Vrouwen ouder dan 50 jaar vormen de snelstgroeiende beroepsgroep.1 Echter, symptomen samenhangend met de menopauze kunnen effect hebben op het ondervinden van belemmeringen bij het uitvoeren van onder meer het werk.
Men spreekt van menopauze (men = maand en pausis = stop) als een vrouw gedurende 12 maanden geen menstruatie heeft gehad. Tijdens de menopauze is er sprake van een afname van de hormonen oestrogeen en progesteron, met allerlei systemische gevolgen, zowel op mentaal als fysiek gebied. Langzamerhand komt er meer aandacht voor het maken van een beleid rondom ‘Menopauze op het werk’.2,3
Binnen de hand-chirurgische praktijk bestaat een groot deel van de patiëntengroep uit vrouwen die een verandering van hun hormoonhuishouding meemaken. Denk hierbij ook aan zwangerschap, diabeten en vrouwen met schildklierproblemen. En aan vrouwen met hormoontherapie bij de behandeling van borstkanker. Wat zien we nu op het gebied van hand- en polsklachten in de praktijk als gevolg van deze verandering in hormoonhuishouding en waar kunnen bedrijfsartsen en verzekeringsartsen rekening mee houden?
Osteoporose
Dat oestrogeen van belang is voor de botdichtheid is bij veel van ons bekend. Een afname kan leiden tot een verhoogde kans op osteoporose en secundair hierdoor een grotere kans op botbreuken. Vanaf het 45ste levensjaar verdubbelt de kans op osteoporose bij de vrouw per jaar. Door de afname van het oestrogeen ontstaat er een disbalans in de botvorming en resorptie.4 De kans op het krijgen van een breuk van de heup, wervelkolom of arm is hierdoor bij een postmenopauzale vrouw 12 procent. In 2000 werden er 620.000 nieuwe heupfracturen, 574.000 onderarm-, 250.000 bovenarm- en 620.000 wervelfracturen gediagnosticeerd bij vrouwen ouder dan 50 jaar in Europa. Deze breuken gaan gepaard met een hoge morbiditeit en helaas ook mortaliteit. Ondergewicht vormt trouwens ook een verhoogd risico voor het ontwikkelen van osteoporose en overgewicht lijkt een beschermende factor te zijn.5
Osteoartritis
Dit is een ziektebeeld wat veel voorkomt en 18 procent van de vrouwen ouder dan 60 is hiermee belast.6 Osteoartritis of ook wel artrose genoemd, is een chronische aandoening, waarbij het kraakbeen van de gewrichten langzaam verdwijnt. Op hand- en polsgebied is één van de meest voorkomende diagnoses slijtage van het duimbasisgewricht (CMCI). Duimbasisslijtage zien we met name bij de postmenopauzale vrouw. Het begint vaak met pijn in het duimbasisgewricht bij bepaalde bewegingen zoals het vasthouden van een pen, wringen en tillen, maar het kan uiteindelijk leiden tot invaliderende pijn en kracht- en functieverlies en soms tot arbeidsongeschiktheid. Op de website van de Nederlandse reumavereniging staat te lezen dat in 2020 één op de vijf arbeidsongeschiktheidsuitkeringen door het UWV werd toegekend aan werkenden met artrose. De eerste stap in behandeling is vaak werkplekanalyse. Denk hierbij aan het gebruik van een opzetstuk voor de pen, een aangepaste muis en het verdikken van bijvoorbeeld een bezemsteel, om de belasting van het duimbasisgewricht te verlagen. Denk ook aan mensen in de thuiszorg, waar het gebruik van hulpmiddelen bij bijvoorbeeld kousen aantrekken nog niet altijd standaard wordt toegepast, of het gebruik van wringers voor dweilen bij mensen in de schoonmaakbranche. Weet dat artrose op zich niet behandelbaar is, we kunnen het kraakbeen immers niet meer herstellen, maar ter pijnstilling zijn er naast handtherapie ook mogelijkheden wat betreft spalken en operaties.
