Voor Rosanne Schaap begon het met een studie Gezondheidswetenschappen, waarna ze een master deed op het gebied van beleid in de gezondheidszorg. Daarna startte ze een promotietraject, waar ze nu 3.5 jaar mee bezig is. Het project Grip op Gezondheid is daar onderdeel van.
Met werkenden met een lagere sociaaleconomische positie bedoelt Schaap een groep die vaker fysiek werk verricht of lager opgeleid werk verricht, en ongunstigere werk- en leefomstandigheden heeft, waardoor ze een groter risico hebben op gezondheidsproblemen of uitval door werk. ‘Dat willen wij preventief aanpakken, om te voorkomen dat mensen gezondheidsproblemen ontwikkelen en vroegtijdig uitvallen,’ vertelt ze.
In de groep waar ze zich mee bezighoudt ziet ze vaker problemen op meerdere levensdomeinen. ‘Zo is de woonsituatie vaak ongezonder, het werken zwaarder en hebben ze vaker een ongezonde leefstijl. Daar komt bij deze mensen vaak minder vaardig zijn in het oplossen van problemen.’ De problemen stapelen zich dan op en hebben invloed op elkaar, waardoor het steeds lastiger wordt om eruit te komen. ‘Mensen kunnen in een negatieve spiraal terechtkomen.’
Grip op gezondheid
Centraal staat de vraag hoe de gezondheid van deze doelgroep kan worden verbeterd. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door het ZonMW-preventieprogramma Werk(en) is gezond, waarin onderzoeksprojecten worden gesubsidieerd die de gezondheid op de werkvloer bevorderen. ‘Omdat deze mensen het vaak moeilijk vinden om problemen op te lossen, is het goed als ze daarbij ondersteuning krijgen,’ vertelt Schaap. ‘Grip op Gezondheid is een gespreksmethodiek die daarbij moet helpen.’ De methodiek wordt tijdens het project in de praktijk geëvalueerd.
Bedrijfsartsen, maar ook andere zorgprofessionals, kunnen de gespreksmethodiek toepassen bij een werknemer. ‘Daarbij inventariseren ze gestructureerd en stapsgewijs de problemen op meerdere levensdomeinen en mogelijke oplossingen daarvoor. Welke dingen spelen er die van invloed kunnen zijn op je functioneren?’, zegt Schaap. Vervolgens kijken arts en werknemer samen welke problemen kunnen worden aangepakt en welke oplossingen er zijn. ‘Daarna kunnen ze toewerken naar een plan van aanpak. De professional is in de rol van procesbegeleider, de regie ligt bij de werknemer.’
Schaap en haar collega’s ontwikkelden een fysieke training voor professionals, die binnen het onderzoek werden getraind om de gespreksmethodiek te gebruiken. ‘We vroegen hen het gelijk in de praktijk toe te passen,’ vertelt ze. Daarna interviewden de onderzoekers hen over hun ervaringen. ‘Hoe verliep het, wat vond je ervan, was het waardevol? Ook hebben we de werknemers geïnterviewd over wat zij van de gesprekken vonden en of het hen hielp in het verbeteren van de gezondheid. Het werd als heel positief ervaren. De methodiek geeft meer inzicht in problemen die invloed hebben op het functioneren op het werk.’
Communicatie
Een van de dingen die uit het onderzoek naar voren kwam, was het belang van samenwerken tussen zorgprofessionals op verschillende domeinen. ‘Als de bedrijfsarts problemen signaleert buiten het werk, kan hij de werknemer doorverwijzen naar de huisarts of praktijkondersteuner. Het is van belang dat die zorgprofessionals gaan samenwerken.’ Zo kan een huisarts of praktijkondersteuner ook problemen op meerdere levensdomeinen inventariseren. ‘Die kan dan contact opnemen met de bedrijfsarts als er problemen op het werk spelen,’ zegt Schaap.
Om meer mensen kennis te laten maken met de methodiek, ontwikkelde het onderzoeksteam een e-learning voor zorgprofessionals binnen en buiten het domein arbeid en gezondheid. ‘Daarin kunnen mensen kennismaken met de methodiek en achtergrondinformatie krijgen,’ vertelt Schaap. ‘Het eerste deel gaat over multi-problematiek, problemen op meerdere levensdomeinen: wat is het en wat is de invloed daarvan op gezondheid? Daarna bespreken we het begrip positieve gezondheid.’ Deze term komt van het Institute for positive health. ‘Het is een nieuwe definitie van gezondheid. Gezondheid is namelijk meer dan alleen de afwezigheid van ziekte.’
Het derde hoofdstuk van de e-learning gaat over de Participatieve Aanpak. ‘Wij hebben dat als uitgangspunt genomen voor Grip op Gezondheid, maar doorontwikkeld aan de hand van positieve gezondheid,’ vertelt Schaap. ‘De Participatieve Aanpak is ook een gespreksmethodiek, maar alleen voor het bespreken en oplossen van knelpunten op het werk.’ Binnen dit project werd de Participatieve Aanpak doorontwikkeld, zodat ook knelpunten buiten het werk konden worden meegenomen. Tenslotte wordt er in de e-learning ook aandacht besteed aan arbocuratieve samenwerking.
Praatplaat
Naast de e-learning ontwikkelden de onderzoekers ook materiaal dat kan dienen als ondersteuning tijdens een gesprek. Zo is er de praatplaat, een formulier met al die verschillende levensdomeinen, zoals thuis, werk en leefstijl. ‘Deze is bedoeld om het gesprek op gang te brengen en voor het inventariseren van problemen,’ vertelt ze. ‘Ook hebben we kaartjes die de zorgprofessional en werknemer kunnen gebruiken bij de brainstorm over oplossingen.’
De e-learning kan worden gevonden via deze link. Hier kun je ook een account aanmaken en daarna is de e-learning te vinden onder ‘Occupational Health’.