Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Samen werken aan kennis voor arbeid en gezondheid

Sandra H. van Oostrom
Johan J. Polder
Viola van Guldener
Karin I. Proper
Diverse maatschappelijke ontwikkelingen roepen de vraag op of we over de juiste kennis beschikken om de (potentiële) werkende bevolking duurzaam inzetbaar te houden.
In samenwerking met vertegenwoordigers uit de praktijk, beleid en wetenschap heeft het RIVM het initiatief genomen een kennisagenda op het brede domein van Arbeid en Gezondheid te ontwikkelen. Hiertoe zijn interviews gehouden en is een werkconferentie gehouden met vertegenwoordigers uit praktijk, beleid en wetenschap. Dit heeft geresulteerd in een kennisagenda met 9 thema’s: wisselwerking arbeid en gezondheid, duurzame inzetbaarheid, preventie, arbeid en zorg, technologische ontwikkelingen, flexibilisering, psychische gezondheid, (her)waardering van werk, en inclusieve arbeidsmarkt. Naast behoefte aan kennisontwikkeling is de indruk dat bestaande preventieve interventies niet bekend zijn bij professionals in de praktijk en daardoor onvoldoende benut worden. Verspreiding van bestaande kennis verdient aandacht. Van belang is dat alle stakeholders kennisontwikkeling initiëren om de kennisvraagstukken op te pakken teneinde de gezondheid van werkenden te bevorderen.
arbeid en gezondheid
Inleiding
De samenstelling van de werkende Nederlandse populatie verandert als gevolg van ontwikkelingen zoals de vergrijzing, migratie en de participatiesamenleving.1 Dit leidt er toe dat er steeds meer ouderen, migranten, vrouwen en mensen met een chronische ziekte aan het werk zijn. Daarnaast vinden er andere maatschappelijke ontwikkelingen plaats, zoals de toenemende mate waarin bedrijven 24-uur, 7 dagen in de week opereren. Hierdoor hebben steeds meer werkenden te maken met nachtwerk, is er sprake van continue bereikbaarheid, en vervagen de grenzen tussen werk en privé.2 Er is niet alleen sprake van toenemende flexibilisering in termen van arbeidstijden met tijd en plaats onafhankelijk werken, maar ook in termen van arbeidsrelaties. Het aantal flexwerkers en zzp’ers is enorm gegroeid in de afgelopen 20 jaar.3 Ook de verdergaande technologische ontwikkelingen hebben invloed op het aanbod en de aard van het werk nu en in de toekomst.4
De hierboven beschreven veranderingen roepen nieuwe kennisvragen op. Er wordt weliswaar veel kennis ontwikkeld binnen het domein van Arbeid en Gezondheid, maar beschikken we over de juiste kennis gezien de maatschappelijke ontwikkelingen? Sluit de kennisontwikkeling wel voldoende aan bij de vragen die leven in de praktijk? Om het ontwikkelen en het delen van kennis tussen wetenschap, beleid en praktijk te verbeteren is het belangrijk om in gezamenlijkheid de kennisbehoeften en -lacunes te inventariseren en te prioriteren tot een gezamenlijk gedragen kennisagenda Arbeid en Gezondheid. Het doel van dit artikel is het beschrijven van een kennisagenda voor het vakgebied Arbeid en Gezondheid, die tot stand is gekomen op initiatief van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in samenwerking met vertegenwoordigers vanuit de praktijk, het beleid en de wetenschap.

Methode

De kennisagenda is tot stand gekomen via een drietal fasen: (1) een inventarisatie van actoren, (2) interviews om kennisvraagstukken op te halen en (3) een werkconferentie ter aanvulling en prioritering van de kennisvraagstukken.

Inventarisatie van actoren

In een bijeenkomst met ongeveer 10 experts binnen het RIVM vanuit verschillende vakgebieden binnen Arbeid en Gezondheid zijn de mogelijke actoren die een rol spelen bij de gezondheid en veiligheid van werkenden in kaart gebracht. Dit leidde aanvankelijk tot een indeling in de volgende groepen: werkgevers, werknemers, branches, zorg- en arboprofessionals, overheid, kennisinstituten en overig (bijvoorbeeld verzekeraars). Vervolgens zijn deze actoren geclusterd tot 3 categorieën: praktijk, beleid en wetenschap.

