De Nul is de norm-gedragsregel voor artsen van de KNMG is in januari 2018 in werking getreden. De gedragsregel schrijft de norm voor wat betreft het drinken van alcohol en het gebruik van psychoactieve middelen vóór en tijdens werktijd. In de inleiding wordt gesteld dat dit een al lang bestaande ongeschreven regel is. Ook van coassistenten wordt verwacht dat ze zich eraan houden.
In het 26 pagina’s tellende document wordt vervolgens door de KNMG ingegaan op de wet- en regelgeving. Voor een aantal beroepen is het gebruik van deze middelen wettelijk verboden (piloten, politieagenten en beroepschauffeurs). Voor artsen bestaat dit wettelijk kader niet, behoudens dat conform de Arbowet onveilige situaties moeten worden vermeden. Een aantal werkgevers heeft een alcohol- en drugsbeleid ingevoerd waarin expliciet gemeld is dat er een zerotolerance is onder werktijd.
Het uitgangspunt van de gedragsregel van de KNMG is dat artsen nuchter hun werkzaamheden moeten verrichten, dus ook als ze bereikbaarheidsdienst hebben. Als ze als tweede op de lijst staan, moeten ze voldoen aan de verkeersnorm. Gebruik van geneesmiddelen die vallen onder de Opiumwet – die artsen nodig kunnen hebben voor behandeling van hun eigen klachten – kan door deze gedragsregel niet worden verboden!
Het drinken van alcohol is maatschappelijk geaccepteerd. De normen ten aanzien van de hoeveelheid consumpties die verantwoord is, veranderen. Nul is de norm lijkt een breder kader te krijgen in gezond gedrag. Dat breder kader omvat ook het inzicht dat de consumptie van alcohol bijdraagt aan het ontstaan van meerdere ziektebeelden.