Wat zijn in België de voornaamste redenen tot langdurige arbeidsongeschiktheid? De oorzaken van de instroom in langdurige ongeschiktheid zijn divers en complex. Het aantal personen met gezondheidsproblemen dat instroomt in het Belgische uitkeringsstelsel van de ziekteverzekering neemt jaar na jaar toe. De belangrijkste oorzaken van deze stijging zijn de bevolkingsgroei, vergrijzing (het risico op invaliditeit neemt toe met de leeftijd en piekt tussen 60 en 64 jaar), verhoging van de pensioenleeftijd, ontmanteling van de stelsels voor vervroegd pensioen en brugpensioen Ook de toename van stress-gerelateerde aandoeningen, mentale gezondheidsproblemen en musculoskeletale aandoeningen zijn een belangrijke oorzaak. Verder neemt het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt toe. Zij werken vaker in kwetsbare sectoren zoals de zorg, en moeten hun werk vaak combineren met de zorg voor het gezin. Hierdoor hebben ook zij een verhoogd risico op gezondheidsproblemen. Alhoewel de stijging het grootst is in de oudste leeftijdscategorie, zien we ook een toename bij de jongere populatie.
Hoe scoort België ten opzichte van de rest van Europa?
Dat is moeilijk te zeggen omdat de stelsels overal verschillend zijn. Daarvoor gebruiken we beter de EAK (De Enquete naar de Arbeidskrachten, beschikbaar op https://statbel.fgov.be/nl/enquete/enquete-naar-de-arbeidskrachten-eak, red.). Die peilt naar de hinder van een gezondheidsprobleem die mensen ondervinden in hun dagelijks functioneren. Daaruit blijkt dat een Belg zich in 2019 gezonder voelde dan een Nederlander. Maar feit blijft dat we nu teveel mensen ‘links laten liggen’ en te weinig kansen geven op een beter leven dat ze dankzij werk kunnen opbouwen.
Hoe wilt u daar verandering in brengen?
Door enerzijds te werken aan de instroom in arbeidsongeschiktheid, maar anderzijds ook meer in te zetten op begeleiding naar de arbeidsmarkt van mensen die al langer arbeidsongeschikt zijn. Voor het Terug Naar Werk beleid zijn we daarom vooral geïnteresseerd in wat mensen willen en kunnen. Dat is geen puur medisch verhaal. Dat is veel breder. Daarom zetten we naast artsen ook andere disciplines in, zoals ergotherapeuten en psychologen. De opvolging van het traject gebeurt niet door de ziekenfondsen zelf, maar door partners die expertise hebben op het vlak van werk. Ziekenfondsen behouden wel hun coördinerende rol, vooral via de Terug Naar Werk coördinatoren. [Tekst gaat verder onder kaderartikel]
Het huidige re-integratiebeleid in België.
Een werknemer in België die door gezondheidsproblemen niet kan werken, wordt in de eerste maand doorbetaald door de werkgever. Na 1 maand arbeidsongeschiktheid valt die terug naar maximaal 60% van zijn laatst verdiende loon, betaald vanuit de ziekteverzekering. Sinds 2016 zijn er ‘re-integratie trajecten, gebaseerd op vrijwillige instap en zonder noemenswaardige sancties voor niet-bereidwillige burgers of werkgevers, waarbij kernopdrachten zijn weggelegd voor arbeidsartsen (bedrijfsartsen), adviserend artsen (verzekeringsartsen) en diensten voor arbeidsbemiddeling (VDAB of Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding het equivalent van UWV Werkbedrijf),Arbeidsartsen en hun multidisciplinaire teams, hebben een preventieve rol in het opsporen en interveniëren bij werkgebonden gezondheidsproblemen op de werkvloer. Arbeidsartsen hebben daarnaast een rol in begeleiden van arbeidsongeschikten naar re-integratie, vooral voor burgers die werknemer zijn en dus nog een arbeidsovereenkomst bij een werkgever hebben. |
Doel is re-integratie bij de laatste werkgever, al dan niet in een aangepaste functie of in een andere afdeling van hetzelfde bedrijf. Als dat niet lukt, dan kan de arbeidsarts tijdens een re-integratie traject oordelen dat de werknemer definitief arbeidsongeschikt is voor de job bij die werkgever, en volgt er ‘ontslag om medische redenen’.
