De huidige wetenschappelijke literatuur geeft geen aanwijzingen dat chroom-6 uit een medisch implantaat in het lichaam tot ernstige gezondheidseffecten leidt. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM, in opdracht van het ministerie van VWS. Het meeste chroom-6 wordt meteen omgezet in de minder schadelijke vorm chroom-3. Een klein deel chroom-6 kan in het bloed komen en zo in het lichaam verspreid worden. Met de wetenschappelijke kennis van nu is het niet mogelijk om precies te bepalen hoe groot deze blootstelling is. Wel dat de blootstelling geen ernstige effecten heeft. Enkele onderzoeken vermelden een grotere kans op metaalallergie bij mensen met een implantaat waar chroom in zit. Maar dit komt bijna nooit voor en veroorzaakt geen ernstige klachten. Metaalallergie kan ook door andere metalen in implantaten worden veroorzaakt. Het implantaat zelf kan lokale effecten veroorzaken, zoals irritatie of ontsteking. Deze klachten zijn niet gerelateerd aan chroom-6. Dit onderzoek is gedaan omdat uit eerder onderzoek bleek dat blootstelling aan chroom-6 tijdens het werk schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Dat heeft met verschillende factoren te maken. Bijvoorbeeld of mensen met grote hoeveelheden van de stof in contact komen, hoe vaak en op welke manier (bijvoorbeeld via inademen of inslikken).
Chroom in implantaten levert geen gezondheidsschade op
In verschillende metalen medische implantaten, zoals voor heupen en knieën, zit chroom verwerkt. Chroom kan in de schadelijke vorm chroom-6 vrijkomen als het implantaat in contact komt met lichaamsvloeistoffen rondom het implantaat. Het RIVM heeft daarom onderzocht of mensen met zulke implantaten worden blootgesteld aan chroom-6 en of dat schadelijk is voor hun gezondheid.