De blogs over de historische bedrijfsgeneeskunde zijn leerzaam zoals over de mijnwerkersnystagmus als beroepsziekte en de werkwijze door de jaren heen door bedrijfsarts Burger, in 1928 aangesteld bij Philips. Maatschappelijke vraagstukken zoals de asbestcrisis en het chroom-6 onderzoek zet André Weel scherp neer. Hij beschouwt het functioneren van bedrijfsartsen in vele blogs kritisch, zoals in Blijf je bedrijfsarts de baas. Nog kritischer is hij op de beroepsvereniging, de in zijn ogen te brave NVAB. In het stukje Braaftaal van Beens stelt Weel de gebrekkige inzet van bedrijfsartsen voor de preventie van beroepsziekten aan de kaak. In Whishful zinken schetst hij voor bedrijfsartsen een wenkend perspectief, namelijk de klinische arbeidsgeneeskunde.
Regelmatig komen de zorgen van André Weel naar voren of het vak van bedrijfsarts nog wel leuk is. Te veel keurslijf? Te lastig met onwillige werkgevers? Te veel gericht op verzuimbestrijding? Regels en richtlijnen een last? Je zou ze ook goede handvatten voor de dagelijkse praktijk kunnen noemen. De dynamiek van een omgeving tussen curatieve zorg, bedrijfsleven en ingewikkelde organisaties waarin mensen werken, is een uitdaging voor bedrijfsartsen. Het mooie van het vak komt gelukkig in diverse hoofdstukjes wel aan bod.