Vanwege een tekort aan verzekeringsartsen werft UWV artsen. Hierdoor is het aandeel A(N)IOS binnen de groep van alle artsen afgelopen jaren gestegen. Deze verandering is nog niet eerder in kaart gebracht terwijl dat wel belangrijk is om erop te kunnen anticiperen, bijvoorbeeld in de begeleidingsvormen van A(N)IOS. Dit onderzoek zal de verandering weergeven.
Samenvatting
Methode Personeelsgegevens (januari 2014-augustus 2019) werden verkregen vanuit het personeelsbestand UWV district Rijnmond. Verhouding tussen aantal A(N)IOS en verzekeringsartsen en kenmerken zoals leeftijd en geslacht werden geanalyseerd. Onderscheid werd gemaakt tussen de bedrijfsonderdelen Sociaal Medische Zaken en Bezwaar en Beroep.
Resultaten Van alle artsen bij Sociaal Medische Zaken was in 2014 25% A(N)IOS, in 2019 was dit 52%. Dit kwam door een toename in aantal A(N)IOS van 18 naar 49 en een afname van aantal verzekeringsartsen van 53 naar 45. De gemiddelde leeftijd van alle artsen daalde van 49,5 naar 43,7 jaar. Bij Bezwaar en Beroep bleef het aantal verzekeringsartsen stabiel op 11 en waren geen A(N)IOS werkzaam, de gemiddelde leeftijd steeg van 53,5 naar 56,7 jaar.
Conclusie In augustus 2019 waren inmiddels meer A(N)IOS dan verzekeringsartsen werkzaam bij UWV Rijnmond Sociaal Medische Zaken. Hierdoor komt de grens aan beschikbare opleiderscapaciteit in zicht. Dit vraagt om veranderingen op de werkvloer. Door een aanstaande pensioneringsgolf dreigt een verdere afname van het aantal verzekeringsartsen. Voor UWV is het daarom belangrijk om de groep AIOS die binnenkort hun opleiding afrondt te behouden.
Inleiding
Het UWV heeft een tekort aan verzekeringsartsen en zet daarom sinds een aantal jaar vol in op het werven van artsen. Bij gebrek aan verzekeringsartsen worden voornamelijk artsen niet in opleiding tot medisch specialist (ANIOS) binnengehaald met de hoop dat deze artsen vervolgens in opleiding (vier jaar) zullen gaan tot verzekeringsarts (AIOS). Er is niet eerder in kaart gebracht hoe de verhouding tussen aantal A(N)IOS en aantal verzekeringsartsen zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Bewustwording van deze verandering is echter wel belangrijk. Een verandering waarbij sprake is van toename van het aantal A(N)IOS en daling van het aantal verzekeringsartsen – die A(N)IOS begeleiden – zou namelijk kunnen vragen om initiëren van nieuwe A(N)IOS-begeleidingsvormen bijvoorbeeld. En een toename van het aantal A(N)IOS zou bijvoorbeeld van het UWV-management kunnen vragen meer prioriteit te geven aan behoud van (verzekerings)artsen om zo A(N)IOS te kunnen begeleiden. Doel van dit onderzoek is dan ook om de verandering in de verhouding aantal A(N)IOS versus verzekeringsartsen bij UWV in kaart te brengen. Om de impact van deze verandering duidelijker te maken, zullen ook kenmerken van A(N)IOS en verzekeringsartsen worden onderzocht waaronder leeftijd en geslacht.
Methode
Bij dit onderzoek werden geanonimiseerde data verkregen vanuit het personeelsbestand UWV district Rijnmond (UWV-kantoor Dordrecht en Rotterdam) met peildata 1 januari 2014, 2015, 2016, 2017, 2018 en 1 augustus 2019. Onderscheid werd gemaakt tussen de twee verschillende bedrijfsonderdelen waar artsen bij UWV Rijnmond werkzaam zijn, dit zijn Sociaal Medische Zaken en Bezwaar en Beroep. Alle artsen werkzaam bij UWV Rijnmond werden geincludeerd behalve de adviseur verzekeringsartsen. De artsen werden onderverdeeld in vier groepen: ANIOS, AIOS, verzekeringsartsen in dienst bij UWV en de groep verzekeringsartsen die wel werken bij het UWV maar niet in dienst zijn (externe vezekeringsartsen). Definitie AIOS was: in opleiding tot verzekeringsarts zijn bij de opleidingsinstelling NSPOH of SGBO. De groepen ANIOS en AIOS samen werden aangeduid als A(N)IOS.