Bouchardnoduli
Bouchardnoduli zijn benige knobbels die zich aan de achterzijde van de PIP-gewrichten ontwikkelen en stijfheid, zwelling en pijn kunnen veroorzaken. Deze noduli worden gezien als een vorm van artritis en gaan vaak gepaard met een flexor tendovaginitis oftewel trigger finger.9
Carpaletunnelsyndroom (CTS)
Dit is de meestvoorkomende perifere mononeuropathie, die in veel gevallen kan resulteren in een forse beperking van de handfunctie met vaak een tijdelijk, maar soms ook langdurig ziekteverzuim als gevolg. De oorzaak zit hem in de afknelling van de nervus medianus in de carpale tunnel als gevolg van een niet-bacteriële zwelling (tenosynoviitis) van de buigpezen, die ook in deze tunnel lopen.9
De incidentie van CTS in Amerika is 342-542 per 100.000 volwassen vrouwen en deze neemt toe bij postmenopauzale vrouwen.7 Deze toename heeft zeer waarschijnlijk te maken met een afname van de oestrogeenproductie. Oestrogenen hebben namelijk een anti-inflammatoire werking en tijdens de menopauze ontstaat een toename van inflammatoire cytokines, zoals interleukines en TNF, die een tenosynoviitis kunnen veroorzaken.8 Een verdere ondersteuning van de theorie komt naar voren uit een groot, dubbelblind gerandomiseerde studie onder meer dan 16.000 vrouwen, die laat zien dat hormonale interventie in de vorm van suppletie van oestrogeen de kans op het ontwikkelen van CTS kan verkleinen.7 Omdat in de carpale tunnel alle buigpezen lopen, is een belangrijk preventief – of zelfs curatief – oogpunt om overbelasting van de flexoren te reduceren. Denk hierbij aan het verdikken van bijvoorbeeld pennen, bezemstelen, repeterende handelingen minimaliseren en letten op minder knijpen.
Oestrogeen blijkt eigenlijk een onmisbaar hormoon te zijn: afname heeft grote impact
Trigger fingers
Pezen bevatten oestrogeenreceptoren en zowel na een ovulatie als in de menopauze is er een reactie te zien van de pezen bij afname van oestrogeenlevels in het bloed in de vorm van synoviale verdikking. Dit is waarom vrouwen bijvoorbeeld voor de menstruatie het gevoel hebben dat hun vingers zwellen of dik aanvoelen.9 Vrouwen kunnen soms last hebben van wel meer dan drie vingers tegelijk en het continu op slot schieten van een vinger is, naast pijnlijk, ook erg onhandig en belemmerend in het uitoefenen van dagelijkse dingen. De behandeling bestaat uit (nacht)spalken, houdingsadviezen en eventueel shockwave, steroïdinjectie of een ingreep.
Hormoonsuppletie staat nog erg ter discussie en behoort nog niet tot de standaardbehandeling
Quervainsyndroom
In het verlengde van bovenstaande is het niet verrassend dat een tendovaginitis stenosans van de strekpezen van de duim in het eerste compartiment ook een veelvoorkomende klacht is bij de postmenopauzale vrouw. Zeker bij vrouwen die vanwege hun werk of hobby hun strekpezen van de duim veel gebruiken. Denk hierbij aan het gebruik van de muis, kapsters, nagelstylisten en mensen werkzaam in de horeca of schoonmaak. Ook hier bestaat de behandeling uit tijdelijke spalktherapie om de pees tot rust te laten komen, houdingsadviezen, handtherapie en/of ergotherapie. En in sommige gevallen is een chirurgische ingreep noodzakelijk.
Oestrogeen blijkt eigenlijk een onmisbaar hormoon te zijn en op het moment dat er sprake is van een afname zoals in de menopauze, laat het zien wat voor impact dat kan hebben op het functioneren van de vrouw. Dat geldt zowel in werk als privé. Hormoonsuppletie staat nog erg ter discussie en vormt op dit moment nog geen onderdeel van een standaardbehandeling. Behandeling vindt nu plaats op het moment dat er klachten zijn, maar meer aandacht voor preventie en het herkennen van vroege klachten zou veel vrouwen kunnen helpen.
Belangrijk is ten eerste om te erkennen dat de overgang niet iets is waar je doorheen moet, maar dat het een nieuwe situatie is van het lichaam, waarbij zonder suppletie het oestrogeengehalte zich niet meer zal herstellen. Derhalve is het belangrijk om bij beroepen waar bijvoorbeeld een zware belasting is van de handfunctie en/of er sprake is van repeterende handelingen werknemers te ondersteunen met hulpmiddelen gericht op het kunnen uitoefenen van hun werk met minder knijpkracht. Ook dient overbelasting van met name de buigpezen voorkomen te worden. Spalken kunnen in sommige gevallen ondersteunend zijn aan het werk en pijnstillend werken. Een handtherapeut kan helpen bij het kiezen van de juiste spalk. Wanneer er nog geen medische indicatie is voor suppletie dan kan men wel de genoemde werkaanpassingen overwegen. Dit soort adviezen zijn voor de bedrijfsarts en verzekeringsarts ook direct toepasbaar in de praktijk.
▶ dr. M.J.O.E. Bertleff, Msc-BA is medisch adviseur bij a.s.r. en hand- en polschirurg, Utrecht. Contact: marietta.bertleff@asr.nl