Dokters kunnen lastig zijn! Dingen zeggen waardoor mensen boos worden, zich gekwetst voelen. Wie kunnen ons dat beter vertellen dan onze patiënten. Want die zitten met ons opgescheept. Gaat het om bedrijfs- en verzekeringsartsen dan valt er voor patiënten ook nog eens niks te kiezen. Zij zijn tot ons veroordeeld.
Hoe vaak het precies misgaat op al die spreekuren weten we niet. Maar dat wij af en toe ontsporen lezen we terug in de vele tuchtklachten die onze patiënten ons aandoen. Soms met recht en reden. Want we hebben het er dan ook wel naar gemaakt. Ook al bagatelliseren of ontkennen we dat als we voor het hekje staan.
Bejegening blijft een teer punt. Dat doen we niet altijd helemaal correct. Ook al bedoelen we het misschien goed. Zoals de dokter die een bezorgde cliënte met angst voor kanker probeerde gerust te stellen met de woorden ‘Ach mevrouwtje…’ Mevrouwtje vond dat wel heel denigrerend, diende een klacht in en de dokter kreeg een waarschuwing.
Soms zijn we wel wat erg snel met onze conclusie. Zoals de collega die in een eerste consult na een gesprekje van vijf minuten zei: ‘U hebt heel wat klachten. Maar er is geen medische oorzaak voor. Mijn advies is om maandag uw werk weer op te pakken’. Kennelijk zat deze dokter onder tijdsdruk. Maar ook al zou hij naderhand gelijk krijgen, dan nog voelt de cliënt zich hier niet serieus genomen. Te kort door de bocht, vond ook de tuchtrechter.
En dan die dokter die kennelijk met zijn verkeerde been uit bed was gestapt. Een eerder consult was moeizaam verlopen. Mevrouw kwam na twee weken opnieuw zijn spreekkamer binnen. De dokter begroette haar niet. Ook de uitnodiging om te gaan zitten, liet hij achterwege. Dokter en cliënt stonden zo tegenover elkaar aan weerszijden van het bureau. En de dokter sprak: ‘Ik zie een vrouw die arbeidsgeschikt is’. De tuchtrechter legde een berisping op voor deze flits van helderziendheid, die mevrouw als zeer kwetsend had ervaren.
Opvallend vaak is bij bejegeningsklachten de dokter een man en de cliënt een vrouw. Zoals in het geval van de overspannen dame die tijdens het spreekuur ineens in tranen uitbarstte. De dokter reageerde met ‘Ja toe maar, snif snif snif. Maar ik heb er wel een probleem mee dat u zich niet regulier wilt laten behandelen voor uw overspannenheid’. Deze opmerking was weinig empathisch en kwam de dokter op een reprimande te staan.
Vier voorbeelden van lastige dokters. Geplaatst in een volgorde van toenemende ernst van onheuse bejegening. Hoe kan het zover komen? Waar komt die botheid vandaan? Ik denk dat we die niet zover hoeven te zoeken. Dokter had er even geen zin in. Had misschien slecht geslapen. Voelde antipathie opkomen. Raakte geïrriteerd. Had misschien problemen thuis. Of was uitgekeken op zijn mooie vak. Heel menselijk en invoelbaar allemaal, maar natuurlijk geen excuus. Een professional moet met zijn eigen problemen kunnen copen. En wordt het hem echt te machtig, dan moet hij zich terugtrekken. Even afmelden kan soms een oplossing zijn. Het mag van mij. Ook al is voor zo’n time-out geen strikt medische reden! De dokter voorkomt zo dat hij uit zijn slof schiet. Niet nog meer ongelukken in de spreekkamer.