De adviserend artsen die met hun multidisciplinaire teams voor de ziekenfondsen werken, controleren of werknemers, zelfstandigen en werklozen recht hebben op de arbeidsongeschiktheidsuitkering, betaald door de ziekteverzekering. Ook zij hebben een rol in begeleiden naar re-integratie, niet uitsluitend, maar vooral voor burgers die intussen geconfronteerd worden met het einde van de arbeidsovereenkomst en dus geen werkgever meer hebben. Hier is re-integratie naar een andere werkgever of zelf in een andere sector aan de orde. Zo kan de adviserend arts de arbeidsongeschikte doorverwijzen naar een opleidingstraject, compatibel met de gezondheidstoestand, zodat de burger zich kan herscholen en opnieuw kans maakt op de arbeidsmarkt. |
De werklast voor adviserend artsen is ook in België groot. U wilt artificiële intelligentie inzetten om de werklast van de adviserend artsen te beperken?
We willen absoluut inzetten op AI, maar niet alleen om de werklast van de artsen te beperken, ook om hen te ondersteunen in het nemen van beslissingen. Begrijp me niet verkeerd, er zal steeds een mens nodig blijven om het maatwerk dat zo’n traject altijd is, te garanderen. Maar als we aan adviserend artsen kunnen aangeven welke impact een bepaalde aandoening heeft op iemand die ongeveer hetzelfde persoonlijk en jobprofiel heeft, dan zijn bepaalde beslissingen beter onderbouwd en ook gemakkelijker uit te leggen aan betrokkenen.
U maakt re-integratie dus speerpunt van uw beleid om de stijging onder controle te krijgen? De oorzaken voor de toename van het aantal uitkeringsgerechtigden in het kader van de ziekteverzekering zijn complex, en de oplossingen liggen op verschillende terreinen en beleidsdomeinen. In het regeerakkoord wordt duidelijk dat dit domein een prioriteit vormt voor de regering. In de eerste plaats moet verder ingezet worden op preventie, een taak die opgepakt wordt door de federale ministers van werk in samenwerking met de regio’s. Waar gezondheidsproblemen toch optreden moeten we werk maken van behandeling via in de eerste plaats een goede gezondheidszorg. De zorgsector wordt er zich meer en meer van bewust dat werk hebben, of stappen naar werk kunnen zetten belangrijk is voor het herstelproces. Zeker waar het gaat om mentale gezondheidsproblemen. Het inzetten op een Terug Naar Werk-traject is met andere woorden een win voor iedereen.
Wat bedoelt u met een ‘win voor iedereen?’
Allereerst omdat werken in een ‘goede’ job een positief effect op de gezondheid heeft. Een ‘goede’ job is een job op maat van de mogelijkheden en wensen van de medewerker. Mensen met een gezondheidsprobleem die de kans krijgen om aan de slag te gaan in een dergelijke job putten daaruit voldoening en ‘erkenning’. Onderzoek toont aan dat dit een positief effect heeft op hun mentaal welzijn en het omgaan met hun aandoening. Mensen die werken, en die zich gewaardeerd voelen omdat ze hun steentje kunnen bijdragen, dragen bij tot het welzijn van alle burgers. De maatschappelijke win is groot. Ook voor bedrijven is het goed. Meer en meer bedrijven worden zich bewust van het belang om het werk zo te organiseren dat langdurige uitval omwille van gezondheidsredenen wordt voorkomen. Ze krijgen meer oog voor een inclusief aanwervingsbeleid om het aanwezige talent binnen te halen en de arbeidsorganisatie daarop af te stemmen. Inclusieve bedrijven doen het ook economisch beter. Bovendien is aangetoond dat hoe laagdrempeliger dienstverlening opgezet wordt, hoe meer er gebruik van gemaakt wordt en hoe sneller actie ondernomen wordt.
