Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Re-integreren en werken met een stoma

Ankie van den Oord
Nederland telt circa 38.000 mensen met een stoma. De redenen voor een stoma lopen uiteen, bijvoorbeeld ten gevolge van colon- of blaascarcinoom, de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa. De klachten en beperkingen die door een stoma kúnnen ontstaan zijn divers en kunnen leiden tot fysieke, mentale en praktische beperkingen.1,2 Deze complicaties of klachten door het stoma kunnen van invloed zijn op de kwaliteit van leven.3,4
Tussen 2010 en 2013 heeft een uitgebreid onderzoek plaatsgevonden naar kwaliteit van leven van mensen met een stoma.3 Hieruit kwam naar voren dat een aantal sociaal-demografische en klinische variabelen een betere kwaliteit van leven voorspellen. Een daarvan was werkzaam zijn of vrijwilligerswerk doen.
Werk zou bij stomapatiënten dus gestimuleerd moeten worden. Het is echter voorstelbaar dat het stoma van invloed kan zijn op het werkvermogen, afhankelijk van aard en mate van klachten of beperkingen door het stoma en het soort werk dat iemand doet.

Onderzoek

Centraal in dit onderzoek stond de vraag hoe re-integreren met een stoma wordt ervaren, welke klachten en beperkingen in werk er door een stoma kunnen ontstaan en wat kan helpen om het re-integreren en het werken met een stoma te verbeteren. De groep die door het stoma moest stoppen of veranderen van werk is nader beschouwd.
Middels een online vragenlijst, opgesteld in samenwerking met ervaringsdeskundigen van de Stomavereniging, werden antwoorden op de onderzoeksvragen verkregen. De lijst werd aan de leden van de stomavereniging en via sociale media aangeboden.

Resultaten

In totaal namen 1130 respondenten deel. Na selectie op in- en exclusiecriteria (ten tijde van het plaatsen van het stoma ≤ 64 jaar zijn en betaald werk hebben) bleef een onderzoekspopulatie van 672 respondenten over. Gemiddeld was de stoma 11,3 jaar geleden aangelegd, variërend van 1,8-21,1 jaar (SD = 9,5 jaar). Het merendeel was tevreden tot zeer tevreden over de kennis en begeleiding tijdens de re-integratie door de bedrijfsarts, de steun van werkgever en collega’s. Steunend tijdens de re-integratie was een goed opbouwschema zonder druk, begrip van werkgever en collega’s, passend werk rekening houdend met beperkingen in energie en tillen, beschikbaarheid van een toilet en mentale ondersteuning.

Tabel 1: Stoma en werk.

Na stoma moeten veranderen of stoppen met werk? (n=566)
Ja
126 (22,3%)
Nee
440 (77,7%)
Na stoma gere-integreerd in werk? (n=557)
Ja en ik ben ook bij een bedrijfsarts geweest.
297 (53,3%)
Ja, maar ik ben niet bij een bedrijfsarts geweest.
59 (10,6%)
Nee, maar ik ben wel bij een bedrijfsarts geweest.
96 (17,2%)
Nee en ik ben ook niet bij een bedrijfsarts geweest.
93 (16,7%)
Nee, wel naar een vrijwillige functie.
12 (2,2%)
Wie op het werk is op de hoogte van uw stoma? (n=450)
Niemand op de hoogte.
10 (2,2%)
Werkgever / leidinggevende / HR.
16 (3,6%)
De directe collega’s / hele team.
155 (34,4%)
Combinatie werkgever / leidinggevende / directe collega’s / hele team / anders.
243 (54,0%)
Anders.
26 (5,8%)
Gemiddelde afname van het aantal uren per week na stoma
Respondenten die na het stoma niet hoefden te stoppen of veranderen van werk.
2,7 (SD 7,1)
Respondenten die na het stoma wel moesten stoppen of veranderen van werk.
13,3 (SD 11,8)
De bedrijfsarts zou de re-integratie kunnen verbeteren door meer stoma-specifieke kennis, het regelen van sanitaire voorzieningen, uitleg aan werkgever, aandacht voor openheid en het mentale aspect van het dragen van een stoma, begrip en goed luisteren, aandacht voor late gevolgen (onder meer vermoeidheid) en toekennen van beperkingen in werk door het stoma (zie box 1).

In tabel 2 zijn zowel de ervaren belemmeringen als de ervaren beperkingen in werk weergegeven. Belemmeringen in werk liggen met name op het gebied van tillen en dragen, onzekerheid over beschikbaarheid toilet, verminderde energie, lekkage, last van of zorg om een vol stomazakje en knielen en buigen.

Tabel 2: Klachten door het stoma en belemmeringen in werk.

