Dit centrum geniet bij geïnteresseerden zo langzamerhand wel enige bekendheid, maar zou nog wel wat meer aan de weg kunnen timmeren. Hier komt namelijk ‘alles’ op het gebied van de geschiedenis der geneeskunde in Nederland samen. Het centrum omvat maar liefst vijf grote, aan elkaar geschakelde loodsen. Die bieden niet alleen plaats aan de archieven van alle medische disciplines, maar ook aan die van de verpleegkundigen, de fysiotherapeuten en de apothekers. Heel veel boeken en documenten, maar daarnaast ook instrumenten en bijvoorbeeld een ‘antieke’ apotheek. Het archief wordt gerund door vrijwilligers, veelal gepensioneerde specialisten. Ook op het gebied van de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde wordt sinds enkele jaren gestaag en systematisch gewerkt aan een collectie die de geschiedenis van deze takken van de sociale geneeskunde voor een ieder makkelijk toegankelijk moet maken. Eén van degenen die zich hiervoor inspant is de eerste auteur van het ICOMH-boek, André Weel, curator van de collectie arbeids- en bedrijfsgeneeskunde en voormalig hoofdredacteur van TBV. Een andere bekende is Wout de Boer, curator van de collectie verzekeringsgeneeskunde.
ICOMH-IFOH is een vergeten organisatie, zo bleek wel tijdens de boekpresentatie. Dat is jammer, net als dat het jammer is dat deze club door interne strubbelingen zijn activiteiten destijds heeft gestaakt. Want het belang van mentale gezondheid in relatie tot werk is in de loop der jaren alleen maar verder toegenomen. Denk alleen al aan de enorme toename van arbeidsongeschiktheid door psychische problematiek onder jongeren. Midden jaren zestig ging het om de verschuiving van fysieke naar hoofdarbeid, die ertoe leidde dat de traditionele benadering van gezond werken aan herziening toe was. Het was Max Richard van Alphen de Veer die als bedrijfsarts bij Philips Gloeilampenfabrieken in 1964 het initiatief nam tot de oprichting van het ICOMH. Hij zag er ook het belang van in om internationaal te gaan, dat wil zeggen: aansluiting te zoeken met andere westerse landen waar, gezien de vergelijkbare ontwikkeling van arbeidsorganisaties, dezelfde trends zichtbaar waren.
Lag in de begintijd nog de nadruk op werkstressoren en de behandeling van de individuele werknemer, vanaf 1990 deed het ‘organisational health’ concept zijn intrede. De nadruk werd gelegd op de organisatie als systeem dat zo moest worden ingericht dat werk een bron van geluk en groei kon zijn voor de werknemer. Deze visie lag ten grondslag aan de naamsverandering naar IFOH. Behalve de geschiedenis van ICOMH-IFOH bevat het boek een evaluatie (in hoeverre heeft de organisatie zijn doelen bereikt?) en bijna 250 verwijzingen naar belangrijke historische documenten (vanuit de e-boekversie via een hyperlink rechtstreeks toegankelijk). Al deze documenten zijn opgeslagen in het TMGN en aldaar te raadplegen.
Volgens auteur en presentator André Weel bevat het boek ook een aantal pareltjes, zoals een voordracht over de veranderende rol van vrouwen in de industrie uit 1988. De evaluatie van de betekenis van ICOMH-IFOH levert een wisselend beeld op. Het minste wat daarover volgens de auteurs gezegd kan worden is dat de talrijke discussies in IFOH-verband veel hebben bijgedragen aan het wijdverbreide denken over het ‘organisational health’ concept, wat onder meer zichtbaar werd doordat steeds meer managers en personeelsconsulenten deelnamen aan de IFOH-conferenties. Hoe dan ook, als het gaat om mentale gezondheid in relatie tot werk is er nog veel te doen.
Bent u geïnteresseerd geraakt? Het boek, inclusief e-boek, kan voor € 35,00 worden besteld door een e-mail te sturen naar: info@elma.nu. Het is ook zeker de moeite waard om eens een kijkje te nemen op de website van het TMGN
Wim Otto
Auteurs: André Weel en Gerda Jekel
Uitgever: Lucifer
ISBN: 978-90-74965-06-4