Hoe wil u laagdrempelige snelle interventie opzetten?
De inzet van een Terug Naar Werk (TNW)-coördinator heeft vooral de bedoeling om mensen met gezondheidsproblemen vroeger en gerichter de Terug Naar Werk -weg te tonen en op die manier de instroom in een traject en de uitstroom naar een gepaste job te versnellen en te verhogen. Een traject dat ondersteund wordt door een TNW-coördinator is met andere woorden geen ander traject dan de huidige bestaande trajecten. De TNW-coördinator zorgt er juist voor dat de bestaande (federale en regionale) dienstverlening efficiënter wordt ingezet.
Wat zijn de belangrijkste principes in het Terug Naar Werk plan?
We gaan uit van vier principes. Allereerst willen we zo snel mogelijk detecteren of er sprake is van de mogelijkheid om een TNW-traject te starten. Daarmee bedoelen we concreet dat we zo snel mogelijk willen weten of mensen na een periode van ziekte al of niet regulier terug zullen kunnen naar hun job of hun werkgever. Ook willen we weten of er ondersteuning nodig zal zijn in het TNW-traject. Sommige mensen zijn zelfredzaam of hebben een bestaande ondersteuningscontext die ervoor zorgt dat stappen zetten naar werk geen extra ondersteuning vraagt.Ten derde willen zo snel mogelijk kunnen vaststellen welke ondersteuning en aanpassingen er nodig zullen zijn. Tot slot willen we betrokkenen zo snel mogelijk in contact brengen met de juiste dienstverlener. Bovendien blijven we uitgaan van een vrijwillige keuze van de persoon in kwestie, maar zorgen we wel voor een systematische, outreachende en aanklampende aanpak.
Waarom worden deze TNW-coördinatoren gelinkt aan de ziekenfondsen?
Dit heeft te maken met verschillende aspecten zoals de bereikbaarheid en de toegankelijkheid. Elke inwoner in België is aangesloten bij een ziekenfonds. Bovendien is dat ziekenfonds altijd als eerste op de hoogte van het bestaan van een gezondheidsprobleem. Een inbedding van de TNW-coördinator bij het ziekenfonds zal ervoor zorgen dat een sluitende aanpak gegarandeerd wordt. Beroep doen op een regionale arbeidsbemiddelingsdienst vergt een extra handeling, zoals aanmelding of inschrijving. Bovendien rekent nog niet elke regio deze doelgroep tot zijn prioritaire groepen. Een inbedding bij een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (equivalent van arbodienst, red.) zit gekoppeld aan ‘werknemer’ zijn, terwijl we een routing voor ogen hebben die gelijkloopt voor elke persoon met een gezondheidsprobleem, los van het bestaan van een arbeidsovereenkomst en los van de terugkeermogelijkheden naar de eigen werkgever. Maar ook het streven naar het optimaal gebruik van bestaande gegevensstromen is een belangrijk argument. Het getuigschrift arbeidsongeschiktheid (het attest dat de behandelende arts opmaakt opdat de afwezigheid van het werk gelegitimeerd zou zijn, red.) wordt nu reeds ingevuld door de huisarts en wordt door de werknemer aan zijn of haar ziekenfonds bezorgd. We creëren geen extra formulier, geen extra gegevensstroom, maar gebruiken de informatie op een andere manier. We doen dit met respect voor de privacy en de GDPR-regelgeving.
Zodra de re-integratie trajecten lopen, zullen financiële prikkels ingevoerd worden, blijkt uit uw beleidsnota? Voor wie, wanneer en hoe?
