‘We waren destijds ambitieus en ook wel wat gefrustreerd dat er in de kliniek zo weinig aandacht was voor werk en bedrijfsgezondheidszorg’, zo blikt Leo Elders terug op de start van de NVKA. ‘Wij vonden dat bedrijfsartsen ook in ziekenhuizen een toegevoegde waarde hebben. Mensen die in het ziekenhuis bij de specialist komen hebben immers vaak ook een baan. En het is goed om tijdens de behandeling al aandacht te hebben voor werk of de terugkeer naar werk. Als een specialist besluit tot een operatie kan er meteen meegedacht worden over wat iemand nodig heeft om na de behandeling weer aan het werk te kunnen gaan. Het is een multidisciplinaire benadering die tot kostenbesparingen leidt en een beter perspectief voor de werknemer.’
Brug slaan
Via allerlei activiteiten, symposia en de website kreeg deze gedachte vorm en groeide de NVKA gestaag uit. De vereniging telt nu zo’n 120 leden. ‘Het leuke was dat er meteen vanaf de start een behoorlijke belangstelling was voor de zelfbenoemde functie van klinisch arbeidsgeneeskundige.’ Het waren met name de al dan niet gepromoveerde bedrijfsartsen met speciale aandachtsgebieden zoals toxicologie, longziekten, hart- en vaataandoeningen, oncologie of – zoals Elders zelf – het houdings- en bewegingsapparaat.
Kortom, bedrijfsartsen die door hun deskundigheid een goede vertaalslag kunnen maken van de klinische behandeling naar werk en werkbelasting én omgekeerd. En dat is heel waardevol: ‘De kloof tussen behandeling in het ziekenhuis en begeleiding door de bedrijfsarts is veel te groot in Nederland. Daar moet echt nog een brug geslagen worden.’
Afbouwen
Zelf was Elders jarenlang actief op de arbeidspoli van een revalidatiecentrum. Maar sinds deze werd opgeheven heeft hij het reguliere bedrijfsartsenwerk weer omarmd. ‘Dat was ook het moment waarop hij vond dat hij het werk voor de NVKA moest overdragen aan een voorzitter die wel volop in de klinische arbeidsgeneeskunde actief is. ‘Bovendien komt ook de pensioengerechtigde leeftijd langzamerhand in zicht en is het goed om je activiteiten al wat af te bouwen.’
Langdurig proces
Ondanks het pioniers- en zendingswerk van de NVKA en het belang van de functie an sich, is klinisch arbeidsgeneeskundige nog altijd geen geregistreerde titel. Elders is daar niet teleurgesteld over. ‘Het zijn langdurige processen met veel besluitvorming en wetgeving. Dat heeft gewoon zijn tijd nodig. Er zitten ook veel haken en ogen aan, al was het alleen maar omdat de financieringsstromen anders lopen. Maar uiteindelijk gaat het er niet om of je een geregistreerde titel hebt, maar dat specialisten accepteren dat er iemand is die extra kennis op het gebied van werk inbrengt in de zorg. Dat we deel gaan uitmaken van multidisciplinaire behandelteams en dat onze toegevoegde waarde doorklinkt in werkwijzers en richtlijnen. Op die gebieden maken we telkens kleine stapjes, en dat is ook goed.’
Als de tijd rijp is, komt het vanzelf, vindt Elders. ‘We leven nu in een periode van arbeidsmarktkrapte. Bedrijven komen moeilijk aan mensen en het is daarom extra belangrijk om werknemers gezond en vitaal te houden. Dat kan door een goed zorgsysteem te creëren waarin ook de klinisch arbeidsgeneeskundige een rol heeft. Ook politiek is er voor deze positie nu veel meer interesse dan ooit tevoren.’
Stappen
In de afgelopen jaren zijn er de nodige stappen gezet. Zo loopt momenteel een project voor de doorontwikkeling van de positie van de klinisch arbeidsgeneeskundige oncologie in de zorg. ‘Het is voor het eerst dat dit zo vergaand wordt uitgerold’, aldus Elders, die daarom hoopvol gestemd is voor de toekomst. ‘Er zijn overigens op dit moment al zo’n twintig bedrijfsartsen consultenten oncologie actief. Die vormen een goed voorbeeld voor andere medische disciplines op het gebied van bijvoorbeeld longziekten of revalidatie. De gedachte dat er nog veel meer aandachtsgebieden zijn in de zorg waar dit kan worden uitgerold, geeft toekomstperspectief. De vereniging kan hiermee nog jaren vooruit.’