Het economisch herstel verloopt goed. De werkloosheid is historisch laag, nog geen 3 procent. In het tweede kwartaal van 2021 waren er maar liefst 333.600 vacatures. Dat zou toch kansen moeten bieden voor de mensen met een arbeidshandicap, waarvan in 2017 maar 32,2% werkte in vergelijking met 72,5% van de mensen zonder arbeidshandicap? De troonrede repte ook al van ‘kansengelijkheid op de arbeidsmarkt’ als een van de ‘grote binnenlandse thema’s’.
In 2020 waren er 260.000 mensen met een lichte belemmering die niet werkten. Wie zijn dat? Van de ruim 800.000 ontvangers van een arbeidsongeschiktheidsuitkering, heeft maar een fractie, 8% (zo’n 65.000 mensen), een gedeeltelijke uitkering. Samen met de WAJONG-ers en degenen die onder de participatiewet en in het doelgroepenregister vallen, waren dit in 2020 samen 272.00 mensen, waarvan ruim de helft niet werkt. Dus zo’n 140.000 mensen met arbeidshandicap en uitkering zijn potentieel beschikbaar voor de arbeidsmarkt.
Dan is er nog de groep zonder uitkering: werklozen zonder recht op bijstand vanwege een verdienende partner; langdurig zieken die na twee jaar niet in aanmerking komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering omdat hun ‘verlies aan verdienvermogen’ minder dan 35% is (jaarlijks zo’n 19.000 mensen. Uitgaande van een totaal van 260.000, betreft deze groep zo’n 120.000 mensen.
Dus er zijn een kwart miljoen mensen met een arbeidshandicap, een iets grotere groep werklozen waarmee zij concurreren in fitheid maar niet in werkervaring, en een derde miljoen open vacatures. Er wordt nu niet naar werk gezocht door 80.000 mensen die direct beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt, omdat ze geen resultaat verwachten. Als we niks doen, gaan ziekteverzuim en werkdruk nog hoger oplopen en zijn we nog verder van huis. Bij- en omscholing gaan zeker helpen om de kloof tussen vraag en aanbod te overbruggen, maar zoals NRC zaterdag 30 oktober kopte: ‘altijd weer die afwijzing’ is een realiteit.
Dus: leidinggevenden moeten als ze een aandoening bij een sollicitant of medewerker vermoeden, niet meer in de stress schieten en afwijzen of ontslaan, maar het gesprek aangaan en werkaanpassingen regelen. Daartoe moeten ze verleid worden, stelt mijn collega Evelien Brouwers. Vertaald naar onze kwart miljoen sollicitanten: zorg dat je als arbeidsgehandicapte eerst (via je netwerk) hebt kunnen laten zien wat je waard bent. Vraag met zelfvertrouwen wat je nodig hebt om je werk goed te doen, respect tonend voor de mogelijkheden en positie van de leidinggevende (en details of medische termen). Zo’n gesprek vergt voorbereiding, zowel voor arbeidsgehandicapten als leidinggevenden. Eerst een goed gesprek met jou als verzekeringsarts, arbeidsdeskundige, bedrijfsarts, of andere zorgverlener lijkt me een uitstekende voorbereiding.