Naam: Moniek van Zitteren (37)
Functie: Verzekeringsarts bij UWV
Nevenfuncties: redactielid TBV en lid commissie Opleiding NVVG
Vertel eens iets over je achtergrond?
‘Ik ben na mijn geneeskundestudie aan de Erasmus Universiteit gepromoveerd op het onderzoek “Kwaliteit van leven bij patiënten met perifeer vaatlijden”. Daarna ben ik in de chirurgie gestart. Eerst als anios, later als aios. Ik vind chirurgie nog altijd een ontzettend mooi vak.’
Waarom dan toch verzekeringsgeneeskunde?
‘Gaandeweg was ik op zoek naar een betere werk-privé balans omdat ik niet de altijd afwezige moeder wilde zijn. Toen ben ik op zoek gegaan naar wat beter bij mij past en kwam ik bij verzekeringsgeneeskunde uit. Ook met het idee dat ik hier naar het complete plaatje van de mens kan kijken. Dat is het mooie aan dit vak. Ik mag alle puzzels leggen. Je kijkt naar het geheel en ziet alle denkbare ziektebeelden voorbijkomen.’
Binnenkort switch je van baan. Wat ga je doen?
‘Ik heb de afgelopen vijf jaar bij UWV gewerkt maar stap nu over naar de private verzekeringsgeneeskunde. Daar ga ik mij op letselschade richten. Het is voor mij een mooie, nieuwe uitdaging, waarbij ik hoop dat ik ook mijn chirurgische kennis meer kan toepassen. Binnen chirurgie heb ik altijd in de traumasetting gewerkt. Je vangt mensen op na een ongeval en probeert de acute schade zo goed mogelijk te herstellen. Op langere termijn zie je je patiënten niet altijd terug. In mijn nieuwe baan is dat anders. Bij letselschade gaat het immers vooral om late gevolgen van ongevallen. Het is dan handig om een zekere voorkennis te hebben.’
Waarom ben je naast je werk ook actief voor de beroepsgroep?
‘Dat is de aard van het beestje. Ik kan niet goed stilzitten en ben altijd op zoek naar een uitdaging. Mijn interesse gaat, vanuit mijn achtergrond als klinisch epidemioloog, vooral uit naar wetenschappelijk onderzoek en hoe je dat in je dagelijks werk kunt inbedden. Dat miste ik een beetje in mijn werk bij UWV. Ik wil altijd verder kijken dan mijn neus lang is. De stafverzekeringsarts stimuleerde dat ook, hij bracht mij in contact met de toenmalige hoofdredacteur van TBV. Ik kon daar een jaar stage lopen en ben daarna gevraagd om te blijven. Ik heb ja gezegd omdat ik het enorm leuk vind om te doen. Ik word er echt vrolijk van.’
Is er ook een wisselwerking met je eigen werk?
‘Dat denk ik zeker. Ik blijf goed op de hoogte van nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen die je vaak ook in de praktijk kunt toepassen. Daarnaast leren we veel van elkaar. Als verzekeringsarts beoordeel je binnen de WVP het werk van de bedrijfsarts, je staat dan soms min of meer tegenover elkaar. Bij TBV werken verzekerings- en bedrijfsartsen samen aan het tijdschrift en de website. Door die samenwerking en kennisuitwisseling krijg je meer begrip voor elkaar en ieders vak.’
Wat draagt het bij aan de beroepsgroep?
‘Ik vind het belangrijk om kennis die we hebben met elkaar te delen. In de dagelijkse praktijk zie je dat nog weinig gebeuren. Als het wel gebeurt hoor je vaak dat mensen die informatie van TBV of TBV-online hebben. Via mijn redacteurschap draag ik dus bij aan de verdere ontwikkeling van een belangrijk medium om wetenschappelijke kennis te verspreiden. En dat is belangrijk, zeker in een vakgebied waarin de wetenschap nog in ontwikkeling is. Het is dus niet alleen leuk om te doen maar ook nuttig voor de beroepsgroep.’
Je bent daarnaast ook actief voor de NVVG?
‘Klopt. Ik ben als aios verzekeringsgeneeskunde vanuit de SGBO afgevaardigd in de commissie opleiden. Dat stokje heb ik inmiddels overgedragen aan een nieuwe aios, maar ik ben zelf in de commissie blijven zitten. Het is een belangrijke commissie omdat we praten over alles wat met de opleiding tot verzekeringsarts te maken heeft en ons ook om advies wordt gevraagd. Zo is door collega commissieleden bijvoorbeeld recent uitgebreid gekeken naar het toetsboek van het landelijk opleidingsplan.
Adviseer je collega’s om ook bestuurlijk actief te zijn?
‘Ik heb altijd de dingen gedaan die ik leuk vond om te doen en niet omdat het moest of omdat anderen vonden dat ik het moest doen. Mijn advies is dan ook: kijk naar welke dingen je leuk vindt en waar je energie van krijgt. Het is ook belangrijk dat je iets doet waar je achter staat. Er zijn genoeg mogelijkheden binnen ons vakgebied. In het algemeen is het natuurlijk altijd verstandig om verder te kijken dan je eigen spreekkamer. Verbreed je blik, zet jouw kennis en kunde in voor het vak. Dat komt het best uit de verf als je dat met passie doet. Want het zijn natuurlijk wel taken die je naast je werk moet doen en die om een tijdsinvestering vragen.’