Ernst Jurgens omschrijft zichzelf als ‘bedrijfsarts, medisch bioloog, klinisch arbeidsgeneeskundige en opa van Finn en Lente’. Tot voor kort was hij NVAB-bestuurder, hij voltooide twee termijnen van 4 jaar en had de portefeuille wetenschap. Nu is hij voorzitter van de Commissie Preventie van de NVAB. ‘Onder die paraplu hangen allerlei onderwerpen, waarvan planetary health er één is,’ vertelt hij. Hij kwam via een aantal omwegen terecht bij de bedrijfsgezondheidsdienst (BGD), waar hij werkte met bedrijven uit de zware industrie. ‘Alle facetten die ik graag wilde leren kwamen daar samen,’ vertelt hij. ‘Ik heb daar vijf jaar met heel veel plezier gewerkt. We hadden zelfs een spoedeisende hulp en een eigen ambulance, waarmee we uitrukten nog voordat de gewone ambulance of de traumahelikopter kwam. Het was een mooie mix van spreekuren, gezondheidsmonitoring en een dag in de week eerste hulp doen.’
Uiteindelijk vertrok hij omdat veel reizen voor zijn werk niet te combineren was met een jong gezin. ‘Ik ben meer naar het midden van het land getrokken. Daar is weinig industrie te vinden, wel veel grote bedrijven.’ Zijn werk werd minder eerste-hulp-gericht en meer epidemiologisch. ‘Je gaat veel breder kijken,’ stelt hij. Die brede geneeskundige blik heeft zijn interesse in beroepsziekten gewekt. ‘Ik vind dat mensen niet ziek mogen worden door hun werk. De NVAB zegt dat ook en de minister omarmt het nu, maar het is allemaal nog te soft. Ik ben blij dat er een ander geluid is dan de marktwerking, maar het moet steviger en dat zeg ik dan nog netjes.’
Overlap zoeken
Zijn overtuiging dat werk niet ziek mag maken, klinkt door in alles wat hij doet. ‘Wij zijn sociaal-geneeskundig weliswaar ingekaderd in het model werk, maar door middel van arbocuratieve samenwerking kunnen we dat breder trekken. Preventie gaat veel verder dan alleen maar werk.’ Jurgens noemt het meenemen van gevaarlijke stoffen naar huis als bijvoorbeeld. ‘Uit de oude doos: vroeger kregen huisvrouwen asbestkanker omdat hun echtgenoten astbestdeeltjes meenamen op hun werkjas. Dat soort dingen gebeurt nog steeds. Met andere stoffen, maar ook met andere oorzaken, zoals werkstress en conflicten op het werk,’ zegt hij. Partijen als huisartsen, artsen maatschappij en gezondheid (KAMG), bedrijfsartsen en verzekeringsartsen moeten de overlap zoeken en elkaar in hun kracht zetten.
Binnen het thema ‘preventie’ is planetary health een onderwerp dat Jurgens’ speciale aandacht heeft. ‘Ik vond dat ik voor de troepen uitliep hiermee, maar in 1988 al schreef Booth et al.: “human health and planetary health are the same thing, to harm the earth is to harm the self”. En Samuel Myers omschreef planetary health als “de gezondheid van de menselijke beschaving en de toestand van de natuurlijke systemen waar die vanaf hangt”.’
Vaak hoort Jurgens terug dat bedrijfsartsen hun handen al vol hebben. Verzuimbegeleiding, werkgebonden aandoeningen, opsporen, risico-inventarisaties, waarom nu ook nog planetary health? ‘Dat zou ik ook zeggen als ik niet verder zou kijken dan mijn arboneus lang is. Maar, zoals een groot voetballer ooit zei: je ziet het pas als je het doorhebt.’ Een sociaal geneeskundige is volgens hem bij uitstek een arts die het grotere plaatje ziet. ‘Klimaatverandering, ontbossing, milieuvervuiling… Deze dingen brengen onze gezondheid in gevaar. Dat vind ik een enorm punt van zorg. Daarnaast verdringen wij als mensen andere levensvormen op aarde.’ Wij zien onszelf als superieur aan ecosystemen, maar dat zijn we niet, stelt hij. ‘We zijn er juist onderdeel van, bestaan eruit, kijk naar onze darmflora. Daarom is het cruciaal dat wij met grotere ecosystemen in balans leven. Dat is wat mij drijft.’
Signaleren en adviseren
Jurgens is hobby-astronoom. ‘Ik bewonder sterrenstelsels en heb een mooie telescoop thuis. Het is interessant om naar de samenhang der dingen te zoeken,’ vertelt hij. ‘Dat wordt me ook weleens verweten, dat ik heel hoog over ga. Het is niet voor iedereen te volgen. Maar ik knoop graag de losse eindjes aan elkaar, zonder een complotdenker te worden.’ Hij schreef een artikel over planetary health, waarin hij laat zien dat dingen samenhangen, alles beïnvloedt elkaar. ‘Dat wordt in de epidemiologie ook gedaan, daar heet het upstream thinking. Dat je in Hoek van Holland iets in het water aantreft, betekent niet dat het daar is geloosd. Welke fabriek was het?’ Dit kun je ook toepassen op gezondheidszorg, zegt hij. ‘Bij hart- en vaatziekten denken we natuurlijk aan leefstijl, maar als je de stroom van de rivier volgt: hoe zit ons sociaal stelsel in elkaar? Waarom hebben mensen stress, waardoor ze roken en diabetes verergert? Daarna moet je knoppen vinden om de schade te beperken of de problemen weg te nemen. En zo zijn we weer terug bij preventie.’