Resultaten
Sociaal Medische Zaken
Figuur 1 laat zien dat het aantal A(N)IOS bij Sociaal Medische Zaken in de periode 2014-2019 toenam van 18 naar 49. In deze periode nam het aantal verzekeringsartsen in dienst af van 41 naar 38 en het aantal externe verzekeringsartsen nam af van 12 naar 7. Hierdoor is binnen de groep van alle artsen het aandeel A(N)IOS gestegen van 25% naar 52%. Indien externe verzekeringsartsen buiten beschouwing gelaten worden (externe verzekeringsartsen begeleiden namelijk doorgaans geen A(N)IOS) dan is het aandeel A(N)IOS gestegen van 31% naar 56%.
Kenmerken artsen Sociaal Medische Zaken
De gemiddelde leeftijd van alle artsen samen daalde in de periode 2014-2019 van 49,5 jaar naar 43,7 jaar en de mediane leeftijd daalde van 53,1 naar 37,4 (mediaan is middelste waarde in de reeks). Tabel 1 laat de kenmerken gespecificeerd voor A(N)IOS en verzekeringsartsen zien. De mediane leeftijd van de A(N)IOS daalde van 33,5 jaar naar 31,9 jaar en voor verzekeringsartsen steeg deze licht van 54,5 naar 55,0 jaar.
In 2019 was zowel bij de A(N)IOS als bij de verzekeringsartsen een nagenoeg 50/50-man-vrouwverhouding ontstaan. De gemiddelde contractomvang in 2019 was bij A(N)IOS 0,93 fte en bij verzekeringsartsen 0,83 fte. In augustus 2019 waren op één na de A(N)IOS niet langer dan 5,5 jaar in dienst. Het aantal jaar dat verzekeringsartsen in dienst zijn bij UWV is met 3,2 jaar gestegen (externe verzekeringsartsen buiten beschouwing gelaten). Deze stijging is deels verklaarbaar doordat er een grote groep verzekeringsartsen in dienst is vanaf oprichtingsjaar UWV (1 januari 2002). Figuur 2 illustreert dit.
Bezwaar en beroep
Bij de divisie bezwaar en beroep werkten zowel op 1 januari 2014 als op 1 augustus 2019 11 verzekeringsartsen en geen A(N)IOS. De gemiddelde leeftijd steeg met 3,2 jaar van 53,5 naar 56,7 jaar. Het percentage vrouwen bleef stabiel op 45% (zie tabel 2). In 2014 waren 4 van de 11 verzekeringsartsen extern en in 2019 5 van de 11 verzekeringsartsen.
Behoud nieuwe artsen
In de periode 1 januari 2014 tot 1 januari 2018 zijn 49 artsen als ANIOS gestart bij Sociaal Medische Zaken. Van deze groep waren op 1 augustus 2019 nog 22 artsen (45%) in dienst, inmiddels allemaal als AIOS. 27 van de 49 (55%) destijds gestarte artsen hadden voor 1 augustus 2019 UWV verlaten (26 ANIOS, 1 AIOS respectievelijk).
Figuur 1. Verhouding aantal A(N)IOS versus verzekeringsartsen UWV Rijnmond Sociaal Medische Zaken
A(N)IOS = arts (niet) in opleiding tot specialist; VA = verzekeringsarts.
Figuur 2. Duur dienstverband artsen UWV Rijnmond Sociaal Medische Zaken ( augustus 2019)
*Totaal 87 artsen. Exclusief externe verzekeringsartsen, inclusief gedetacheerde A(N)IOS. **Evt. detacheringsperiode A(N)IOS meegerekend. De bovenste balk is de groep artsen in dienst vanaf 2002, het oprichtingsjaar van UWV.
Discussie
UWV Rijnmond slaagt erin om nieuwe artsen aan te trekken zodat het tekort aan verzekeringsartsen wordt opgevangen. Dit onderzoek laat zien dat het aantal A(N)IOS bij UWV Sociaal Medische Zaken (SMZ) Rijnmond in ruim 5,5 jaar tijd bijna verdrievoudigd (×2,7) is. Er werkten in augustus 2019 inmiddels meer A(N)IOS dan verzekeringsartsen. A(N)IOS zijn gemiddeld bijna 20 jaar jonger dan verzekeringsartsen, de gemiddelde leeftijd van alle artsen samen bij UWV SMZ Rijnmond is met ruim zes jaar gedaald. Dit staat in schril contrast met de vergrijzingstrend die zichtbaar is bij de divisie Bezwaar en Beroep (B&B).