Semigestructureerde interviews

Vanuit het doel om gezamenlijk tot een kennisagenda te komen, is gekozen voor een kwalitatieve aanpak. Door middel van 11 semigestructureerde interviews met een selectie van vertegenwoordigers uit de praktijk, het beleid en de wetenschap (zie tabel 1), zijn vraagstukken en kennishiaten opgehaald. Omdat het niet haalbaar was om met iedereen afzonderlijke gesprekken te houden, zijn binnen de 3 groepen belangrijke stakeholders geselecteerd, waaronder vertegenwoordigers van bedrijven en branches; departementen (ministeries van VWS en SZW); universiteiten en kennisinstituten.

Tabel 1 Overzicht van organisaties die deelnamen aan de interviews, vanuit de praktijk, het beleid en het kennis domein
Praktijk
Volandis
Stigas
ZZP Nederland
Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC)
Beleid
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS),
Ministerie van VWS, directie Curatieve Zorg
Ministerie van VWS, directie Publieke Gezondheid
Ministerie van VWS, directie Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), directie Gezond en Veilig Werken
Kennis
Erasmus Medisch Centrum, afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg
VU Medisch Centrum, afdeling Sociale Geneeskunde
TNO, unit Gezond Leven
RIVM, centrum Veiligheid
Tilburg University, Tranzo
De meeste interviews zijn face-to-face afgenomen, twee interviews vonden om praktische redenen telefonisch plaats. In de gesprekken werd een interviewleidraad gevolgd met als hoofdvragen: welk problematiek rondom Arbeid en Gezondheid speelt er en welke vraagstukken verwachten we? Het interview werd afgenomen door twee onderzoekers, één fungeerde als gespreksleider, de andere onderzoeker maakte gespreksnotities. Alle interviews zijn opgenomen met een audiorecorder. De opnames werden beluisterd om een samenvatting van het gesprek te maken, dat wil zeggen dat er geen transcripties zijn gemaakt. De samenvattingen zijn naar de geïnterviewden gestuurd voor eventuele aanvullingen en goedkeuring. Vervolgens zijn alle samenvattingen afzonderlijk bekeken door twee onderzoekers met als doel de opgehaalde kennisvraagstukken te identificeren en te clusteren. Deze zijn gezamenlijk besproken, waarna 9 thema’s zijn gedefinieerd.

Werkconferentie Arbeid & Gezondheid

Om de inbreng van een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van de actoren te kunnen garanderen, vond er op 18 juni 2018 een werkconferentie plaats met als doel de opgehaalde kennisvraagstukken aan te vullen en te prioriteren om zo een gezamenlijke kennisagenda te formuleren. Er namen 35 vertegenwoordigers vanuit de praktijk, het beleid en de wetenschap deel aan de werkconferentie, zie tabel 2 voor de deelnemende organisaties. De werkconferentie volgde de aanpak van de wereldcafé methode5, vanwege het doel om in gezamenlijkheid kennisvraagstukken te prioriteren. Met deze werkvorm wordt een levendige dialoog opgezet over bepaalde vraagstukken. Door de verschillende rondes en de plenaire terugkoppeling worden deelnemers aangemoedigd een inbreng te leveren. De 9 thema’s met de opgehaalde kennisvraagstukken werden verspreid over 5 tafels. Deelnemers werden van tevoren ingedeeld aan een tafel. Elke tafel ging in gesprek over 1 of 2 thema’s waarbij de deelnemers vraagstukken konden aanvullen. Na de dialoog aan een tafel wisselden de deelnemers van tafel om kruisbestuiving van ideeën mogelijk te maken. De tweede stap bestond uit het prioriteren van de vraagstukken. Iedere deelnemer ontving 3 groene en 3 rode stickers met een letter B (beleid), P (praktijk) of K (kennis) die correspondeerde met de groep die de deelnemer vertegenwoordigde. De deelnemers werd gevraagd om de groene stickers te plakken bij 3 vraagstukken die zij het belangrijkst vinden èn prioriteit moeten hebben voor kennisontwikkeling. De |3 rode stickers konden geplakt worden bij vraagstukken die vanuit het perspectief van de deelnemers minder belangrijk zijn of weinig prioriteit hebben. Na de prioritering werden van ieder thema de vraagstukken die het meest opvielen plenair besproken.

Tabel 2 Overzicht van organisaties die vertegenwoordigd waren bij de werkconferentie
Praktijk
Bakkerij en Zoetwaren
KLM Health Services
Stigas
Verbond Papier en Karton
Volandis
Patiëntenfederatie NL
MKB-Nederland
ZZP Nederland
Arbeidsdeskundig Kennis Centrum (AKC)
Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB)
Nederlands Vereniging van Arbeidsdeskundigen (NVvA)
Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde (NVVK)
Beleid
Ministerie voor Binnenlandse Zaken
Inspectie SWZ
Ministerie voor Defensie
Ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Kennis
TNO
ZonMw
Erasmus Medisch Centrum
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, lectoraat Arbeid & Gezondheid
TU Delft
Rijksuniversiteit Leiden
Instituut GAK
RIVM

Resultaten

De kennisagenda omvat 9 thema’s. Een volledig overzicht van de vraagstukken staat beschreven in tabel 3.

