Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

‘Bedrijfsarts moet meer evidence-based werken’

Diederik Wieman

Evidence-based werken is bij medisch specialisten in academische ziekenhuizen de gewoonste zaak van de wereld. In de sociale geneeskunde is het echter een stuk minder vanzelfsprekend. Vooral bedrijfsartsen laten het afweten als het gaat om zoeken naar online informatie, blijkt uit de woorden van Frank van Dijk, emeritus hoogleraar van het Coronel Instituut en bedrijfsarts (niet-praktiserend). Hij pleit voor een interdisciplinaire taakgroep die hierin verbetering moet brengen. 

Frank van Dijk herinnert zich nog dat artsen in het toenmalige AMC met een staking dreigden omdat het ziekenhuis het UpToDate-abonnement, een online tool voor klinische besluitondersteuning, wilde omzetten in een ander abonnement. “In ziekenhuizen, en zeker in de academische ziekenhuizen, kunnen en willen artsen niet zonder evidence-based medicine. Er staan veel ogen rond het bed en men wil volgens de actuele stand van zaken handelen.” Van Dijk vindt het verschil met bedrijfsartsen wat dat betreft erg groot. “De beroepsgroep heeft natuurlijk evidence-based richtlijnen en kennisdossiers. Daarmee sla je een brug tussen wetenschap en praktijk. Maar het is niet voldoende, veel teksten zijn meer dan 10 jaar oud. Een online tool als UpToDate of Dynamed Plus, aangepast voor ons vakgebied, zou ook door bedrijfs- en verzekeringsartsen gebruikt kunnen worden. “Deze goed bijgehouden online samenvattingen worden nu vooral in de kliniek gebruikt en zijn op ons gebied nog niet goed ontwikkeld, omdat er blijkbaar nog geen markt voor is. Het feit dat de bedrijfsarts vindt dat hij/zij zonder actuele informatie kan, zegt natuurlijk wel iets. Hoe kun je zonder recente, betrouwbare informatie goed je werk doen?”

Beoordelen

Bedrijfsartsen kunnen ook zelf verdieping of evidence zoeken op internet. “Maar de kennis van relevante internationale bronnen is beperkt. Bovendien: een goede database of bron vinden is één ding, maar je moet ook kunnen selecteren en beoordelen wat de kwaliteit van de geboden informatie is.”

Het gebrek aan vaardigheden werkt naar twee kanten negatief uit. Bedrijfsartsen zelf missen evidence-based informatie en nemen daardoor wellicht niet de optimale beslissingen. Anderzijds kunnen ze ook de werknemer die ze op spreekuur krijgen, en de managers, niet naar adequate bronnen zoals goede websites en video’s verwijzen. Ook dat aspect vindt Van Dijk belangrijk. “Als mensen iets mankeren zijn ze gewend het internet op te gaan, zonder te weten of ze de juiste informatie vinden. De bedrijfsarts is veelal niet in staat om de juiste bronnen te adviseren. Huisartsen kunnen bijvoorbeeld verwijzen naar thuisarts.nl. ”

Frank van Dijk: “Er is onvoldoende controle op de kwaliteit van arbodiensten in het algemeen en het werk van hun professionals in het bijzonder.”

Verzekeringsartsen hebben het op dit gebied beter op de rit, vindt Van Dijk. En dat heeft voor een belangrijk deel te maken met de werkgever waar de meeste verzekeringsartsen werken: UWV. “UWV vindt de kwaliteit van beoordeling belangrijk en daarom is er tijd en geld voor opleiding en scholing, ook op het gebied van evidence based medicine. Er zijn zo’n 200 verzekeringsartsen die hier nascholing voor hebben gevolgd.” Een extra reden om evidence-based te werken ligt mogelijk besloten in het werk van de verzekeringsarts. “Als je een beoordeling doet kan dat tamelijk definitief zijn voor de werknemer. De noodzaak om goed beslagen ten ijs te komen is wellicht wat hoger dan bij bedrijfsartsen, die in een wat vluchtiger fase bezig zijn met werknemers die ziek zijn.”

Het feit dat de werkgever er bovenop zit is een niet te onderschatten factor. Dat kan positief werken, zoals bij UWV, maar ook negatief. “De bedrijven waar een bedrijfsarts uiteindelijk voor werkt hebben een machtspositie in ons land. Die betalen en bepalen de zorg in hoge mate. En bij arbodiensten ligt de lat denk ik te laag als het gaat om evidence-based handelen. Het zijn organisaties met een commerciële insteek. Er is bovendien onvoldoende controle op de kwaliteit van arbodiensten in het algemeen en het werk van hun professionals in het bijzonder. Daar is vreemd genoeg ook geen goed onderzoek naar gedaan.”

Oplossingen

Maar wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat er meer evidence-based gewerkt gaat worden? Van Dijk is fervent voorstander van interdisciplinaire samenwerking. Een nieuw te vormen taakgroep zou niet alleen moeten bestaan uit bedrijfs- en verzekeringsartsen, maar ook uit veiligheidskundigen, hygiënisten, ergonomen, arbeidsdeskundigen en arboverpleegkundigen. “Zij kunnen met oplossingen komen waarvoor breed draagvlak is. Bekijken hoe een cursus of nascholing er uit moet zien en hoe je blijvende vormen van ondersteuning kunt bieden.”