De man-vrouwverhouding onder A(N)IOS én onder verzekeringsartsen is gelijk. Dit is opvallend aangezien bij de populatie nieuwe geneeskundestudenten de verhouding ongeveer twee derde vrouw en een derde man is.1
Begeleiding A(N)IOS
Vanwege het tekort aan artsen bij UWV is de toename van het aantal A(N)IOS positief nieuws. Consequentie van de toename is wel dat de verzekeringsartsen in dienst bij UWV SMZ Rijnmond afgelopen jaren fors meer belast zijn met het opleiden van A(N)IOS. Hierdoor hebben deze verzekeringsartsen minder tijd om verzekeringsgeneeskundige beoordelingen uit te voeren. Hoewel er geen harde grens is, komt de grens aan beschikbare opleiderscapaciteit in zicht. Oplossing zou kunnen zijn om ook externe verzekeringsartsen, verzekeringsartsen Bezwaar en Beroep en AIOS in te zetten bij de begeleiding van ANIOS.
* Berekening gemiddelde duur dienstverband is exclusief externe VA. VA = verzekeringsarts; A(N)IOS = arts (niet) in opleiding tot specialist; fte = fulltime-equivalent
1-1-2014
71 artsen totaal
1-8-2019
94 artsen totaal
Kenmerk
18 A(N)IOS 25%
53 VA 75%
49 A(N)IOS 52%
45 VA 48%
Geslacht
Man
44%
55%
51%
49%
Vrouw
56%
45%
49%
51%
Leeftijd in jaren; gemiddelde
37,7
53,5
34,4
53,7
Leeftijd in jaren; mediaan
33,5
54,5
31,9
55,0
Contractomvang in fte; gemiddelde
0,98
0,81
0,93
0,83
Duur dienstverband UWV in jaren; gemiddelde*
2,7
11,4
2,2
14,6
Tabel 2. Kenmerken artsen UWV Rijnmond Bezwaar en Beroep
* Berekening gemiddelde duur dienstverband is exclusief externe VA. VA = verzekeringsarts; fte = fulltime-equivalent
Kenmerk
1-1-2014
11 VA
1-8-2019
11 VA
Geslacht
Man
55%
55%
Vrouw
45%
45%
Leeftijd in jaren; gemiddelde
53,3
56,7
Leeftijd in jaren; mediaan
52,7
61,3
Contractomvang in fte; gemiddelde
0,81
0,78
Duur dienstverband UWV in jaren; gemiddelde*
11,8
11,1
Pensioneringsgolf
In figuur 2 zijn de gebruikelijke vormen van een histogram zoals de piramide (meer werknemers kort dan lang in dienst), de toren (gelijke verdeling) of de urn (meer werknemers lang dan kort in dienst) niet te herkennen. In plaats daarvan zijn er twee grote groepen zichtbaar: de groep in dienst vanaf oprichtingsjaar UWV (2002) en de groep sinds enkele jaren in dienst. In de categorie 6-16 jaar in dienst vallen slechts 6 van de 87 artsen. Dit komt doordat er tot zes jaar geleden gedurende langere periode nauwelijks nieuwe artsen zijn aangenomen. Hoewel de gemiddelde pensioenleeftijd in Nederland stijgt komt de pensionering voor de groep artsen in dienst vanaf oprichtingsjaar UWV steeds meer in zicht. Zij laten dan de groep artsen kort in dienst achter. Omdat de groep artsen in dienst vanaf oprichting UWV uit 27 verzekeringsartsen en 1 ANIOS bestaat ligt vervolgens een (nog) schevere verhouding tussen aantal A(N)IOS en verzekeringsartsen in het verschiet. Het is dus essentieel om de groep verzekeringsartsen die hun opleiding binnenkort afrondt te behouden zodat zij de groep gepensioneerde verzekeringsartsen kunnen vervangen.
Behouden van artsen
55% van de bij UWV Rijnmond gestarte ANIOS zet hun carrière bij UWV niet voort. Vertrekkende ANIOS zijn ook in het ziekenhuis een normale gang van zaken.2 Het zou juist niet wenselijk zijn als ANIOS geheel niet vertrekken of indien artsen bij aanvang dienstverband UWV moeten toezeggen in opleiding te zullen gaan tot verzekeringsarts. De periode als ANIOS is immers ook bedoeld om te kijken of het vak de arts ligt en of de arts er geschikt voor is, dit is niet altijd te voorspellen bij de start van iemands verzekeringsgeneeskundige carrière.
De ervaring in de praktijk leert dat AIOS niet snel de overstap maken van UWV naar een andere werkgever. Veranderen van werkgever tijdens de opleiding brengt het risico van opleidingsvertraging met zich mee en werkgevers buiten UWV halen wellicht liever een verzekeringsarts dan een AIOS binnen. Hoewel exacte data ontbreken blijkt in de praktijk dat verzekeringsartsen die net hun opleiding hebben afgerond in tegenstelling tot AIOS wel open te staan voor nieuwe uitdagingen en kansen buiten UWV. Aanbeveling voor UWV is daarom om nu prioriteit te geven aan het behouden van de groep net afgestudeerde verzekeringsartsen. Dit gaat nu een belangrijke rol spelen. Sinds 2019 studeert namelijk de eerste grote groep af van artsen die sinds 2014 bij UWV is gestart.
