Bij het artikel Beoordeling rijgeschiktheid van Wanda Plugge wil ik enkele kanttekeningen plaatsen. Bij de bevindingen van het vragenlijstonderzoek is niet vermeld onder hoeveel artsen en onder welke artsen het is uitgezet. De setting doet vermoeden dan het gaat om de artsen van HumanCapitalCare, de collegae van de opleidingsgroep en andere vrienden en bekenden.
Eigen ervaring met een analoog vragenlijstonderzoek is dat minder dan de helft de moeite neemt de vragenlijst ook in te vullen. Die relativering van de zeggingskracht van het onderzoek dient wel vermeld te zijn.
De Regeling Eisen Geschiktheid 2000 wordt benoemd als een door het C.B.R. gebruikt document. Essentieel is daaraan toe te voegen dat het een zgn. ministeriële regeling betreft die onder de verantwoordelijkheid van een minister valt. Die minister dient verantwoording af te leggen aan het parlement. Daarmee schrijft onze democratie voor dat de normen voor rijgeschiktheid niet bepaald worden door de beroepsgroep artsen in haar protocollen, maar door de politiek.
De Regeling Eisen Geschiktheid is trouwens gemakkelijk hanteerbaar. Daar heb je als basisarts geen bijscholing voor nodig, ‘fluitje van een cent’.
Als ik als bedrijfsarts de verantwoordelijkheid neem voor de arbeidsgeschiktheid en daarmee beroepshalve chaufferen houd ik me aan de normen in de Regeling Eisen Geschiktheid 2000, zoals een goed democraat betaamt. Vaak mag ik dat op basis van zelf toetsen van de normen doen. Soms dien ik dat toetsen van de normen over te laten aan het C.B.R. via een herkeuringsprocedure. Lopende die herkeuringsprocedure neem ik niet de verantwoordelijkheid voor beroepshalve chaufferen en kan een beroepschauffeur niet aan het werk.
Ook al ben ik het vanuit mijn medische vakkennis soms oneens met de normen in de Regeling Eisen Geschiktheid 2000. Als goed democraat houd ik me er wel aan.
Een korte reactie
Wanda Plugge
De vragenlijst voor mijn onderzoek is online verspreidt via de interne artsenpagina van HumanTotalCare. De respondenten zijn grotendeels (96%) werkzaam bij HumanTotalCare. De enquêtelink was voor alle artsen zichtbaar, hij is 136 maal geopend, 116 keer gestart en door 103 artsen (76%) volledig afgerond. De methode is in mijn online artikel uitgebreider toegelicht.
Het is de vraag of het gezien de onderzoeksvraag een probleem vormt dat vrijwel alle deelnemers bij dezelfde grote arbodienstverlener werken. Ze zijn immers bij aanname niet geselecteerd op affiniteit tot of ervaring met het werken voor transportbedrijven. Ik verwacht dus dat de gepresenteerde resultaten in redelijke mate gelden voor onze beroepsgroep als geheel, ook al valt dat niet met zekerheid te zeggen.
De eigen ervaringen die Jan Kees van Driel beschrijft vormen in ieder geval een n=1 studie. Ze ondergraven het signaal uit mijn onderzoek niet dat veel bedrijfsartsen aangeven baat te hebben bij duidelijke richtlijnen en scholing over het beoordelen en adviseren over rijgeschiktheid van beroepschauffeurs. Van Driel benoemt het hanteren van de Eisen Geschiktheid 2000 als een ‘fluitje van een cent’. Zelf vind ik ze echter voor sommige onderwerpen voor verschillende interpretatie vatbaar en is het soms zoeken naar wanneer het CBR erbij betrokken moeten worden.
Uit mijn onderzoek blijkt dat driekwart van de artsen de Regeling Eisen Geschiktheid 2000 toepast. In de open vragen geven meerdere artsen aan dan ze de richtlijnen onduidelijk vinden en dat het een ingewikkeld overwerp betreft dat juridisch complex kan zijn.