Blij van breedte
Voor Boot is dit haar tweede oratie. Enkele jaren terug werd zij bij de Radboud Universiteit benoemd als bijzonder hoogleraar Organisatie en kwaliteit van werk in de ouderenzorg. Ze onderzoekt daar hoe voortijdige uitval van schaars zorgpersoneel in verpleeghuizen zo goed mogelijk te voorkomen is. In Amsterdam gaat ze op dit spoor verder, maar nu ook met aandacht voor andere sectoren dan de zorg en met oog voor maatschappelijke participatie in de volle breedte. Denk bijvoorbeeld aan onderzoek naar de gezondheidseffecten van beroepsarbeid in combinatie met mantelzorg. Of naar de gevolgen van langer doorwerken voor de gezondheid van chronisch zieken. “Ik word blij van breedte” zegt Boot over het karakter van haar nieuwe opdracht. Ze specialiseert zich liever niet te veel.
Zet kwetsbare werkenden in hun kracht
In het eerste deel van haar voordracht blikt Boot kort terug op haar promotieonderzoek bij het Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) dat destijds in Nijmegen zat. Ze leerde daar uit gesprekken met longpatiënten dat niet zo zeer de ernst van de longproblematiek, maar vooral de mate waarin noodzakelijke aanpassingen in het werk zijn gedaan bepalen of iemand het werk volhoudt of niet. Met passende maatregelen kunnen we werkenden met een chronische ziekte of andere kwetsbaarheden in hun kracht zetten. Daar wil Boot graag aan bijdragen.
‘Onderzoek naar maatregelen en interventies om kwetsbare personen in hun werk of op persoonlijk vlak te ondersteunen zijn broodnodig’
Door de vergrijzing wint haar onderzoek aan urgentie. Boot rekent voor: het aantal ouderen neemt gestaag toe. De noodzaak om langer door te werken om de pensioenen betaalbaar te houden, brengt met zich mee dat er meer werkenden zullen zijn met een of meer chronische ziekten. Een groeiend deel van hen is ook mantelzorger. Onderzoek naar maatregelen en interventies om kwetsbare personen in hun werk of op persoonlijk vlak te ondersteunen zijn dus broodnodig. Denk aan werkplekaanpassingen, het bevorderen van steun van leidinggevenden en collega’s of van iemands veerkracht en zelfredzaamheid. Boot geeft verschillende voorbeelden van onderzoek waar ze samen met anderen al mee bezig is of dat ze graag zou aanpakken. Ze acht het kansrijk dat werkgevers bewezen effectieve interventies ook zullen implementeren. In een schaarse arbeidsmarkt hebben werkgevers die bijvoorbeeld mantelzorg goed faciliteren een streepje voor.
Durf je eigen kwetsbaarheid te tonen
Boot betrekt de samenhang tussen kwetsbaarheid en kracht ook op haar eigen rol als hoogleraar. Ze acht het van groot belang dat senior onderzoekers hun jongere collega’s laten zien dat ze behalve mooie successen ook de nodige tegenslagen ervaren, bijvoorbeeld bij het aanvragen van subsidie. Een afwijzing moet niet als falen worden gezien. Dat hoort er gewoon bij en betekent echt niet het einde betekent van een academische carrière.
Dat dit haar ernst is, blijkt wel uit het feit dat Boot dit onderwerp ook aanroerde in een interview dat een tijdje terug in TBV verscheen. Ze vertelde toen dat je veel kunt leren van dingen die mislukken. En dat je als leidinggevende jongere collega’s moet laten zien dat je niet bang hoeft te zijn als er een keer iets tegen zit. En dat je er als team sterker van wordt als je over en weer open kunt zijn over wat niet goed gaat.
Ik ken Cécile goed genoeg om te weten dat ze dit eerlijk meent. Toch zou ik als lid van haar onderzoeksteam opkijken tegen een vrouw die nog voor ze 45 is al twee leerstoelen bekleedt. Probeer dat maar eens bij te benen!
Joost van der Gulden is redacteur van TBV
Contact: joost.vandergulden@radboudumc.nl