Verzekeringsartsen die net hun opleiding hebben afgrond kunnen bij UWV wellicht behouden blijven door het (actief) aanbieden van nieuwe uitdagingen of perspectief, zie hiervoor ook het onderzoeksartikel van Jansen en Noordik elders in dit tijdschrift. Hoe deze uitdagingen of perspectief precies eruit zouden moeten zien, is afhankelijk van de wensen van de individuele verzekeringsarts. Dit kan erg breed zijn, denk aan het volgen van een opleiding, doen van wetenschappelijk onderzoek, het coschap op kantoor coördineren, et cetera.
Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met de bevinding uit dit onderzoek dat de groep AIOS die binnenkort hun opleiding afrondt voornamelijk millennials zijn (geboren tussen 1980-1998). Dit terwijl de meerderheid van de huidige (augustus 2019) verzekeringsartsen babyboomer is (geboren tussen 1946-1964). Uit de literatuur is bekend dat millennials en babyboomers verschillen in wat ze belangrijk vinden op de werkvloer. Babyboomers vinden een degelijk ingericht kantoor met privacy en mogelijkheid tot concentratie belangrijk waarbij hun autonomie gerespecteerd wordt en hun mening gehoord wordt. Dit in tegenstelling tot de drie belangrijkste behoeften van millennials op de werkvloer: contact met collega’s, kansen om zich te ontwikkelen en balans tussen werk en privé.3
Bezwaar en Beroep
De gemiddelde leeftijd van de verzekeringsartsen bij B&B neemt toe, de mediane leeftijd is inmiddels de 60 jaar gepasseerd. Hoewel senioriteit geen nadeel hoeft te zijn in het werk als verzekeringsarts zou verjonging wel bij kunnen dragen aan het toekomstbestendig maken van de divisie B&B.
Artsen werkzaam bij SMZ voorzien de artsen bij B&B van werk. Het is dan ook opmerkelijk te noemen dat de toename van 71 naar 94 artsen bij SMZ (en daarmee de te veronderstellen toename van aantal bezwaardossiers) niet gepaard is gegaan met toename van het aantal artsen bij B&B. Dit vraagt om een apart onderzoek maar zolang dit er niet is, lijkt het verstandig om een betere samenwerking tussen (de artsen van) SMZ en B&B aan te bevelen. Er is immers uiteindelijk één gezamenlijk doel voor SMZ en B&B: de UWV-cliënt.
Sterke punten en beperkingen van dit onderzoek
Sterk punt van dit onderzoek is dat dit het eerste onderzoek is waarbij over een langere periode (ruim 5,5 jaar) de veranderingen in kaart zijn gebracht in de verhouding tussen aantal A(N)IOS en verzekeringsartsen. Belangrijke beperking is dat dit onderzoek alleen de situatie weergeeft voor district Rijnmond. Hiervoor is gekozen omdat er geen landelijke data beschikbaar waren waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen A(N)IOS en verzekeringsartsen. Landelijke cijfers over de leeftijd van artsen werkzaam bij UWV waren wel beschikbaar, zie figuur 3. Hierin vallen net als in figuur 2 ook twee groepen artsen te onderscheiden met in het midden een ontbrekende groep. De aanbeveling om te anticiperen op de te verwachten pensioneringsgolf en daarbij te realiseren dat er een aanzienlijk leeftijdsverschil zit tussen de twee grote groepen artsen (babyboomers versus millennials) lijkt dus ook landelijk van toepassing.
Conclusie
In augustus 2019 waren inmiddels meer A(N)IOS dan verzekeringsartsen werkzaam bij UWV Rijnmond SMZ. Dit vraagt om veranderingen op de werkvloer. Daarnaast blijkt uit dit onderzoek dat veel verzekeringsartsen vanaf oprichtingsjaar UWV in dienst zijn bij UWV Rijnmond. Als deze groep met pensioen gaat, dreigt een verder tekort aan verzekeringsartsen. Essentieel is daarom dat de artsen die binnenkort hun opleiding tot verzekeringsarts afronden komende jaren wel bij UWV blijven werken om zo de verzekeringsartsen die met pensioen gaan te vervangen.
Financiering en belangenverstrengeling
Dit onderzoek werd niet gefinancierd. De auteur gaf geen belangenverstrengeling aan.
Appel-Meulenbroek HAJA, et al. Workplace needs and their support; are millennials different from other generations? Paper gepresenteerd op Twenty fifth annual Pacific Rim Real Estate Society conference; 2019; Melbourne.