Henk heeft vele rollen gehad: tropenarts in Afrika; bedrijfsarts bij de gezamenlijke bedrijfsgezondheidsdiensten (BGD-en) in Cuyk en in Doetinchem; opleider van bedrijfsartsen bij het Instituut voor Sociale Geneeskunde en docent aan de Radboud Universiteit in Nijmegen; oprichter en directeur van de BGD-regio Nijmegen; voorzitter en erelid van de NVAB; voorzitter van het College van Bijstand en Advies voor de Bedrijfsgeneeskunde; medeoprichter en bestuurslid van de Stichting Kwaliteitsbevordering Bedrijfsgezondheidszorg (SKB) en lid van het International Committee on Occupational Mental Health. En dan missen we waarschijnlijk nog verschillende functies. Voor velen van ons was hij echter zoveel meer dan dat: leermeester, nestor, vraagbaak, vertrouwensman en vriend. Tot op hoge leeftijd was hij actief, toonde altijd zijn persoonlijke interesse in je en vroeg steevast hoe het met je partner en kinderen ging, die hij meestal ook nog bij naam kende.
Arts in Ghana en Zuid-Afrika
Henk werd in 1927 geboren in de Indische buurt in Amsterdam waar zijn ouders een melkwinkel hadden. Mede geïnspireerd door de idealen van de Young Men’s Christian Association (YMCA) toog hij met zijn echtgenote en twee kinderen in 1956 als jonge arts naar Ghana dat in die jaren een schrikbarend artsentekort had. Daar werd het gezin met nog drie kinderen uitgebreid. Als arts leerde hij hoe belangrijk goede gezondheidszorg voor een samenleving is en hoe groot de invloed van werk en werkomstandigheden is op iemands gezondheid. Zijn persoonlijke ervaring als (bedrijfs)arts in het goudmijndistrict van Ghana van 1956-1963 legde Henk later, in 2014, vast in het boek ‘De Goudkustkolonie’. In het voorwoord schreef hij: Voor een arts was elke dag vol verrassingen. Zo ervoer ik dierbare vriendschap naast venijnige jaloezie en politisering in de gezondheidszorg, waardoor ik zelfs geconfronteerd werd met een liquidatievoorstel. Mijn zeven artsenjaren in het jonge onafhankelijk geworden land hebben mij bijzonder geboeid, in beide betekenissen van het woord. Aansluitend, van 1963 tot 1970, werkte hij als arts in Zuid-Afrika waar ook een groot deel van zijn patiënten uit een mijnwerkersgemeenschap afkomstig was. Mede door de verslechterende politieke situatie verliet hij in 1970 met het hele gezin het land in een camper en keerde in een negen maanden durende avontuurlijke reis terug naar Nederland.
Bedrijfsarts en opleider
Zijn in Afrika opgedane ervaringen op het gebied van het belang van de (werk)omgeving op de gezondheid leidde bij terugkeer tot specialisatie in de Sociale Geneeskunde en met name in de Bedrijfsgezondheidszorg. Professor Mertens, hoogleraar Sociale Geneeskunde in Nijmegen, vroeg hem om opleider voor de bedrijfsartsenopleiding SGBO te worden; een functie die hij aanvaardde maar onder voorwaarde dat hij zelf ook nog als bedrijfsarts praktiserend kon zijn, eerst bij de BGD Doetinchem en later als directeur-bedrijfsarts bij de BGD regio-Nijmegen. Henk verzorgde om de twee weken een druk bezocht lunchcollege, waarin hij aan de hand van casus uitleg gaf over zijn werk als bedrijfsarts. Hij inspireerden daarmee velen om voor dit vak te kiezen.
Tot aan zijn pensionering heeft hij deze combinatie van taken uitgevoerd. Als opleider heeft hij vele collega’s gestimuleerd, ondersteund, beïnvloed en gevormd. Daarbij was de kwaliteit van de beroepsuitoefening voor hem altijd een belangrijk uitgangspunt. Hij was een warm voorstander van een goede verzuimbegeleiding door de bedrijfsarts, maar gaf duidelijk aan dat dat iets heel anders betekende dan ziektewetcontrole. Zijn kritische attitude en ambities op het gebied van verbetering van de kwaliteit van de beroepspraktijk monden uit in het voorzitterschap van de NVAB, en zijn betrokkenheid bij de SKB). Henk ontmoette door deze activiteiten geregeld mensen met een interessante visie op aspecten van de bedrijfsgeneeskunde, die hij als gastdocent uitnodigde bij de SGBO.
Met Corry op reis in de camper
Stil zitten was aan Henk niet besteed. Tot op zeer hoge leeftijd trok hij met Corry, zijn tweede echtgenote en steun en toeverlaat (‘Aan haar ben ik meer dank verschuldigd dan wie dan ook’ schreef hij in zijn door zijn zoon Floris tijdens de uitvaart voorgelezen afscheidsbrief) in hun camper door de wereld. Dat hij zijn interesse en ook zijn kritische attitude ten aanzien van het vak van bedrijfsarts nooit heeft verloren leert ook een nog in 2015 in TBV gepubliceerd interview.
De bedrijfsgezondheidszorg is hem veel dank verschuldigd. We zullen hem missen en wensen Corry, zijn kinderen, kleinkinderen en verdere familie en vrienden heel veel sterkte.
Carel Hulshof is emeritus hoogleraar Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde bij het Amsterdam UMC.
Joost van der Gulden is hoofd van de SGBO en opleidingsdirecteur binnen het Radboudumc.
Contact: c.t.hulshof@amsterdamumc.nl