Toch is het bij mij niet precies dat. Het lijkt op versnelde veroudering, maar het is net anders. De problemen begonnen tijdens de chemotherapie een paar jaar geleden. Als eerste stopte mijn zintuiglijk systeem er acuut mee, alsof alle waarnemingen in een inwendige afzuigkap verdwenen. Naar de radio luisteren lukte nog geen zes seconden, idem dito voor scherpstellen op gedrukte letters. Dit effect ebde gelukkig binnen een dag of zeven na elke kuur weg. Daarna viel het op hoe povertjes het opslaan en terughalen van nieuwe informatie verliep.
Kopsnorren
"Heb je zin om morgen naar mijn nieuwe stek te komen?", vraagt een kennis via WhatsApp. Ik schrik. Hoezo nieuwe stek? Is ze verhuisd dan? Onmiddellijk speur ik mijn hoofd af: waar is dat ene snippertje geheugenspoor dat me kan leiden naar deze toch niet onbelangrijke informatie? Helaas, geen enkele hint te vinden
Kopsnorren noem ik het maar, tegenwoordig is het routinewerk. De hele dag door snor ik flardjes herinneringen op om gemiste dan wel gewiste verhalen terug te halen. Wellicht herkent u hier iets van, het schijnt niet onbekend te zijn bij, pak ‘m beet, 50-plussers. Geheugen, concentratie, aandacht, het begint allemaal wat sloppy te worden. Zijn we daarbij ook nog enigszins somber, angstig, gestrest, overwerkt, onder narcose geweest of gewoon echt oud, dan hebben we serieuze problemen.
Tegenwoordig lijkt mijn hoofd vooral ánders te werken. Ik kan niet meer leunen op oude vertrouwde strategieën zoals passief luisteren naar iemand met geheel automatische opslag van het verhaal ergens in mijn achterhoofd. Automatisch gaat sowieso niks meer. Helaas kom ik daar vaak pas achter als het te laat is en de situatie gênant.
Ik heb dus onmiskenbaar last van een chemobrein. Tegenwoordig wordt het CICI genoemd, Cancer Induced Cognitive Impairment, want de cognitieve problemen ontstaan niet alleen door chemotherapie. Vermoedelijk is er ook een rol voor ontstekingsreacties vanwege de tumoractiviteit. Een van de nieuwste verklaringen over het chemo-effect is het glia-centrische model. Axonen raken indirect via microglia beschadigd door toxische stoffen die de bloed-hersenbarrière passeren. In ieder geval toont een CICI-hoofd vermindering van witte en grijze stof, neuronale functie en netwerkconnectiviteit.
Het blijft opvallend dat de cognitieve problemen nauwelijks zichtbaar worden met neuropsychologische testen. Wellicht zijn de standaardtesten hier niet geschikt voor. Ook lijkt het zo te zijn dat mensen met CICI hun beperkingen compenseren met harder werken. Een fMRI-studie met geheugentaken na chemotherapie liet inderdaad twee dingen zien: hypóactiviteit tijdens het opslaan en hypéractiviteit tijdens het ophalen van episodische informatie.
Een duidelijke remedie is er helaas nog niet. Fysieke inspanning heeft de beste papieren, en verder is het zaak om goede compensatiestrategieën te ontwikkelen. Zo pak ik tegenwoordig tijdens een gesprek nogal vaak mijn smartphone. Niet omdat het verhaal van mijn gesprekspartner mij niet boeit, maar om notities te maken. Direct doorvertellen werkt ook aardig, liefst drie keer. Daarnaast mag ik graag putten uit de verzameling tips & trics bij veroudering, zoals op muziekles gaan, of de choreografie van een Taijiquanvorm* onder de knie krijgen. En niet te vergeten: zorgen voor voldoende rust en ontspanning, want kopsnorren is topsport, 24/7.
Waar ik nog wel vraagtekens bij plaats is de focus op cognitieve zaken. Ik zou zeggen dat de schade breder is, hersenfuncties in het algemeen. Ook zintuigen, motoriek, balans, coördinatie en proprioceptie, enzovoorts, CIBI dus: Cancer Induced Brain Impairment.
“Ik denk dat ik het je niet verteld heb”, zegt mijn kennis de volgende dag. “De verhuizing ging ook zo snel.” Ik glimlach opgelucht, in dit geval heb ik dus niks gewist of gemist. Jammer alleen dat ik dat niet meteen wist.
* Tai ji quan is een Chinese bewegingskunst. Deze woorden betekenen zoveel als ‘het meest verheven boksen’ (dit is de officiële pinyin-spelling, vaak wordt de verouderde en minder adequate spelling Tai Chi Chuan gebruikt).
Dit is de vierde column van Anita Kaemingk over de gevolgen van kanker. Eerder verschenen:
Kronkelcurven (nr. 10, 2017) over het grillige verloop en het belang van praten
Zinvol (nr. 3, 2018) over maatschappelijke relevantie
Schuifelen (nr. 1 2019) over het belang van bewegen