Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Een vrouw maakt het verschil

Jurjen Breedijk
André Weel
Het vakgebied Arbeid en Gezondheid kent een lange en rijke geschiedenis. Jurjen Breedijk en André Weel, beide bedrijfsarts en curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk, werken aan een Canon waarin deze geschiedenis in enkele tientallen bijdragen wordt samengevat. Deze teksten worden te zijner tijd gebundeld in een boek (de 'Canon voor Arbeid en Gezondheid'), maar verschijnen daarvoor al op TBV-online.
Alice Hamilton, bron: wikimedia
Alice Hamilton, bron: wikimedia

De personen die wij in de Canon voor Arbeid en Gezondheid in statu nascendi willen belichten, hebben we met zorg gekozen. Het zijn mensen met uitzonderlijke verdiensten voor de ontwikkeling van onze kennis over arbeid en gezondheid. Mensen met wat tegenwoordig een USP heet: een unique selling point (USP). Dat betekent dat zij uitblinken op een specifiek gebied. Het kan ook gaan om een bijzonder persoonskenmerk, of een unieke persoonlijke eigenschap.

We baseren ons deze keer op de biografie van een dokter uit de negentiende eeuw met maar liefst drie USP’s. Die hebben haar een schitterende carrière bezorgd. Haar USP’s zijn:

1. Chemische en toxicologische kennis.
2. Vrouw.
3. Ze werkt niet voor het geld.

We hebben het over Alice Hamilton, een Amerikaanse arts, geboren in 1869 in New York City. Na haar artsexamen in 1893 weet ze niet goed wat ze wil. Ze doet een tijdje kindergeneeskunde en gynaecologie in een derderangsziekenhuis. Daarna belandt ze op een bacteriologisch lab. Het bevalt haar niet. Ze wordt docent pathologische anatomie. Ook daar blijkt haar hart niet te liggen.

Waar is Alice dan goed in? Op de middelbare school haalde ze hoge punten voor scheikunde. En na jaren op het lab weet ze alles van zware metalen en chemische stoffen en hun effect op het menselijk lichaam. In 1910 wordt ze gevraagd voor een industrieel survey naar beroepsintoxicaties in de staat Illinois. Met de industrie heeft ze nog geen enkele ervaring. Toch neemt ze de opdracht aan.

Alice heeft zoveel succes met haar survey dat ze ook een federaal survey (nu met focus op loodvergiftiging) mag doen. Van Miami tot Seattle bezoekt ze loodwitproducerende bedrijven en emailleerbedrijven. Ze wordt in die bedrijven een opvallende verschijning. Een charmante, goed geklede vrouw in een smerige mannenwereld. Ze gaat in haar eentje op pad. Barre toestanden treft ze aan. Totaal vervuilde werkruimten en doodzieke arbeiders. De schrikt slaat haar om het hart, maar ze laat niets blijken. Ze blijft de bazen beleefd en tactvol aanspreken. Ze stuurt ze diplomatieke brieven (1, 2, 3). En met succes! De loodbedrijven gaan saneren.

Alice publiceert in 1912 haar bevindingen in het gezaghebbende tijdschrift JAMA (4). De opdrachten stromen nu binnen. Zij heeft ze maar voor het uitkiezen. Ze pikt eruit wat ze leuk vindt: alles wat te maken heeft met industriële toxicologie. De Eerste Wereldoorlog jaagt de vraag naar bommen en granaten torenhoog op. De federale overheid stuurt haar naar de explosievenindustrie. Alice weet alles van pikrinezuur, dinitrobenzeen, trinitrotolueen (TNT), schietkatoen en kwikfulminaat. Ze ziet mannen wier huid knalgeeloranje verkleurd is door pikrinezuur. Ze telt talloze gevallen van longoedeem door inademing van nitreuze dampen.

In 1919 laat ze zich naar de kopervelden van Arizona sturen. In de grote loogbaden, waar gemalen kopererts wordt uitgeloogd met zwavelzuur, ontstaan giftige dampen. Alice vermoedt dat het zuur reageert met het arseen uit het kopererts. Dat geeft arseenwaterstof, dat de longen aantast.

