Wat zou ik graag deze column beginnen met een herder. Met het werk van de schaapherder. Omdat je er zo beeldend de verschillende vormen van 'wat wij mensen doen' van Hannah Arendt in terugvindt: arbeiden, werken en handelen. En omdat het zich goed laat verbinden met Michael Sandels Tirannie van verdienste, een pleidooi tegen de meritocratie dat vorig jaar verscheen. En dan zien of in het eeuwenoude werk van de herder betekenis te vinden is voor het werk van de verzekeringsarts. Weet je wat, ik doe het gewoon.
Een verhaal over het werkend bestaan, dat zegt de achterflap van Het herdersleven van James Rebanks. Een verhaal over het Lake District. Dat is het zeker. Maar het is meer. Het boek begint in de klas en toont hoe James en de andere kinderen liever thuis zouden zijn om op de boerderij te werken dan op school, terwijl hun lerares wil dat zij zich verheffen. Dat het werken met schapen waardevol en bewonderenswaardig was, kon zijn juf niet begrijpen: ‘Later begreep ik dat moderne industriële gemeenschappen geobsedeerd zijn door het belang van ‘vooruitkomen’ en ‘iets van je leven maken’. Die opvatting ben ik gaan haten: ‘dat in je dorp blijven en fysiek werk doen weinig voorstelt.’ Het is de obsessie met vooruitkomen die filosoof Sandel ‘de retoriek van het opklimmen’ noemt. Het verhaal van meritocratie vertelt dat niet langer afkomst bepaalt waar je uitkomt, maar hoeveel talent je hebt en hoe hard je werkt. Loon naar verdienste. Je kunt bereiken wat je wilt. En als je geen succes hebt, heb je dat aan jezelf te wijten.
Filosoof Sandel noemt de obsessie met het vooruitkomen ‘de retoriek van het opklimmen’
Sandel laat in Tirannie van verdienste zien hoe succes echter nog steeds verweven is met afkomst, geld en gewoon geluk hebben. De keerzijde van het meritocratisch discours is dat mensen gaan geloven dat zij hun positie ook in moreel opzicht verdiend hebben en ze niet zien hoe hun succes afhankelijk is van anderen. In dit discours is bovendien verweven dat het ene werk meer waard is dan het andere: de bankier verdient meer dan de boer.
In De menselijke conditie denkt Hannah Arendt dieper door dan de tweedeling tussen hoog- en laaggewaardeerd werk. Haar driedeling toont hoe de onderscheiden vormen van ‘wat wij mensen doen’, verschillende condities van ons menselijk bestaan raken.
‘Arbeid’ hangt samen met het biologische leven, wij moeten steeds eten, in stofwisseling met de aarde. De kost verdienen, de kringloop van het land bewerken en het houden van schapen, zoals in Het herdersleven beschreven, vallen hieronder.
‘Werken’ is het maken van niet-natuurlijke dingen, waardoor wij mensen in de wereld kunnen zijn: het bouwen van stallen en cultiveren van het landschap, allemaal taken van de herder.
‘Handelen’ is datgene wat zich alleen tussen mensen kan afspelen: iets afspreken of beloven. Het werken op de gemeenschappelijke weiden in het Lake District berust op afspraken en vertrouwen in elkaar, ‘handelen’ volgens Arendt.
En dan nu het werk van de verzekeringsarts. Dat is niet alleen arbeiden, voor het dagelijks brood en dat van anderen, maar ook werken, aan duurzame instituties in onze wereld. En het is handelen, dat wat zich alleen tussen mensen kan afspelen: afspreken de menselijke maat te zoeken.
Je mooie column zet me aan het denken, Ingeborg. En dat is natuurlijk ook de bedoeling.
Mijn eerste gedachte is dat James Rebank alleen een boek kon schrijven over zijn jeugd en de genoegens van een simpel herdersleven dankzij de inspanningen van zijn juf. Dat kinderen naar school gaan en daar het een en ander leren lijkt me vooral positief.
Meer zorgen moeten we ons maken over de gevolgen van ‘de retoriek van het opklimmen’, met name het idee dat succes een keuze is en dat wie niet mee kan komen dat in belangrijke mate aan zichzelf te danken heeft. Dit idee kleurt het contact (of zo je wilt het handelen) tussen ‘winners’ en ‘losers’, bijvoorbeeld tijdens spreekuurcontacten. In onze spreekuurpopulatie zien we nogal wat mensen die het niet redden in een meritocratische maatschappij. Goed te beseffen dat er ook zoiets als pech bestaat als het gaat om kansen, talenten en gezondheid.