Op 4 juni 2019 presenteerden vijf aios bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde de resultaten van het onderzoek dat zij hebben gedaan in het kader van hun opleiding bij de NSPOH. Stuk voor stuk leerzame en interessante onderzoeken die het delen waard zijn.
Preventief medisch onderzoek
Een aios bedrijfsgeneeskunde deed de aftrap. Zij heeft onderzocht waartoe de resultaten van een preventief medisch onderzoek (PMO) leiden met betrekking tot het gezondheidsbeleid in een organisatie en welke factoren daar een rol bij spelen. Bij vijf organisaties leidden de PMO-resultaten tot een wijziging in het gezondheidsbeleid. Deze wijzigingen betroffen met name leefstijlbeïnvloeding. Bij één organisatie werd aandacht besteed aan arbeidsrisico`s. Bij de meerderheid van de deelnemers leidden de PMO-resultaten niet tot een wijziging in het gezondheidsbeleid.
Capability set for work questionnaire
De tweede presentatie werd ook verzorgd door een aios bedrijfsgeneeskunde en zij heeft onderzoek gedaan naar de toepassing van de capability set for work questionnaire (CSWQ) bij een PMO bij een groep (bedrijfs)artsen. Naast de CSWQ werden ook vragen over het werkvermogen, het ziekteverzuim en de verloopintentie voorgelegd. De uitkomsten lieten zien dat er een negatieve correlatie tussen het werkvermogen en de verloopintentie is. Een relevant aspect van de CSWQ bleek echter dat de vragenlijst geen benchmarks c.q. afkappunten kent voor interpretering van de scores. Gezien deze relatieve maten, is na het PMO een verdiepingsslag nodig om tot verdere interpretering van de scores en interventies te komen.
Herstel arbeidsparticipatie bij fibromyalgie
Vervolgens kwam er een aios verzekeringsgeneeskunde aan het woord. Zij presenteerde de voorlopige bevindingen van haar onderzoek naar de herstelbevorderende individuele strategieën ten aanzien van behoud of herstel van arbeidsparticipatie bij mensen met fibromyalgie. Zij nam tien interviews af bij cliënten met fibromyalgie die duurzaam gere-integreerd zijn in fulltime of parttime werk of in het geheel niet zijn uitgevallen. Zij is op dit moment nog bezig met het analyseren van de gegevens, maar kon wel al aangeven dat er veel herkenning en overeenkomst met voorgaande onderzoeken was. Met name de positieve mentale instelling van de participanten was opvallend.
Claimbeoordeling visueel beperkte cliënten
De volgende presentator was wederom een aios-verzekeringsgeneeskunde die de ervaringen van verzekeringsartsen heeft onderzocht bij de claimbeoordeling van visueel beperkte cliënten. Ervaren knelpunten die naar boven kwamen waren onder andere het gebrek aan kennis en aan een richtlijn. Verder gaven de verzekeringsartsen aan dat zij moeite hebben met de interpretatie en meetbaarheid van visuele klachten uit eigen onderzoek en informatie van de specialist, alsmede met de vertaling van deze bevindingen naar arbeidsbeperkingen. Oplossingen zagen zij in het ontwikkelen van hun kennis door scholing en richtlijnimplementatie, betere samenwerking met arbeidsdeskundigen en vaker inzetten van expertises bij twijfel of complexe visuele problematiek.
Melden agressie-incidenten
De laatste presentatie werd verzorgd door een aios-verzekeringsgeneeskunde die onderzoek heeft gedaan naar ARO-meldingen en de visie van artsen op haar kantoor op de veiligheid. Hoewel het agressieprotocol stelt dat alle agressie-incidenten in ARO gemeld moeten worden, blijkt dat om diverse redenen sommige vormen van agressie niet gemeld worden. Met name herhaald A- en B-gedrag werd niet gemeld daar dit niet zinvol geacht werd. C- en D-gedrag vinden veel artsen grensoverschrijdend en wordt vaker gemeld met eigen veiligheid en dat van collega’s als motivatie. Als artsen agressie-incidenten niet in ARO melden nemen de meesten wel andere stappen om de collega’s op de hoogte te stellen over agressief gedrag.
Als u geïnteresseerd bent in de onderzoeken, kunt u contact opnemen met dr. Cathrien Jacobi, manager onderzoeksscholing bij de NSPOH te Utrecht,