Bij een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling moeten artsen de door de werkende ervaren gezondheid en belemmeringen beoordelen en omzetten naar functionele (arbeids-)mogelijkheden. De gezondheid en belemmeringen van werkenden met SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten) zijn medisch echter niet of in mindere mate vaststelbaar. Bij arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen voelen zij zich om deze reden vaak niet of onvoldoende gehoord door artsen. In deze studie gaan we na in hoeverre artsen voor het vaststellen van de functionele mogelijkheden uitgaan van de door eigen ervaren gezondheid en belemmeringen van werkenden en of dit in dezelfde mate het geval is voor werkenden met en zonder SOLK.
Methoden
Aan 44.379 werkenden die langer dan 84 weken ziek waren gemeld bij UWV werd door middel van een brief gevraagd of ze mee wilden doen aan de studie wanneer zij niet voldeden aan de exclusiecriteria. Werkenden werden geïncludeerd als er tenminste sprake was van milde somatische klachten (PHQ-15 score ≥5). Van de benaderde werkenden hebben 2040 (4,6%) deelgenomen aan de studie. Zij vulden thuis een uitgebreide vragenlijst in met 200 vragen over de eigen ervaren gezondheid en belemmeringen. Daarna kregen de werkenden een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling waarbij een arts de functionele mogelijkheden aangaf en een diagnose invulde. De arts was niet op de hoogte van deelname aan de studie. Uit de antwoorden van de gevalideerde vragen in de vragenlijst werden 11 subscores berekend. De functionele mogelijkheden werden in 4 typen ingedeeld (mentaal, fysiek, autonomie en hand- en vingervaardigheden). Op basis van de ingevulde diagnose werd bepaald of er sprake was van SOLK. Correlaties werden berekend tussen de 4 typen van functionele mogelijkheden en de 11 subscores van de eigen ervaren gezondheid en belemmeringen. Voor matig tot hoge correlaties (≥0,3) werd door middel van een regressieanalyse beoordeeld of er een significant verschil was tussen werkenden met SOLK (n=363) en werkenden zonder SOLK (n=1677).
Resultaten
Voor 2 typen van functionele mogelijkheden en 6 scores van de eigen ervaren gezondheid en belemmeringen vonden we een correlatie van ≥0,3. Tussen 2 typen functionele mogelijkheden en 2 scores van de eigen ervaren gezondheid en belemmeringen was de correlatie significant iets lager voor werkenden met SOLK in vergelijking met werkenden zonder SOLK. Dit betrof de correlatie tussen fysieke functionele mogelijkheden en de fysieke gezondheidsschaal van de SF-36 (-0,30. 95% CI -0,39 tot -0,20) voor werknemers met SOLK vs (-0,49. 95% CI -0,56 tot -0,41) voor werknemers zonder SOLK. Voor de mentale functionele mogelijkheden en de mentale gezondheidsschaal van de SF-36 was dit respectievelijk (-0,40. 95% CI -0,44 tot -0,36) vs (-0,60. 95% CI -0,62 tot -0,57).
Conclusie en aanbevelingen
Over het algemeen is er een matige correlatie tussen de eigen ervaren gezondheid en belemmeringen en de functionele mogelijkheden vastgesteld door de arts. Deze correlatie is nog wat lager bij werkenden met SOLK, wat mogelijk verklaard kan worden door het ontbreken van een onderliggende verklarende pathologie. Het verschil in de correlatie tussen de functionele mogelijkheden en de eigen ervaren gezondheid en belemmeringen is echter bij werkenden met en zonder SOLK gering. Dat betekent dat bij werkenden met en zonder SOLK ook andere factoren dan de eigen ervaren gezondheid en belemmeringen een grote rol spelen bij het vaststellen van de functionele mogelijkheden. Nader onderzoek is wenselijk om meer transparant te maken welke factoren dit betreft, zodat meer optimale standaarden gemaakt kunnen worden om de arbeidsongeschiktheid zo consistent en correct mogelijk te kunnen beoordelen.
Referentie
1.
Weerdesteijn KHN, Schaafsma FG, Louwerse I, Huysmans MA, Beek van der AJ, Anema JR. Does self-perceived health correlate with physician-assessed functional limitations in medical work disability assessments? Journal of Psychosomatic Research 125 (2019) 109792. https://doi.org/10.1016/j.jpsychores.2019.109792