België maakt als een van de eerste landen systematisch gebruik van vragenlijsten bij periodiek medisch onderzoek.1 Het op deze manier vervangen of aanvullen van gezondheidsscreenings door de arbeidsarts kan aantrekkelijk zijn. De effectiviteit hangt echter af van de bereidheid van werknemers om hun werkgerelateerde gezondheids- en functioneringsproblemen kenbaar te maken. Het LIGB onderzocht in 2019 (pre-corona) bij ziekenhuismedewerkers in hoeverre zij werkgerelateerde klachten wilden uiten. Bij deze studie2 werd het fysieke consult met een arbeidsarts afgezet tegen de online of papieren vragenlijst.
In het kader van een grotere studie (clinicaltrials.gov, identifier NCT04684316) stelden we werknemers uit vier Vlaamse ziekenhuizen de volgende vraag: ‘Zou u in een gesprek met de arbeidsarts eerlijk aanduiden dat u problemen heeft met/zich zorgen maakt over uw fysieke gezondheid (fysieke klachten, pijn, ziekte, slaap), uw mentale gezondheid (hoe u zich voelt, stress, burn-out…), een ziekte of kwetsuur die een belemmering vormt bij het uitvoeren van uw huidige job, uw medicatiegebruik of levensstijl (roken, drinken, drugsgebruik, beweging…).’
We stelden dezelfde vraag ook (bij dezelfde respondenten) met betrekking tot een vragenlijst in plaats van de arbeidsarts: ‘Zou u in een vragenlijst eerlijk aanduiden dat u problemen heeft met/zich zorgen maakt over…, et cetera.’ We lieten toe dat de term ‘vragenlijst’ op meerdere manieren werd geïnterpreteerd: papier of online, thuis of op het werk in te vullen, enzovoort. We bevroegen alle werknemers onderhevig aan het periodiek medisch onderzoek, dus niet louter medisch personeel, maar ook technici, managers en administratieve medewerkers. De resultaten werden via chikwadraattoetsen en regressies geanalyseerd.
Kwart is terughoudend
Uit de analyses bleek dat 26 procent van de 776 respondenten bepaalde gezondheidsproblemen niet kenbaar zou maken (aan de arbeidsarts of in een vragenlijst). De regressieanalyses toonden aan dat meerdere kenmerken van werknemers een significante invloed hadden op het al dan niet kenbaar maken van gezondheidsklachten.
Bij mannen, jongeren, lager opgeleiden, werknemers met minder vertrouwen in de arbeidsarts, een hoger medicatiegebruik of minder risico op alcoholmisbruik was sprake van een grotere kans op het achterhouden van informatie voor de arbeidsarts of in een vragenlijst.
Mentale klachten in vragenlijst
Zoals te zien in Tabel 1 waren respondenten daarnaast ook meer geneigd om mentale gezondheidsproblemen in een vragenlijst te melden dan bij een arbeidsarts.
Tabel 1
. Incidentie van het kenbaar maken van werkgerelateerde klachten aan de arbeidsarts en een vragenlijst volgens werkgerelateerd gezondheidsprobleem (n=776).
Ontbrekende waarden werden uit deze tabel verwijderd. Superscript cijfers (1,2, en 3) duiden de significantie van verschillen (in proportietests) tussen vragenlijsten en arbeidsartsen aan in elke categorie: 1 p-value = 0.074, 2 p-value = 0.003, 3 p-value = 0.024.
Intentie om probleem kenbaar te maken aan arbeidsarts
|
Intentie om probleem kenbaar te maken in vragenlijsten
|
|||
---|---|---|---|---|
Problemen met:
|
Ja n (%)
|
Nee n (%)
|
Ja n (%)
|
Nee n (%)
|
Fysieke gezondheid 1
|
708 (91.7%)
|
64 (8.3%)
|
727 (94.2%)
|
45 (5.8%)
|
Mentale gezondheid 2
|
665 (86.1%)
|
107 (13.9%)
|
703 (91.1%)
|
69 (9.0%)
|
Gezondheids-gerelateerde
functionerings-problemen
|
711 (92.3%)
|
59 (7.7%)
|
713 (92.4%)
|
59 (7.6%)
|
Gebruik van medicatie 3
|
722 (93.6%)
|
49 (6.4%)
|
698 (90.4%)
|
74 (9.6%)
|
Levensstijl
|
701 (91.0%)
|
70 (9.1%)
|
700 (90.7%)
|
72 (9.3%)
|
Het omgekeerde gold voor medicatieproblemen: daar bleken respondenten dit eerder bij de arbeidsarts aan te geven dan in een vragenlijst. De andere proportietests waren niet significant.
Conclusie en implicaties voor arbeidsartsen
We zien in deze studie indicaties dat vragenlijsten en fysieke consultaties elk hun eigen krachten en zwaktes hebben als het aankomt op het kenbaar maken van klachten op de werkvloer. Deze moeten meegenomen worden wanneer overwogen wordt om vragenlijsten te gebruiken ter vervanging of aanvulling van medische screening.
Wat is het LIGB?
Het Leuvens Instituut voor Gezondheidszorgbeleid (LIGB), onderdeel van het Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg en Eerstelijnszorg van de KU Leuven, is een onderzoekscentrum gespecialiseerd in de studie van belangrijke beleidskwesties inzake het Belgische en internationale gezondheidsbeleid. Het is een collaborating centre voor de Wereldgezondheidsorganisatie.
Verwijzingen
1.
Koninklijk besluit van 30 januari 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers. Belgisch Staatsblad, 6 februari 2017.
2.
Steel JS, Godderis L, Luyten J. Disclosure in Online vs. Face-to-Face Occupational Health Screenings: A Cross-Sectional Study in Belgian Hospital Employees. International Journal of Environmental Research and Public Health 2021;18(4):1460.