Tabel 3 Overzicht van vraagstukken vanuit de Praktijk, het Beleid en de Wetenschap op het brede domein van Arbeid & Gezondheid, met een prioritering van de vraagstukken
Thema’s en vraagstukken
Vraagstuk is belangrijk en heeft prioriteit*
Vraagstuk is minder belangrijk en heeft minder prioriteit*
Wisselwerking arbeid en gezondheid
Voor wie is arbeid wel/niet gezond?
3K
Wat betekent het als je iemand met ‘beperking’ aanneemt? Wat levert het op?
1B, 1P
Wat is wisselwerking tussen in-en uittreding en gezondheid?
1K
Mogelijkheden voor inrichten van arbeids/werkplek/functie voor specifieke individuen.
1P
Hoe kan de werving & selectie beter aansluiten bij verschillende groepen? Hoe kunnen we dit verbeteren?
1P
Wat zijn determinanten van arbeidsparticipatie?
Wat kan een werkgever doen om werk in te richten ten behoeve van arbeidsparticipatie?
Chronisch zieken inzetbaar houden, en zorgen dat ze energie houden. Wat kunnen ze wel, wat kunnen ze niet?
In hoeverre is arbeidsparticipatie gezond?
1K
Duurzame inzetbaarheid
Hoe bepalen we de psychosociale inzetbaarheid?
2K, 1B, 1P
Hoe houden we specifieke groepen inzetbaar?
1B, 1K, 1P
Wat betekent langer doorwerken voor de gezondheid en voor wie?
2K
Wat weten we over specifieke groepen? (laag/hoogopgeleid, chronisch zieken)
2K
Hoe zorgen we dat iedereen (man/vrouw, jong/oud etc.) inzetbaar is en blijft, in combinatie met 24-uursdruk en de combinatie van taken etc.
1P
Hoe bevorderen we toepassing kennis?
Wat is de beste strategie voor doorwerken?
Hoe kan een werkgever oudere werknemers waardevol inzetten?
Weten werkgevers wat de mogelijkheden zijn?
Hoe kan leven lang leren vorm krijgen?
1K
Hoe veranderen we het gedrag van de werkgever en werknemer?
2P
Hoe zorg je ervoor dat werkgever de oudere werknemer niet als probleem ziet?
2K
Voor wie is langer doorwerken wel/geen optie?
4K, 3P, 1B
Preventie
Wat zijn (meest) effectieve interventies voor de gezondheidsbevordering en duurzame inzetbaarheid?
6P, 2B, 1K
1K, 1P
Hoe bevorderen we het gebruik van preventie instrumenten?
3K, 1B
Hoe komen we hoger in arbeidshygiënische strategie?
2K, 1B
2K, 1P
Hoe kunnen we de eigen verantwoordelijkheid van werknemers organiseren?
1P, 1K
Gedragsverandering op werkplek: Hoe kunnen we dit verbeteren?
1P
1B
Rol/taakverdeling van professionals bij preventie
1P
1K
Personalised preventie: Wat werkt voor wie?
1P
Waarom volgen we de goede voorbeelden niet?
2P, 1K
Hoe kan de organisatie faciliterend zijn voor medewerkers?
3K, 2B, 1P
Arbeid en Zorg
Arbeidsgerelateerde zorg
Hoe anticiperen op meer chronisch zieke werkenden?
2K, 1P
Arbeid in klinische gezondheidszorg
2P
Hoe krijgt arbeid een rol in de huisartsenzorg?
2P
2P, 2K, 1B
Hoe kan er bij de professionalisering van medische professionals meer aandacht komen voor generieke zorg en preventie?
Hoe kunnen we vroeg signalering op de werkvloer vormgeven & welke acties kunnen daarop volgen? (ook bv door collega’s?)
Hoe kunnen we samenwerking tussen de bedrijfsgezondheidszorg en de curatieve zorg bevorderen?
1P
Combineren arbeid en zorg(taken)
Hoe combineer je arbeid en zorgtaken voor het gezin? Wat zijn regelmogelijkheden en wat is de rol van de werkgever?