Het TNW-coördinatieplan voert in wat prioritair is, met name een outreachende, aanklampende aanpak die gericht is op het aanbieden van ondersteuning en begeleiding. Maar dat plan zal alleen werken als elke partij zijn verantwoordelijkheid opneemt. Daarom werd er ter gelegenheid van de begrotingscontrole een responsabiliseringsplan uitgewerkt. Alle partijen worden daardoor gevat. Zowel de werkgevers, als de werknemers en de ziekenfondsen, maar ook de regio’s en de voorschrijvers van de arbeidsongeschiktheid, zoals de huisartsen. Maar het traject blijft vrijwillig. De persoon in kwestie krijgt altijd het laatste woord in de bepaling of hij/zij klaar is om stappen naar werk te zetten. De responsabilisering gaat over de verwachting dat een verzekerde informatie geeft om een inschatting te maken en tenminste één gesprek heeft met de Terug Naar Werk-coördinator. Bij werkgevers en de ziekenfondsen verwachten we dat ze inzetten op een goed beleid. Van de regio’s verwachten we dat ze de begeleiding naar werk van deze doelgroep ter harte nemen en van de huisartsen dat ze omzichtig omspringen met het voorschrijven van arbeidsongeschiktheid. Bovendien gaan we hen ook adviseren in het voeren van gesprekken over de terugkeer naar werk van hun patiënten, zodat ze hen gericht en snel kunnen doorverwijzen. Alle maatregelen hebben pas effect vanaf 2023, maar we gaan in 2022 wel al communiceren over de maatregelen, zodat alle partijen goed op de hoogte zijn en weten wat ze kunnen verwachten.
Zijn de herscholingstrajecten via de arbeidsbemiddeling een succes?
Alleen de wet spreekt nog over ‘herscholingstrajecten’. Wij noemen het Terug Naar Werk trajecten. Bij het ontstaan van de wetgeving ging men ervan uit dat er altijd een volledige omscholing nodig was om iemand terug aan het werk te krijgen. Nu weten we beter. Van de trajecten in Vlaanderen bevat maar 1 op de 3 een opleiding. Bij de andere trajecten gaat het veel meer om het goed analyseren van wat nog wel kan en dan zo snel mogelijk een job zoeken die past bij de mogelijkheden. Dat kan bij een werkgever zijn waar nog een contract mee bestaat, maar evengoed bij een nieuwe werkgever.
En hoe verlopen de re-integratietrajecten via de arbeidsartsen?
De trajecten via de Externe Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk zijn altijd gericht op de terugkeer naar de eigen werkgever. Daar zie je twee duidelijke tendensen. Je hebt informele trajecten en die komen het vaakst voor, maar blijven teveel buiten beeld. Het gebeurt gelukkig steeds vaker dat iemand die een gezondheidsprobleem heeft, samen met de werkgever zoekt naar een oplossing. Die trajecten geven ook de grootste kans op succes. Daarnaast heb je de formele re-integratietrajecten. Zoals die nu bestaan, worden ze vooral opgestart als werknemer of werkgever geen oplossing meer zien. Dat is totaal contradictorisch, ik weet het. Maar zo zit het wettelijk kader voorlopig nog in elkaar. Mijn federale collega van werk, minister Dermagne, is volop bezig met het aanpassen van de wetgeving. Het loskoppelen van het re-integratietraject en de verbreking van een arbeidsovereenkomst omwille van medische overmacht is daar onderdeel van. Alles wat te maken heeft met de arbeidsartsen is de bevoegdheid van de minister van werk. Maar onze beleidscellen werken heel nauw samen. Dat zal ervoor zorgen dat een traject dat bij de eigen werkgever niet goed loopt, naadloos kan overgaan in een traject naar een andere werkgever.
Wat is de rol van ‘disability managers’ in dit plan?
De TNW-coördinatoren zullen allemaal verplicht worden om de opleiding Disability Management te volgen, zoals die bij ons centraal georganiseerd wordt door het RIZIV (https://www.riziv.fgov.be/nl/themas/reintegratie/Paginas/disability-management-opleidingen.aspx, red.). De ziekenfondsen krijgen extra middelen om de TNW-coördinatoren in dienst te nemen. Via registraties van de acties die de TNW-coördinatoren ondernemen en de resultaten die ze behalen, kunnen we de uitvoering van ons beleid opvolgen en eventueel bijsturen. De werkgevers van die TNW-coördinatoren worden via hun financiering gestimuleerd om voldoende TNW-coördinatoren in te zetten. Maar ook de behaalde resultaten zullen geleidelijk aan een grotere impact hebben op de beleidsfinanciering.