Beperkingen door het stoma (n1)
Mate van belemmeringen in werk door de klachten bij het stoma (n2)
Nooit
Zelden
Soms
Altijd
Niet
belemmerd
Beetje belemmerd
Ernstig belemmerd
Ik kan minder tillen / dragen. n1 = 572 n2 = 506
58
(10,1%)
70
(12,2%)
179
(31,3%)
265
(46,3%)
195
(38,5%)
232
(45,9%)
79
(15,6%)
Last van storende geur.
n1 = 579 n2 = 468
214
(37,0%)
211
(36,4%)
148
(25,6%)
6
(1,0%)
325
(69,4%)
135
(28,9%)
8
(1,7%)
Last van storend geluid.
n1 = 582 n2 = 488
110
(18,9%)
230
(39,5%)
227
(39,0%)
15
(2,6%)
320
(65,6%)
155
(31,8%)
13
(2,7%)
Last van angst schaamte of psychische klachten door stoma. n1=588 n2=480
271
(46,1%)
156
(26,5%)
137
(23,3%)
24
(4,1%)
314
(65,4%)
142
(29,6%)
24
(5,0%)
Huidklachten door stoma.
n1 = 592 n2 = 504
121
(20,4%)
202
(34,1%)
238
(40,2%)
31
(5,2%)
358
(71,0%)
131
(26,0%)
15
(3,0%)
Last van onzekerheid beschikbaarheid toilet. n1 = 577 n2 = 494
172
(29,8%)
149
(25,8%)
196
(34,0%)
60
(10,4%)
256
(51,8%)
181
(36,6%)
57
(11,5%)
Minder energie. n1 = 587 n2 = 515
101
(17,2%)
86
(14,7%)
200
(34,1%)
200
(34,1%)
164
(31,8%)
214
(41,6%)
137
(26,6%)
Last van lekkage. n1 = 591 n2=508
93
(15,7%)
229
(38,8%)
252
(42,6%)
17
(2,9%)
247
(48,6%)
226
(44,5%)
35
(6,9%)
Pijn door stoma. n1 = 583 n2 = 448
284
(48,7%)
164
(28,1%)
120
(20,6%)
15
(2,6%)
342
(76,3%)
91
(20,3%)
15
(3,4%)
Last van zorg om vol zakje. n1 = 583 n2 = 497
115
(19,7%)
186
(31,9%)
214
(36,7%)
68
(11,7%)
214
(43,1%)
232
(46,7%)
51
(10,3%)
Lastig kunnen knielen / buigen door stoma. n1 = 579 n2 = 487
149
(25,7%)
133
(23,0%)
180
(31,1%)
117
(20,2%)
223
(45,8%)
188
(38,6%)
76
(15,6%)
Stoma belemmert slaap. n1 = 576 n2 = 470
245
(42,5%)
170
(29,5%)
116
(20,1%)
45
(7,8%)
301
(64,0%)
132
(28,1%)
37
(7,9%)
Stoma belemmert om snel te kunnen lopen. n1 = 564 n2 = 457
276
(48,9%)
130
(23,1%)
100
(17,7%)
58
(10,3%)
299
(65,4%)
122
(26,7%)
36 (7,9%)
De respondenten die moesten stoppen of veranderen van werk ervoeren na aanleg van het stoma vaker en sterkere belemmeringen in werk en de afname van het aantal uren werk per week was groter (gemiddeld 13,3 uur (sd=11,8) versus 2,7 uur (sd=7,1), p<0,001).
Het werken met een stoma zou bevorderd kunnen worden door betere toiletfaciliteiten, douche en omkleedruimtes, tijd, begrip, openheid, en verminderen van taboe rond het dragen van een stoma.

Box 1: Verbeteraspecten voor bedrijfsartsen in de begeleiding tijdens de re-integratie.

1. Meer stoma-specifieke kennis.
2. Regelen sanitaire voorzieningen.
3. Uitleg aan werkgever, openheid maar ook met aandacht voor eventuele risico’s hiervan.
4. Begrip, tijd nemen en goed luisteren.
5. Aandacht voor mentale aspect van het dragen van een stoma.
6. Aandacht voor vermoeidheid en late gevolgen.
7. Beperkingen toekennen bij zwaar werk / beperking in tillen / zo nodig aanpassen van werk.

Conclusie

Op basis van de antwoorden op de vragen kan worden geconcludeerd dat re-integratie naar werk na een stoma in veruit de meeste gevallen naar tevredenheid verloopt. Toch neemt het aantal uren dat gewerkt wordt af na het aanleggen van een stoma en moet bijna een vijfde veranderen van functie of stoppen met werk.
Het onderzoek liet zien dat volgens de deelnemers de bedrijfsarts de re-integraties zou kunnen bevorderen en wel door het vergroten van zijn stoma-specifieke kennis, door te ondersteunen in het regelen van passende sanitaire voorzieningen, informatie en uitleg te geven aan werkgevers en door aandacht te hebben voor vermoeidheid en het mentale aspect bij het stoma (Box 1).
Het artikel is gebaseerd op het onderzoek van Ankie van den Oord dat is uitgevoerd ten tijde van de opleiding tot bedrijfsarts (SGBO), onder begeleiding van Judith Bos, scriptiebegeleider en docent van de SGBO. Het artikel is in aangepaste vorm ook aangeboden aan MAGMA het tijdschrift voor MDL-artsen.

Ankie van den Oord is bedrijfsarts, Den Bosch (ankie.van.den.oord@arboned.nl)

Referenties

1. Claessens I, Probert R, Tielemans C, Steen A, Nilsson C, Andersen BD, Størling ZM (2015). The ostomy life study: the everyday challenges faced by people living with a stoma in a snapshot. Gastrointestinal Nursing, 13(5), 18-25.

2. Ayaz-Alkaya S. (2018). Overview of psychosocial problems in individuals with stoma: A review of literature. International Wound Journal, 16(1), 243-249.

3. Jansen F, van Uden-Kraan CF, de Leeuw IM (2013). Kwaliteit van leven van stomadragers. De Nederlandse Stomavereniging.

4. Vonk-Klaassen SM, de Vocht HM, den Ouden MEM, Eddes EH, Schuurmans MJ (2015). Ostomy-related problems and their impact on quality of life of colorectal cancer ostomates: a systematic review. Quality of Life Research, 25(1), 125- 133.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.