Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Beroepsziekten in de vijftiende eeuw

Jurjen Breedijk
André Weel
Het vakgebied Arbeid en Gezondheid kent een lange en rijke geschiedenis. Jurjen Breedijk en André Weel, beide bedrijfsarts en curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk, werken aan een Canon waarin deze geschiedenis in enkele tientallen bijdragen wordt samengevat. Deze teksten worden te zijner tijd gebundeld in een boek (de Canon voor Arbeid en Gezondheid), maar verschijnen daarvoor al op TBV-online. Deze keer: het werk van Ulrich Ellenbog uit 1473.

De publicatie in het jaar 1700 van het boek De morbis artificum diatriba (‘Verhandeling over de ziekten der werkers’) van de Italiaanse medische hoogleraar Bernardino Ramazzini (1633-1714) markeert traditioneel het startpunt van de beschrijvingen van beroepsziekten.1 Toch zijn er al publicaties van vóór 1700. De bekende medicus en alchemist Paracelsus (1493-1541) heeft als eerste de beroepsziekten bij mijnwerkers beschreven.2 Er is evenwel een nog ouder document, gedateerd 1473, van de hand van een zekere Ulrich Ellenbog. Dit document is de oudst bewaarde tekst over beroepsziekten, voorzover thans bekend. Het zeer zeldzame drukwerkje beschrijft de beroepsziekten bij goudsmeden en andere metaalbewerkers in Augsburg in de late Middeleeuwen.

Arts met brede interesse

Ulrich Ellenbog wordt omstreeks 1435 geboren in Feldkirch in de deelstaat Vorarlberg in het Habsburgse Oostenrijk. Hij studeert in Wenen en in het Italiaanse Pavia. Ellenbog wordt als eerste ‘physicus’ (stadsarts) van Feldkirch aangesteld. Vervolgens praktiseert hij in Memmingen en Augsburg. Hij overlijdt op 19 januari 1499 te Memmingen.

Fig 1. Eerste tekstblad met datum 1473.
Fig 1. Eerste tekstblad met datum 1473.

Ellenbog heeft zowel werken in het Latijn als in het Duits geschreven, onder andere over bekende thema’s uit die tijd: gezondheidsbaden, de pest, de geneesmiddelenbereiding en de diëtetiek. Het document dat wij hier bespreken, een incunabel in wiegedruk, met losse letterzetting, is uitgegeven tussen 1500 en 1540. Het is Ellenbogs belangrijkste gedrukte werk. De titel luidt: Von den gifftigen Besen Temmpffen und Reüchen: der Metal, als Silber, Quecksilber, Bley und anders. Het document beslaat acht bladzijden tekst in Zwabisch Hoogduits en heeft een populaire toon. De eerste tekstpagina sluit af met de datering ‘1473’ (zie fig 1). Het is echter pas in of na 1524 postuum uitgegeven.

Gevaarlijk werk in de mijnen

In de Middeleeuwen is de aandacht van medici voor werkgerelateerde problemen bepaald niet groot. Veel arbeid is nog ambachtelijk. Er is veel kleinschalige huisnijverheid. De exploratie van mijnen voor allerlei delfstoffen is typisch voor georganiseerde arbeid in die tijd. De mijnen trekken arbeiders aan en nieuwe dorpen en steden vormen zich. Het mijnwerk wordt steeds grootschaliger; van dagbouw aan de oppervlakte naar Untertagbau in de onderaardse diepte. Daarmee wordt het werk ook gevaarlijker, met hoge risico’s voor letsels, aandoeningen en sterfte. Keizer Sigismund (1368-1437) stelt voor de zorg van de mijnwerkers de verplichte functie van stadsarts in. Deze stadsartsen, onder wie Ellenbog, beginnen met het beschrijven van de specifieke beroepsziekten in de metaalverwerking.

Ellenbog beschrijft dat bij het verwerken van metalen dampen, gassen en vaste stoffen vrijkomen. Eenmaal ingeademd zijn deze schadelijk voor de gezondheid. Hij geeft adviezen ter behandeling en preventie van beroepsgerelateerde aandoeningen. Ellenbog stelt als eerste maatregelen voor die we thans kennen als de arbeidshygiënische strategie waaronder het gebruik van een varkensblaas als persoonlijk (gelaats)beschermingmiddel.

Ellenbog maakt school

Rechtstreekse verwijzingen naar het arbeidsmedische stuk van Ellenbog zijn niet gevonden. Paracelsus, Ramazzini en anderen refereren niet aan hem. Toch is het onderwerp en de tekst van Ellenbog herkenbaar in meerdere werken uit de zogenaamde Berg-, Probir- und Kunstbüchlein-literatuur. Deze kleine technische handboeken verschijnen rond 1500. Ze zijn bestemd voor het bergwezen, het muntwezen en de metaalbewerking. Ze beschrijven de praktische mineralogie van de mijnbouw; de bouwtechniek (het gebruik van windmolens, liften en pompen), het delven en smelten van ertsen, en de alchemische metallurgische processen. Medici hebben deze technische receptenverzamelingen op schrift gesteld, aanvankelijk zonder geneeskundige aspecten te melden. Zo schrijft de Freiburgse medicus en burgemeester Ulrich Rülein von Kalbe rond 1505 het oudste Duitse mijnbouwboek, Ein nutzlich bergbuchley(n). Later volgen aanvullingen op deze literatuurvorm met beschrijvingen van de arbeidsomstandigheden en de specifieke gezondheidsproblematiek bij mijnarbeiders.

Een verwijzing naar het stuk van Ellenbog vinden we terug in Bergwerck und Probirbüchlein van Gilbertus Cardinal. Delen uit het document van Ellenbog zijn meermalen overgenomen in vier andere werken gedateerd tussen 1534 en 1546), echter zonder naar hem te verwijzen.3

De geschiedenis van de beroepsziektebeschrijvingen die in druk zijn uitgegeven, is inmiddels dus al meer dan 500 jaar oud!

Literatuur

1. Ramazzini B. De morbis artificum diatriba. Padua, 1700. Nederlandse vertaling uit 1724 uitgegeven door J.A. Langerak te Leiden.
2. Paracelsus. Von der Bergsucht und anderen Bergkrankheiten, drei Bücher. 1527.
3. Breedijk J. Ulrich Ellenbog schreef het oudst bewaarde drukwerk over beroepsziekten al in 1473. TBV 2014; 22, 170-174.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.