Gemeentelijke Geneeskundige Dienst (GGD). Hij koestert de wens tot oprichting van een bedrijfshygiënisch instituut, dat ‘niet alleen medici in staat stelt zich te bekwamen als inspecteur, doch tevens de gelegenheid beidt aan toekomstige inspecteurs van den arbeid, ingenieurs, chemici, fabrikanten en arbeiders om praktisch en theoretisch kennis op te doen, die onontbeerlijk is voor de bestrijding van het kwaad dat het beroep aanricht’.7 Hij heeft hiertoe het in 1890 ingerichte Veiligheidsmuseum in Amsterdam op het oog. Dat plan is uiteindelijk niet uitgevoerd.

Heijermans weet vanuit de GGD vele nieuwe activiteiten te entameren. Zo wordt het gebruik van de medische statistiek sterk verbeterd door de instelling van het Medisch Statistisch Bureau in 1919. De economische crisis van de jaren dertig ontneemt hem evenwel de mogelijkheid de GGD verder uit te bouwen. Bij zijn afscheid in Hotel Krasnapolsky in december 1937 spreekt hij de voor hem zo karakteristieke woorden: ‘Ik zal niet rusten. Ik zal de menschheid blijven dienen tot het einde van mijn dagen’.8 Helaas komt dat einde al enkele maanden na zijn afscheid.
Literatuur
1. Spreeuwers D. Louis Heijermans (1873-1938) en de opkomst van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde. Ned Tijdschr Geneeskd 1988; 132: 1403-1406.
2. Spreeuwers D. Inleiding. In: Bruins Slot JHW, Spreeuwers D. Kleine historie van Arbo Unie. Nieuwegein, Arbo Unie, 2003.
3. Heijermans L. Vergiftiging door watergas. Ned Tijdschr Geneeskd 1902 (38); 46: 732-744.
4. Heijermans L. Handleiding tot de kennis der beroepsziekten. Rotterdam: WL & J Brusse, 1908.
5. Facsimile van [4]. Utrecht: Arbo Unie, 2003.
6. Heijermans L. Handleiding tot de kennis der beroepsziekten. Tweede uitgave, in twee delen. Rotterdam: WL en J Brusse’s Uitgeversmaatschappij, 1926.
7. Heijermans L. Het onderwijs in de bedrijfshygiëne. Rotterdam: WL en J Brusse, 1907.
8. Anonymus. Afscheid van den heer Heijermans. Algemeen Handelsblad 28 december 1937.
9. Loghem JJ van. In Memoriam Louis Heijermans. Ned Tijdschr Geneeskd. 1938; 82: 3720-3703.