3K, 1P
1K
Wat zijn effecten op gezondheid?
Werken met een chronische ziekte en implicaties voor werk-privé, verantwoordelijkheden, rol van de werkgever?
Hoe kunnen werkende mantelzorgers ondersteund worden?
1P
Wat zijn risicogroepen binnen mantelzorgers?
1K
Technologische ontwikkelingen
Hoe kunnen we omgaan met de kloof tussen technologie (snelheid) en wat we aankunnen?
4K, 3P, 1B
Wat zijn positieve en negatieve effecten op gezondheid?
1K, 1P, 1B
Wat zijn de ethische vraagstukken?
2K
1B, 1P, 1K
Gevolgen voor onderkant arbeidsmarkt?
Wat zijn de kansen (en bedreigingen)?
1K
Hoe richt je preventie in?
1K, 1P
Kennen werkenden de risico’s sneller in beeld krijgen?
2K, 1B, 1P
Flexibilisering
Preventie
3P, 1B
Coping strategieën onderwijs
Minder prikkel werkgevers; aanscherping nodig wet- en regelgeving
9P, 3B, 1K
Welke vormen? (globalisering, contracten, werktijden, werkplek)
1B
In welke branches speelt flexibilisering het meest, en waar profiteert werkgever / werknemer of andersom?
1K
Wat zijn effecten op gezondheid, en voor wie?
Hoe zorgen we dat bepaalde groepen niet uitvallen?
Wat gebeurt op werkplek, arbeidsomstandigheden?
Drijvers en tempo van flexibilisering?
1K
Welke eisen aan afstemming en relaties (veiligheid)
1K
Hoe flexibel is flexibilisering (voor werkgever en/of werknemer)?
2K
Psychische gezondheid
Hoe zorgen we ervoor dat onze toekomstige werknemers (scholieren) vitaal kunnen functioneren?
3K, 3P, 2B
4K, 2B
In welke mate spelen technologische ontwikkelingen hierin een rol, hoe kunnen we dat meten en beïnvloeden?
3P, 1K
Hoe beschermen we werknemers tegen toenemende mentale druk?
2K
Wat is de invloed van stigma op werk en functioneren?
Hoe kun je het werk zo inrichten dat het (bijv.) de autonomie van werknemers vergroot?
1B
Wat zijn de determinanten van toenemende psychische belasting en klachten?
1P
Wat kan de werkgever doen?
2K
Verder uitdiepen (thema) agressie en geweld in dienstverlenende beroepen.
1K, 1B, 1P
Waarom werken interventies niet?
1B, 1K
(Her)waardering werk
Betekenis van arbeid, voor verschillende doelgroepen?
1P, 1K
Wat is de prikkel om te komen tot verandering?
1P, 1B
Hoe verhouden betaalde en onbetaalde arbeid zich met elkaar?
Wanneer voelen mensen zich gewaardeerd in hun werk?
Hoe kun je werkgevers verleiden om mensen in dienst te houden?
2P
Hoe kun je dreigende verstoorde arbeidsverhoudingen vroeg signaleren en effectieve interventies inzetten?
2P, 1K
Waarom werken mensen?
3P, 3K
Inclusieve arbeidsmarkt
Hoe zorg je dat kwetsbaren niet uitvallen?
1P
Hoe kun je arbeid als medicijn inzetten?
1P
Hoe voorkom je een toenemende 2-deling?
1P
Wat zijn de ervaringen met jobcrafting, best practices? Hoe kunnen we andere werkgevers verleiden dit instrument succesvol toe te passen?
1K
1P
Hoe zorgen we ervoor dat we gaan denken in talenten van mensen?
Hoe creëren we de voorwaarden waaronder inclusie vanzelfsprekend is/wordt?
*In deze kolom wordt aangegeven hoe vaak er geprioriteerd is door vertegenwoordigers vanuit P(raktijk), B(eleid) en K(ennis). Zo betekent 2B dat er 2 stickers zijn geplakt door vertegenwoordiger(s) van het Beleid.