Planetary health is voor hem hét vehikel om dat allemaal te doen. ‘Je hoeft als arts niets nieuws te leren of te doen, maar het herkennen van aandoeningen, signalen zien op de werkplek, symptomen en klachten inventariseren en melden. Daarna kunnen we schakelen met het NCvB, RIVM en TNO, zodat in de spreekkamers de juiste dingen worden gedaan.’
Klimaatverandering heeft namelijk invloed op de belastbaarheid, die neemt af. ‘Er zit fijnstof in ons lijf, gevaarlijke stoffen, mensen krijgen luchtwegklachten, vaatproblemen, maar ook dingen als diabetes komen aantoonbaar meer voor door uitstoot van antropogene (menselijk veroorzaakte, red.) broeikasgassen.’ Bij gelijkblijvende arbeidsbelasting kunnen veel mensen niet meer voldoen, zegt Jurgens. ‘Als bedrijfsarts heb je niet alleen een signalerende rol, maar kun je ook beleidsmakers en werkgevers adviseren in het aanpassen van de omstandigheden zodat mensen kunnen blijven functioneren. De overheid moet daarbij richtlijnen opstellen: “beste werkgevers, de uitstoot moet omlaag”.’ Dat komt namelijk het klimaat ten goede, maar ook de werkomstandigheden van werknemers. Daarnaast verbetert het de productiviteit en daarmee de economie, stelt hij.
Een te hoge arbeidsbelasting kan een indicator zijn dat er iets klimaatgerelateerds aan de hand is. ‘Als de belasting door bijvoorbeeld een Chemours of Tata Steel gevaarlijk is voor de werknemers, dan geldt dat vaak ook voor de omgeving en planeet, dus kan je de arbeidsbelasting als indicator gebruiken,’ zegt hij. Daar zijn allerlei gereedschappen voor, bijvoorbeeld risico-inventarisaties, de NVAB-preventiecyclus en samenwerken met andere kerndeskundigen. ‘Maar dat moet breder, het gaat ook om publieke gezondheid. De KAMG en de GGD kunnen worden betrokken, of huisartsen, die in Hoofddorp bijvoorbeeld meer astma, neurologische aandoeningen, mogelijke diabetes en hart- en vaatziekten zien. Dit alles als gevolg van uitstoot van vliegverkeer. Die getallen moeten zichtbaar worden.’
Circulaire ladder
Het klimaat heeft niet alleen invloed op de zorg, maar de zorg heeft ook een sterke invloed op het klimaat, stelt Jurgens. ‘De voetafdruk van de zorg is enorm, ongeveer 7 procent van de klimaatbelasting komt er vandaan. Dat gaat dan over reizen van dokters, tot grondstoffengebruik van medicijnen, afvalproductie, enzovoort. Als je dat vertaalt naar wat wij als bedrijfsartsen doen, zijn vooral reisbewegingen belangrijk,’ zegt hij. ‘We laten werknemers naar de locatie komen en rijden zelf veel auto.’ Dat is natuurlijk niet altijd helemaal te voorkomen volgens hem, maar met het OV reizen of dingen online doen is soms wel een optie. ‘Daar zijn nog wel wat slagen te maken.’
Jurgens houdt zich ook in zijn persoonlijk leven bezig met dit onderwerp. ‘Ik ben vooral heel bewust bezig met wat ik wel en niet koop,’ zegt hij. ‘We rijden thuis veel minder auto en zijn bezig met een elektrische auto. Ik doe meer te voet en op de fiets, we eten veel minder vlees en kopen bij voorkeur geen verpakt voedsel, maar gaan naar de boer. Prachtig dat eten in de supermarkt allemaal hygiënisch is, maar de hoeveelheid plastic is schokkend.’ Recyclen is mooi, zegt hij, maar het bungelt onderaan de circulaire ladder. ‘Het níet kopen en goed bedenken of je iets wel nodig hebt is het belangrijkste. Heb je die nieuwe televisie echt nodig?’
Hij is sterk geïnteresseerd in dit onderwerp en vertelt er graag over. ‘De NVAB heeft allerlei plaatsen om dit bespreekbaar te gaan maken, er zijn regionale bedrijfsartsenbijeenkomsten en ieder jaar hebben we de Bedrijfsgeneeskundige Dagen. Als commissie hebben we daar spreektijd gevraagd, plenair en voor werkgroepen.’ Hij toetst wel altijd eerst of mensen geïnteresseerd zijn. ‘Het moet geen ideologie worden. Er zijn ook mensen die het niet willen horen. Maar veel mensen zijn wel geïnteresseerd en dan kunnen we erover in gesprek gaan,’ vertelt hij. ‘Maar mensen hebben altijd een keuze. Het is net als wanneer mensen willen roken, als ze dat willen doen houd je ze ook niet tegen, hoe slecht het ook voor ze is.’
Om de planeet en de mensen daarop gezond te houden, is transdisciplinaire samenwerking nodig, zegt Jurgens. ‘Niet multi-, maar trans. Daarbij breng je de kennis uit verschillende velden samen om gezamenlijk nieuwe inzichten en oplossingen te vinden. Doordat we samen een patiënt zien, krijg ik inzichten van jou en jij van mij. Daar wordt iedereen beter van.’