Een Duitse onderzoeksgroep van het Berlin Institute of Health wijdde in 2021 een review-artikel aan technostress. Een term die verwijst naar de negatieve effecten van het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT).
Technostress gaat concreet over het gebruik van computer en smartphone, internet, e-mail, app’s en informaticatoepassingen op het werk. In research over technostress, zijn techno-overload, techno- invasion en techno-insecurity vaak gebruikte termen. Het technostressmodel is gebaseerd op Lazarus’ transactietheorie van stress uit de organisatiepsychologie, om de omstandigheden te benadrukken waaronder ICT-blootstelling negatief wordt ervaren. Digitalisering en de invloed ervan op werk en gezondheid, kent een groeiende interesse in het wetenschappelijk onderzoek. Een Duitse onderzoeksgroep die is verbonden aan Berlin Institute of Health, wijdde er in 2021 een review-artikel aan. De publicatie is vrij beschikbaar op ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7924034.
Borle & co verzamelden in juni 2020 op systematische wijze – conform de PRISMA-richtlijnen – artikelen uit PubMed, PubMed Central, Web of Science, Scopus, PsycInfo en PsycArticles. Wat is de rol van de sociaaleconomische positie (SEP) in wetenschappelijk onderzoek naar verbanden tussen blootstelling aan werkgerelateerde technostressoren en de gezondheids- of werkresultaten? De Duitse onderzoeksgroep gaf als context dat de stelling dat ’technostress vaker voorkomt bij hogeropgeleiden’1 weleens kritiekloos wordt geponeerd. In hun review-artikel namen ze die stelling onder de loep.
Niet representatief
Van de gevonden 450 artikelen werden er 21 weerhouden voor de review. Voor de 13 meest relevante studies werden percentages van werknemers met universitair diploma vergeleken met de opleidingsdata van de World Bank: voor 11 van de 13 studies bleek dat de gekozen onderzoekspopulatie niet representatief was voor de bevolking, maar voornamelijk uit hoogopgeleiden bestond. Burgers met een lagere SEP hadden een lagere response rate en waren dus ondervertegenwoordigd in de studies. De enige twee studies, met representatieve steekproef, rapporterend over SEP en technostress, kwamen uit Zweden.
Zweedse studies inconclusief
Bevindingen met betrekking tot verschillen in technostress verspreid over de verschillende socio-economische groepen waren in de review niet overtuigend.
Zelfs de Zweedse studieresultaten waren inconclusief: beide Zweedse studies brachten aan het licht dat werknemers met een hogere SEP meer technostress – en vooral meer techno-overload en techno-invastion – rapporteerden, maar de statistische tests toonden geen significante verschillen.
Burgers met een lagere SEP hadden een lagere response rate
Lagere klassen ondervertegenwoordigd
De Duitse onderzoeksgroep toonde vooral aan dat het onderzoek dat al gebeurde inzake SEP en technostress, veelal vertekend is: er is een steekproefbias in de zin dat werknemers van lagere socio-economische klassen ondervertegenwoordigd zijn in research naar technostress. Publicaties over technostress en zelfs het gehele technostressmodel – ontwikkeld op basis van studiemonsters die uitsluitend hoge SEP-beroepen omvatten – dienen dus met omzichtigheid gelezen te worden. Of anders gezegd: lees je een wetenschappelijke studie over blootstelling aan werkgerelateerde technostressoren en de gezondheid en werk, check dan even of de steekproef niet vooral uit hoogopgeleiden bestaat en derhalve niet respresentatief is voor de hele werkende populatie.
Prem Borle, Kathrin Reichel en Susanne Voelter-Mahlknecht. Is there a sampling bias in research on work-related technostress? A systematic review of occupational exposure to technostress and the role of socioeconomic position. Int J Environ Res Public Health. 2021 Feb; 18(4): 2071.
Referentie
1. Tabel 1 uit de studie: ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7924034/table/ijerph-18-02071-t001/?report=objectonly