Wisselwerking arbeid en gezondheid

Arbeid en gezondheid hebben een wederkerige relatie: werken is gezond en gezondheid is van belang voor werk. Zo kan werkloosheid bijvoorbeeld leiden tot depressieve klachten.6 Aan de andere kant is de gezondheidstoestand van belang voor deelname aan arbeid.7 De genoemde kennisvraagstukken hebben betrekking op deze wederzijdse relatie tussen arbeid en gezondheid, en de determinanten in deze relatie. De deelnemers aan de werkconferentie vinden het vooral van belang om kennis te ontwikkelen over voor wie arbeid gezond is of juist ongezond. Vertegenwoordigers uit de praktijk en het beleid vinden het belangrijk om vragen op te pakken die zich richten op de inrichting van de werkplek en wat het voor werkgevers betekent om iemand aan te nemen met een gezondheidsprobleem. Immers, met de ontwikkeling dat er steeds meer ouderen op de arbeidsmarkt komen, zullen er ook meer mensen met een aandoening of chronische aandoening werken.

Duurzame inzetbaarheid

Duurzame inzetbaarheid van werkenden is een kennisvraagstuk dat door bijna alle geïnterviewden is genoemd. Er worden zorgen geuit over de haalbaarheid van langer doorwerken voor bepaalde groepen, waaronder werkenden met fysiek zware beroepen. Tijdens de werkconferentie ging ook aandacht uit naar het vraagstuk rondom de toenemende psychosociale belasting. Dat betekent niet dat we vraagstukken rondom fysieke belasting naast ons neer moeten leggen. Om mensen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd inzetbaar te houden, is het van belang meer zicht te hebben op wie welke mate van psychosociale belasting voor welke duur aan kan. Een ander belangrijk vraagstuk rondom duurzame inzetbaarheid richt zich op de vraag hoe we kunnen zorgen dat iedereen inzetbaar is en blijft met in achtneming van maatschappelijke ontwikkelingen zoals de 24-uurs economie en het combineren van taken. Het gaat daarbij om het bewaken van de duurzame inzetbaarheid van alle werkenden, dat wil zeggen jong en oud, hoog- en laagopgeleid, man en vrouw, met en zonder een chronische ziekte. Alle vertegenwoordigers uit beleid, praktijk en wetenschap hebben behoefte aan kennis over hoe specifieke groepen inzetbaar zijn en wat werkzame strategieën zijn om hen inzetbaar te houden.

Preventie

Net als bij het thema duurzame inzetbaarheid, werd de toepassing van bestaande kennis benadrukt bij het thema Preventie. Vertegenwoordigers uit de praktijk, beleid en wetenschap geven aan dat (beschikbare) effectieve interventies onvoldoende hun weg vinden in de praktijk. Vooral vanuit de praktijk en het beleid is er behoefte aan kennis over preventieve interventies die effectief zijn en bijdragen aan duurzame inzetbaarheid; zij vinden dit essentieel voor het opzetten van een goed preventiebeleid. Daarnaast heeft het implementatievraagstuk prioriteit. Er zijn diverse preventie instrumenten, maar de vraag is hoe de implementatie daarvan bevorderd kan worden. In dit kader is in de interviews en tijdens de werkconferentie genoemd dat werkgevers nog vaak kansen laten liggen waar het gaat om preventie, daar is veel winst te behalen. Ook werd werknemers een rol toegekend; het vraagstuk naar het organiseren van de eigen regie in preventie van werknemers werd tijdens de werkconferentie als belangrijk en urgent geprioriteerd.

Arbeid & Zorg

(1) Arbeidsgerelateerde zorg wordt als belangrijk thema gezien. Nog steeds is er in de curatieve zorg onvoldoende aandacht voor de factor arbeid. In de afgelopen jaren is er weliswaar een slag gemaakt in de ontwikkeling van multidisciplinaire richtlijnen, waarin de factor arbeid is opgenomen, maar daarmee zijn we er nog niet. Het vraagstuk hoe arbeid beter ingebed kan worden in de klinische gezondheidszorg en in het bijzonder de huisartsenzorg, worden als prioritaire vraagstukken aangewezen. Een ander vraagstuk is hoe specifieke groepen werkenden goede arbeidsgerelateerde zorg kunnen ontvangen, denk bijvoorbeeld aan zzp’ers. Vanwege de afwezigheid van een bedrijfsarts voor zelfstandigen is het urgent dat er vanuit huisartsen meer aandacht is voor het werk.
Naast arbeidsgerelateerde zorg, heeft het thema Arbeid en Zorg betrekking op het combineren van zorgtaken met betaalde arbeid (2). Trends als de vergrijzing, het langer thuis wonen van ouderen en het beleid gericht op participatie, leiden ertoe dat meer werkenden hun werk combineren met zorgtaken, zoals het verlenen van mantelzorg en/of de zorg voor kinderen. De combinatie van werk en zorgtaken kan weliswaar positief en plezierig zijn, maar kan ook tot stress en uitval leiden.8 Door vertegenwoordigers vanuit de praktijk en het kennisdomein is het vraagstuk naar regelmogelijkheden en de rol van de werkgever bij het combineren van arbeid en zorgtaken geprioriteerd als belangrijk en urgent.

