‘De interventie is bedoeld om medewerkers in het primair onderwijs te versterken,’ vertelt Bakhuys Roozeboom. ‘Met name de leerkrachten, maar ook het ondersteunend personeel.’ Ze is onderzoeker bij TNO met als aandachtsgebied duurzame inzetbaarheid en mentale gezondheid van medewerkers. Uit de nationale enquête arbeidsomstandigheden die TNO uitvoert blijkt dat 21% van de mensen in het onderwijs burn-out-klachten heeft. ‘Ook in het basisonderwijs is het percentage heel hoog,’ zegt ze. ‘Het is een sector waar echt iets moet gebeuren, zeker omdat er ook nog eens sprake is van een groot lerarentekort.’

VIVO wordt ontwikkeld in samenwerking met vier basisscholen die onder twee stichtingen vallen: Stip en Cordeo. In 2019 is het project gestart, er werd een interventie opgezet en daar omheen een onderzoek om de effectiviteit ervan te testen. Eind dit jaar komen de resultaten binnen en is het dus mogelijk om de eerste conclusies te trekken.

Stappen

Een van de problemen die Bakhuys Roozeboom heeft gezien is dat het voor leerkrachten vaak moeilijk is om een onderscheid te maken tussen wat echt moet en wat niet. ‘Need to have en nice to have,’ noemt ze dat. ‘Iemand moet heel veel taken doen en weet niet wat het belangrijkste is. Een ander knelpunt dat we veel zien op de scholen is dat leerkrachten last hebben van een hoge administratieve werklast.’

Het project bestaat uit een aantal stappen. ‘Eerst brengen we samen met de scholen de knelpunten in kaart. Welke factoren hebben invloed op de werkdruk en aan welke knoppen moeten we draaien om een verbetering te realiseren?’ legt Bakhuys Roozeboom uit. ‘Daarna gaan we op zoek naar passende oplossingen voor die knelpunten. Die verschillen per school.’

Per school is er ook een werkgroep die bestaat uit de directeur en meerdere medewerkers. ‘De werkgroepen op de scholen implementeren oplossingen, kijken of die werken. Ook ontvangen ze regelmatig updates over werkdruk en de knelpunten die medewerkers ervaren. Indien nodig passen zij op basis hiervan oplossingen aan of kiezen ze andere oplossingen.’ Uiteindelijk is de bedoeling dat ook andere scholen kunnen profiteren van de geleerde lessen.

Wearables

Ze geeft een voorbeeld van een oplossing. ‘Op een school had de werkdruk ook te maken met de communicatie met de ouders. Een oplossing die zij hebben doorgevoerd is een cursus over oudercommunicatie,’ vertelt ze. ‘Een voorbeeld van een heel ander type oplossing is de inzet van wearables waarmee slaap, fysieke activiteit en algemene fitheid wordt gemeten. Doel hiervan is medewerkers te ondersteunen bij het herkennen van signalen van over- en onderbelasting.’

‘We hopen dat we met VIVO een stap hebben gezet richting het verder terugdringen van werkdruk en het vergroten van vitaliteit in het primair onderwijs,’ besluit Bakhuys Roozeboom. ‘Dat de verandering die in gang is gezet bij de vier interventiescholen zich voortzet, en dat ook andere scholen in het primair onderwijs er hun voordeel mee kunnen doen.’