Zelf heeft hij ook de nodige ideeën. “Je moet beginnen met een beter zicht op de praktijk. Misschien moet er eerst goed onderzoek worden gedaan naar de kwaliteit van de zorg verleend door arbodiensten en zelfstandig werkende bedrijfsartsen. Dan weten we meer in detail waar we over praten. Een tweede oplossing is investeren in opleiding en training. NSPOH en SGBO kunnen heel goed bedrijfsartsen opleiden, maar ze zouden meer evidence-based praktijk in het curriculum kunnen opnemen. Je moet daarbij verder kijken dan wetenschappelijke artikelen, reviews en richtlijnen. Dat is het traditionele pakket. Het moet breder door bijvoorbeeld ook andere kennisbronnen op internet erbij te betrekken. Wat zijn goede websites en apps waar je betrouwbare informatie kunt vinden? We leven in de 21e eeuw. Dat betekent dat we ons anders informeren dan vroeger. Er komen nieuwe uitdagingen bij zoals fakenieuws op het gebied van gezondheid herkennen en medische websites op hun betrouwbaarheid beoordelen. Het is goed om sociaal-geneeskundigen daarop te trainen. Niet alleen de nieuwe generatie, maar ook de professionals die al jaren in het vak zitten.”

Uiteraard beseft Van Dijk dat niet elke bedrijfs- of verzekeringsarts als hobby heeft om het internet uit te pluizen. Hij weet ook dat jonge bedrijfsartsen beter zijn opgeleid en dat veel bedrijfsartsen uitstekend werk afleveren. Tijdgebrek en gebrek aan ondersteuning kunnen een rol spelen. Maar daar zijn oplossingen voor, weet Van Dijk. “In Canada bijvoorbeeld, zijn experimenten gedaan binnen de volksgezondheidssector met zogeheten knowledge brokers. Daar kun je als sociaal geneeskundige specifieke vragen neerleggen. Deze kennismakelaars ondersteunen jouw informatievraag of verzamelen zelf de gevraagde informatie voor je. Zo’n blijvende vorm van ondersteuning vind ik een goed idee en kan door de taakgroep worden uitgezocht.”

Bewustwording

Oordelen en adviezen zijn van hogere kwaliteit als die mede gebaseerd zijn op evidence. ‘Evidence-informed decision making’ wordt ook wel als term gebruikt. Ook de communicatie met de werknemer of klant verbetert daardoor. “Mijn boodschap is dan ook: word je bewust van het feit dat je dingen niet weet en niet kan. En besef dat je daar tegenwoordig niet meer mee weg komt. Nederland is internationaal koploper in evidence-based richtlijnen. Als ze actueel zijn, gebruik ze dan. Maar weet ook dat dat maar een deel van het verhaal is, want geen enkele richtlijn-ontwikkelaar is in staat om jaarlijks 6.000 internationale wetenschappelijke artikelen bij te houden die alleen al op het gebied van Occupational Health & Safety verschijnen. Blijf daarom ook je eigen hersens gebruiken en ontwikkel je vaardigheden om zelf betrouwbare informatie op internet te vinden.”

Geïnteresseerd in evidence-based werken? Lees dan hier het artikel met tips & trics dat Frank van Dijk met Yohama Caraballo-Arias schreef. Of download via deze site het gratis onine boek ‘Where to find evidence-based information on OSH’. Via deze site zijn ook gratis e-lessen te volgen.

1 REACTIE

  1. Dag Frank,
    Dank voor deze oproep annex hartenkreet. Ik hoop zeer dat hier praktiserende bedrijfsartsen op gaan reageren. Uiteindelijk stel je als beroepsgroep een norm voor wat je met elkaar onder vakmanschap verstaat. Als bureau van de wetenschappelijke vereniging van bedrijfsartsen helpen we daar graag bij; door richtlijnen te ontwikkelen en goed beleid te maken voor onderwijs en nascholing, om zo de kwaliteit van het werk van bedrijfsartsen te verhogen.
    Als het gaat om het gebruik van richtlijnen begrijp ik je pleidooi dat je er daarmee nog niet bent. Immers, ook een relatief recente richtlijn zal nooit alle actuele informatie bevatten.
    Tegelijk zou ik het al een grote stap vinden als meer bedrijfsartsen actief de bestaande richtlijnen in hun werk betrekken. Uit een onderzoek dat we recent uitvoerden onder bedrijfsartsen en arbodiensten (zie https://nvab-online.nl/sites/default/files/Inventarisatie richtlijngebruik_Kwaliteitsbureau NVAB_20220121.pdf) komt een scala aan oorzaken naar voren waarom richtlijnen niet gebruikt worden. Deels zit dat in het ontbreken van een norm – kan je een vakkundige bedrijfsarts zijn zonder de richtlijnen van de NVAB te kennen of te gebruiken? Voor het andere deel zit het in praktische bezwaren, zoals beperkt gebruiksgemak en onvoldoende training in het gebruik van richtlijnen.
    Die praktische bezwaren zijn het makkelijkst – daar gaan we sowieso vanuit het Kwaliteitsbureau mee aan de slag. Maar een norm waarin meer evidence-based gewerkt wordt door bedrijfsartsen, kan alleen uit de beroepsgroep zelf komen – welke bedrijfsartsen volgen Frank om tot die norm te komen?

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.