Technologische ontwikkelingen

Technologische ontwikkelingen leiden er toe dat kennis sneller veroudert, om deze reden is continue scholing noodzakelijk om mee te kunnen blijven doen.9 Het actueel houden van kennis en vaardigheden door een leven lang te leren is daarmee een uitdaging voor alle werkenden. De effecten van technologische ontwikkelingen op de gezondheid zijn grotendeels onbekend en vormen een belangrijk kennisvraagstuk. Daarbij spelen vragen naar zowel de negatieve als de positieve gezondheidseffecten. In de interviews zijn er zorgen geuit over de toenemende vraag naar werkenden met een hoger opleidingsniveau en andersoortige vaardigheden, zoals samenwerken en communicatievaardigheden, bij aanhoudende technologische ontwikkelingen. Er lijkt een kloof te ontstaan tussen de snelle technologische ontwikkelingen en dat wat werkenden aan kunnen. Dit roept vragen op naar de gevolgen hiervan voor mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en hoe hier in de praktijk mee omgegaan kan worden.

Flexibilisering

In de afgelopen 20 jaar hebben steeds meer werkenden te maken gekregen met flexibele dienstverbanden.3 Uit de interviews komt naar voren dat er nog veel onbekend is over effecten van flexibilisering op de gezondheid en voor welke groepen werkenden die dan gelden. Het meest geprioriteerde vraagstuk is hoe preventie ingezet kan worden bij werkenden zonder vast contract. Een aantal vraagstukken gaan over het karakteriseren van flexibilisering zelf, bijvoorbeeld welke vormen van flexibilisering zijn er, hoe zit het met de arbeidsomstandigheden van flexibele werkenden en wat zijn de drijvers van flexibilisering? Vertegenwoordigers vanuit de praktijk en beleid gaven duidelijk te kennen dat het verbeteren van preventie voor werkenden met flexibele contracten en zzp’ers niet moet leiden tot strengere (arbo)wet- en regelgeving. Zij lichten toe dat het een uitdaging is om aan de huidige wet- en regelgeving te voldoen.

Psychische gezondheid

Mentale belasting op het werk neemt toe door maatschappelijke ontwikkelingen zoals digitalisering en flexibilisering. Ook bij het thema duurzame inzetbaarheid is de psychosociale arbeidsbelasting al genoemd. Een belangrijk kennisvraagstuk dat geprioriteerd is vanuit het kennis domein is: hoe kunnen werkenden beschermd worden tegen de toenemende mentale druk? Het voorbereiden op een vitaal functioneren tijdens het werkzame leven zou al kunnen starten in het onderwijs van onze toekomstige werkenden ofwel scholieren. De prioritering van dit vraagstuk is echter inconsistent (veel groene en rode stickers). In de plenaire discussie blijkt er geen eenduidige conclusie of deze tijdige voorbereiding gericht moet zijn op de toegenomen mentale druk of juist op de onderliggende maatschappelijke veranderingen zoals de flexibele arbeidsmarkt en de technologische vooruitgang.

(Her)waardering werk

Niet alleen het werk zelf verandert, maar ook de betekenis, de waarde van werk over de tijd.10 Meer inzicht in de waarde van arbeid voor een persoon en hoe dit verschilt tussen verschillende groepen werkenden wordt als belangrijk vraagstuk gekenmerkt. Een andere ontwikkeling die bij enkele geïnterviewden zorgen oproept, is dat arbeid economisch bezien minder waard wordt. Vroeger was het mogelijk om met 1 salaris een gezin te onderhouden, tegenwoordig is daar gemiddeld 1,5 salaris voor nodig. Dit leidt tot een verschuiving in tijdsbesteding. Bovendien wordt er een groter beroep op werkenden gedaan als het gaat om mantelzorg. Er worden steeds meer taken bij werkenden neergelegd en dat leidt tot de vraag hoe betaalde en onbetaalde arbeid zich tot elkaar verhouden.

Inclusieve arbeidsmarkt

Met alle veranderingen op de arbeidsmarkt lijken sommige groepen mensen steeds vaker buiten de boot te vallen wanneer het gaat om arbeidsparticipatie. Dat geldt onder andere voor mensen met een migratieachtergrond, mensen met chronische aandoeningen waaronder ook jongeren met beperkingen en mensen met psychische aandoeningen. Alle vraagstukken die onder dit thema genoemd zijn, hebben betrekking op hoe kunnen we zorgen dat mensen niet buiten de arbeidsmarkt vallen. Vanuit de praktijk zijn er enkele vragen geprioriteerd, namelijk: hoe zorg je dat potentieel kwetsbaren niet uitvallen, hoe kan arbeid als medicijn ingezet worden, hoe voorkom je een toenemende tweedeling? In de plenaire discussie bleek er eensgezindheid rond het belang van dit thema; de meest kwetsbaren moeten absoluut niet buiten de arbeidsmarkt vallen.