Haar laatste wapenfeit ligt in de viscose-rayonindustrie. Daar ontmaskert ze zwavelkoolstof als oorzaak van verlammingen, maar ook van psychiatrische stoornissen. De CS2-psychose wordt een begrip.

Dit is maar een greep uit de tientallen projecten die Alice Hamilton runt. Haar uitzonderlijke carrière, eerder uitvoerig beschreven (5, 6, 7) sluit zij af als eerste vrouwelijke Harvard professor. Na haar pensioen blijft ze artikelen en boeken schrijven. In 1942 begint ze haar autobiografie (8) als volgt: ’tweeëndertig jaar geleden, in 1910, betrad ik als pionier een nieuw, nog onontgonnen terrein van de Amerikaanse geneeskunde: het gebied van industrial medicine.’ Dat specialisme bestaat in 1910 nog niet in de VS. 1910 is het kantelpunt in Hamiltons leven. Vanaf dat jaar heeft ze een doel, weet ze waarvoor zij in de wieg is gelegd. Ze creëert haar eigen werkdomein. Van dat domein zal ze in de zestig volgende jaren niet meer afdwalen.

Alice Hamilton overlijdt op de leeftijd van 101 jaar. Drie maanden na haar dood, in december 1970, neemt de federale overheid de Occupational Safety and Health Act aan. Een wet waar Alice haar lange leven lang voor heeft gestreden.

Literatuur
1. Weel ANH. Brieven van Alice Hamilton (1). The Old Dutch Process. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2011;19:296-297.
2. Weel ANH. Brieven van Alice Hamilton (2). Een dokter als inspecteur. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2011;19:341-342.
3. Weel ANH. Brieven van Alice Hamilton (3). De ontkenning. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2011;19:390-391.
4. Hamilton A. Industrial lead-poisoning in the light of recent studies. J Am Med Ass 1912;LIX(10):777-782. doi:10.1001/jama.1912.04270090021007
5. Sicherman Barbara. Alice Hamilton, A Life in Letters. Urbana and Chicago, University of Illinois Press, 2003.
6. Weel ANH. Alice Hamilton (1869-1970): pionier in preventie. (1) De rijke oogst van een lang professioneel leven. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2020;28(8):42-45.
7. Weel ANH. Alice Hamilton (1869-1970): pionier in preventie. (2) Een ontdekkingsreis door de industriële toxicologie. Tijdschr Bedrijfs Verzekeringsgeneeskd 2020;28(9):43-48.
8. Hamilton A. Exploring the dangerous trades. The autobiography of Alice Hamilton, M.D. Boston: Little, Brown and Company, 1943.

1 REACTIE

  1. Mooi artikel over Alice Hamilton! Haar autobiografie ‘Exploring the dangerous trades’ zou verplichte literatuur moeten zijn bij de bedrijfs- en verzekeringsartsenopleiding. Een wat mij betreft belangrijk wapenfeit van Alice Hamilton blijft in het artikel wat onderbelicht en dat is haar beroemde onderzoek naar de effecten van hand-armtrillingen waarover ze gepubliceerd heeft. In 1918 vond ze klachten over witte en dooie vingers bij 80% van de bedieners van pneumatische hamers in de leisteengroeven in Bedford, Indiana. In haar hoofdstuk “dead fingers” in haar autobiografie beschrijft ze niet alleen het vóórkomen van het syndroom van Raynaud bij deze werkers maar ook het ontstaan van zenuwschade. Die combinatie is wat later het hand-armvibratiesyndroom is gaan heten; in vele landen inmiddels een erkende beroepsziekte. Samen met de Italiaanse arts Loriga, die in 1911 het vóórkomen van het syndroom van Raynaud bij steenhouwers die in marmergroeven bij Rome werkten beschreef, was ze daarmee haar tijd ver vooruit. Overigens werd haar onderzoek in de leisteengroeven in Bedford 60 jaar later (in 1978) herhaald. De prevalentie van witte en dooie vingers was nog vrijwel net zo hoog…

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen
account, maak dan hieronder een account aan.
Lees ook de spelregels.