Is onze arbeidsmarkt eigenlijk wel voldoende inclusief om mensen met beperkingen te re-integreren?
Mijn visie daarop is eenvoudig. We kampen, zelfs in COVID-tijden, met een krapte op de arbeidsmarkt. Werkgevers die inzetten op het waarderen van wat mensen kunnen en hen kansen geven om te groeien, ondanks een gezondheidsprobleem, dat zijn de bedrijven die een gezonde toekomst tegemoet gaan. Het is vooral Amerikaans onderzoek dat aantoont dat bedrijven die werk maken van inclusie door onder meer kansen te geven aan mensen met een beperking of gezondheidsprobleem, het economisch beter doen dan hun concurrenten die daar niet op inzetten. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat je talent aanboort dat anderen links laten liggen. Als je focust op competenties, komt inclusie vanzelf.
De arbeidsongeschikte zelf moet na drie maanden een vragenlijst invullen. Wat houdt dit in?
We gebruiken nu al een aantal jaren een vragenlijst die mensen die 10 weken of langer ziek zijn, invullen. Het gaat enerzijds om vragen die ons een beeld geven van de gezondheidssituatie, maar ook hoe de persoon die zelf ervaart en de mate waarin hij/zij denkt begeleiding nodig te hebben bij een Terugkeer Naar Werk. Dankzij onderzoek weten we dat die zelfevaluatie een belangrijke voorspellende factor is. Daar hechten we dus veel belang aan.
Om arbeidsongeschikten te overtuigen de stap naar werk te zetten, plant u een online rekeninstrument?
In België bestaat het systeem van gedeeltelijke werkhervatting. Dat betekent dat mensen een uitkering kunnen combineren met loon. Dat kan om heel kleine jobs gaan. Het is bijvoorbeeld perfect mogelijk dat iemand 4 uur per week werkt, en de rest thuis blijft en daarvoor een uitkering krijgt. Maar ook een job van 80% is mogelijk. Het is niet zo gemakkelijk om te berekenen wat dat betekent voor je inkomen. Daar gaan we die rekentool voor bouwen. We willen mensen met harde cijfers laten zien dat het altijd loont om te gaan werken, zelfs al gaat het maar om een zeer beperkt aantal uren.
We geloven er bovendien in dat het overgrote deel van onze burgers met gezondheidsproblemen echt wel zo snel mogelijk terug aan het werk wil. Maar vaak weten ze niet hoe. Hetzelfde geldt voor werkgevers. Toen we onze responsabiliseringsmaatregelen voorstelden kregen we aanvankelijk veel kritiek. Maar nogmaals, voor ons blijft het traject altijd een vrijwillige keuze. Als een persoon vindt dat hij/zij er niet klaar voor is dan bepalen we samen een nieuwe datum om in gesprek te gaan. En daar zetten we de responsabilisering ook op in: mensen moeten ons informatie willen geven en moeten het gesprek willen aangaan. Want die eerste stap is zo ontzettend belangrijk.
Hoe reageert u op de kritiek in de Belgische media toen u in najaar 2021 uw plannen voorstelde?
We begrijpen dat responsabilisering delicaat is als het om zieke mensen gaat. Maar we luisteren naar de kritiek en zoeken samen met de betrokkenen naar alternatieven. Want eigenlijk wil iedereen hetzelfde: kansen krijgen en geven. En eigenlijk is iedereen het er ook over eens dat mensen die het kunnen, de kansen moeten grijpen. Dat moet ook blijken uit de maatregelen die we opleggen.
Met welke boodschap voor Belgische arbeidsartsen en verzekeringsartsen wil u afsluiten?
Ik hoorde onlangs een verzekeringsarts pleiten voor een paradigmashift als het om verzekeringsgeneeskunde gaat. En dat vind ik wel een mooie. Verzekeringsgeneeskunde mag niet naast een behandelingstraject staan, maar moet er integraal deel van uitmaken. Want werken aan een terugkeer naar werk, is werken aan je herstel.