Beschouwing

Dit artikel beschrijft vraagstukken op het brede domein van Arbeid en Gezondheid, onderverdeeld naar 9 thema’s. Hoewel de prioritering van vraagstukken divers was, laat het duidelijk zien dat er vanuit praktijk en beleid behoefte is aan effectieve preventieve interventies. Vanuit het kennisdomein werden vooral vragen geprioriteerd betreffende de implementatie van interventies. Dit illustreert dat beschikbare kennis over effectieve interventies nog onvoldoende wordt benut in de praktijk. Voor een bredere bekendheid en implementatie van preventieve interventies zou aandacht moeten uitgaan naar de verspreiding van bestaande kennis. Om succesvolle implementatie te bevorderen kan onderzoek de belemmerende en bevorderende factoren voor implementatie in kaart brengen.
Preventie is als apart kennisthema genoemd, maar kwam tevens aan bod bij andere thema’s. Er wordt veel waarde gehecht aan de ontwikkeling van kennis om gezondheidsschade of uitval te voorkomen. Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de toenemende druk op langer doorwerken, levenslange participatie, aanhoudende technologische ontwikkelingen en flexibilisering, vragen de nodige capaciteit en belasting van werkenden en zorgen voor een toenemende mentale druk.8 Deze zorg is klaarblijkelijk gedeeld door de verschillende stakeholders met preventie vraagstukken als belangrijk onderdeel in deze kennisagenda.
Het brede draagvlak vanuit de praktijk, het beleid en het kennisdomein, is een belangrijk kenmerk en meerwaarde van deze kennisagenda Arbeid en Gezondheid. Het is van belang om dit draagvlak te benutten bij het ontwikkelen van onderzoeksideeën door bijvoorbeeld in cocreatie met de praktijk onderzoek op te zetten en uit te voeren. Maar het gaat ook om samenwerking tussen beleidsdepartementen. De kennisagenda omvat immers diverse vraagstukken die bijvoorbeeld zowel het ministerie van VWS als SZW raken. Van belang is dat gezamenlijke verantwoordelijkheid gevoeld wordt opdat een brede ondersteuning voor kennisontwikkeling bevorderd wordt.
De indeling in de thema’s is vooral bedoeld om structuur aan te brengen, het is geen vaststaand gegeven en er is ook wat overlap tussen de thema’s. Van belang zijn de vraagstukken bij ieder thema, deze geven aan welke kennis er behoefte is. Daarnaast staat deze kennisagenda niet los van andere kennisagenda’s die recent ontwikkeld zijn. De gepresenteerde thema’s en vraagstukken sluiten bijvoorbeeld goed aan bij de lijst met bijna 100 kennisvragen in de kennisagenda SZW 2019-2022.11 Er is overlap in de geïdentificeerde thema’s, waarbij bijvoorbeeld kennisvragen met betrekking tot technologische ontwikkelingen, flexibilisering, mentale gezondheid en de inclusieve arbeidsmarkt terugkomen in verschillende kennisagenda’s. Echter, de invalshoek is verschillend. In de kennisagenda van SZW bijvoorbeeld zijn onderliggende kennisvragen vaker gericht op een specifieke stakeholder. Een voorbeeld is hoe werkgevers gestimuleerd kunnen worden om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. De kennisagenda van SZW is daarmee directer gericht op het beleid dan de brede kennisagenda van het huidige artikel, waar kennisontwikkeling in brede zin centraal staat.

De werkwijze bij de prioritering van de vraagstukken tijdens de werkconferentie kan een punt van discussie zijn. Het toekennen van de groene stickers verliep redelijk vlot en leidde tot een vrij consistent beeld. Met de opdracht om rode stickers te plakken, dat wil zeggen voor kennisvraagstukken die het minst belangrijk beschouwd werden, hadden deelnemers meer moeite. Bij de plenaire toelichting op de rode stickers werd aangegeven dat ze het weliswaar belangrijk vinden dat dit vraagstuk wordt opgepakt, maar de andere vragen nog belangrijker werden geacht. Bij de interpretatie moet deze relativiteit dan ook meegenomen worden.

Een ander discussiepunt betreft de methode bij de afname van interviews. Bij de toepassing van interviews is het van belang door te gaan tot verzadiging is opgetreden. We hadden aanvankelijk 11 interviews geselecteerd, waarbij de verwachting was dat er herhaling zou optreden. Als dat niet aan de orde was, hadden we inderdaad meer interviews moeten afnemen. Echter, na een aantal gesprekken bleek de verwachte verzadiging op te treden, waardoor wij van mening waren dat de belangrijkste vraagstukken aangeleverd waren. Tijdens de werkconferentie werd dit beeld bevestigd, omdat er geen thema’s met vraagstukken gemist bleken te worden.
Voor de verspreiding en implementatie van kennis is het cruciaal dat er aansluiting is bij de behoeften van de actoren in de praktijk. Met deze kennisagenda zetten we een eerste stap daartoe. Het RIVM heeft weliswaar het initiatief genomen deze kennisagenda tot stand te brengen vanuit het streven naar de bevordering van een gezonde bevolking in een gezonde omgeving. De werkomgeving behoort daar ook toe. Het RIVM heeft geen exclusief belang bij deze kennisagenda. We nodigen eenieder afzonderlijk en in gezamenlijkheid uit om kennisontwikkeling of -verspreiding te initiëren om de opgehaalde vraagstukken te beantwoorden, teneinde de gezondheid van werkenden te bevorderen.

Dankbetuiging

De auteurs danken alle personen voor hun medewerking aan de interviews en de werkconferentie. Zij hebben een waardevolle bijdrage geleverd aan deze kennisagenda.

Literatuur

1.

RIVM. Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV)-2018. Themaverkenning Veranderingen Arbeidsmarkt. Beschikbaar via: https://www.vtv2018.nl/Verandering-arbeidsmarkt. Geraadpleegd op 3 september 2018.

2.

Echtelt van P, Croezen S, Vlaskom JC, et al. Aanbod van arbeid 2016: werken, zorgen en leren op een flexibele arbeidsmarkt. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau; 2016.

3.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De Arbeidsmarkt in cijfers 2017. Den Haag/Heerlen/Bonaire: CBS; 2018.

4.

Beer de PT. De arbeidsmarkt in 2040. Ingrijpende veranderingen, maar ook veel continuïteit. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam; 2016.

5.

Brown J, Isaacs D, the World Café Community of Practice, et al. The World Café Book: Shaping Our Futures Through Conversations that Matter. San Francisco: Berreth-Koehler Publishers; 2005.

6.

Kim TJ, Knesebeck von dem O. Perceived job insecurity, unemployment and depressive symptoms: a systematic review and meta-analysis of prospective observational studies. Int Arch Occup Environ Health 2016;89(4):561-73.

7.

Schuring M, Burdorf A, Kunst A, et al. The effects of ill health on entering and maintaining paid employment: evidence in European countries. J Epidemiol Commun Health 2007;61:597-604.

8.

Sociaal Economische Raad (SER). Een werkende combinatie. Advies over het combineren van werken, leren en zorgen in de toekomst. Advies 20156/08. Den Haag: SER; 2016.

9.

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland. Den Haag: WRR; 2013.

10.

Wielers R, Raven D. Daalt in Nederland de arbeidsmoraal? En alternatieve verklaring voor tijdsschaarste. Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken 2009;25:66-82.

11.

Sonsbeek van J, Dekker R, Giezen van der A, et al. Kennisagenda SZW 2019-2022. Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Inspectie SZW; 2018.

Aandachtspunten

De kennisagenda Arbeid en Gezondheid bestaat uit 9 thema’s met kennisvraagstukken: wisselwerking arbeid en gezondheid, duurzame inzetbaarheid, preventie, arbeid en zorg, technologische ontwikkelingen, flexibilisering, psychische gezondheid, (her)waardering van werk, en inclusieve arbeidsmarkt.
  • Naast kennisontwikkeling verdient verspreiding van bestaande kennis naar de praktijk meer aandacht.
  • Het is de verantwoordelijkheid van eenieder uit de praktijk, het beleid en de wetenschap om afzonderlijk en in gezamenlijkheid kennisontwikkeling of -verspreiding te initiëren.
Het onderzoek is gefinancierd vanuit het Strategisch Programma RIVM (SPR) en de auteurs hebben geen financiële of andere belangenconflicten.

Summary

Due to various societal developments, the question is whether we have the up-to-date knowledge to achieve a sustainable employment of the (potential) working population. In collaboration with representatives from practice, policy and science, the RIVM has taken the initiative to develop a knowledge agenda in the broad field of Work and Health. Interviews were held followed by a group discussion with representatives from practice, policy and science. The resulting knowledge agenda consisted of nine themes: interaction between work and health, sustainable employability, prevention, work and care, technological developments, flexibility of labor, psychological health, (re)valuation of work, and inclusive labor market. It further seemed that existing preventive interventions are not known by professionals in practice and are therefore insufficiently utilized. Dissemination of existing knowledge deserves attention. It is important that all stakeholders initiate knowledge development to fulfil the knowledge gaps and to promote a healthy working population.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.