Bijna twaalf jaar geleden vroeg een docent aan ons als kersverse geneeskundestudenten wie er van plan was om buiten het ziekenhuis een carrière te hebben. De ijzige stilte die volgde paste niet bij de warme septemberdag. Natuurlijk had niemand dit voor ogen. Er werden vanuit ooghoeken blikken door de kamer geworpen om te zien welke sukkel dit zou willen. Ik ging dat zeker niet zijn.
Om te beginnen had ik groots respect voor alle artsen die buiten het ziekenhuis werkten, maar het was gewoonweg niet iets wat ik voor mezelf voor me zag. Nee, in mijn toekomstvisie ging ik in een witte jas door mijn ‘tweede huis’ heen om zoveel mogelijk mensen beter te maken. Daar was ik immers voor gaan studeren (en dan had ik nog niet eens Grey’s Anatomy gezien).
Dit heb ik tot het einde van mijn studententijd ook zo volgehouden. Ik stortte mij volledig op mijn studie en nog veel meer op mijn coschappen. Extra diensten waren mij niet vreemd en ik viel al snel als een blok voor de chirurgie. Daar was de actie, de snelheid en het temperament, die als een brandstof voor me werkten. Het opereren was een kunstvorm die ik me ook eigen wilde maken. Buiten het ziekenhuis werken? Nee, tussen mijzelf en die uitkomst ging ik steviger staan dan een moeder tussen een potentiële bedreiging en haar kind.
Zoals eigenlijk altijd gebeurt als je een weg aflegt, kwam ik hobbels tegen op mijn pad. Vaak zijn die wel te behappen. Echter, wanneer je benen je letterlijk niet meer over deze weg kunnen dragen, moeten er keuzes gemaakt worden. Dat betekent niet dat je moet stoppen met lopen, maar dat je simpelweg een ander pad moet inslaan.
Ik heb graag gelijk, maar het is ook heel mooi om te leren hoe erg je ernaast kan zitten. Het ziekenhuis was ineens geen optie meer en ik bleek op te bloeien in de sociale geneeskunde; namelijk de bedrijfsgeneeskunde! Ineens zag ik hoeveel meer een mens is dan enkel hun medische probleem en hoeveel invloed dat op een ziektebeloop heeft. Ik leerde hoe curatief een luisterend oor of een goed gesprek soms kan zijn, iets waar je in het ziekenhuis geen tijd voor hebt. Ik merkte dat dingen voor ons als arts soms vanzelfsprekend zijn, maar dat ze een compleet nieuw inzicht vormen voor de patiënt, die daardoor weer verder kan. Eigenlijk past dit veel meer bij mijn redenen om ooit arts te willen worden dan ik vooraf dacht. Niks “sukkel”.’
Graag nodig ik eenieder uit: een andere invalshoek kan wel eens een bijzonder mooi nieuw licht geven. Aurora borealis is immers ook niet alleen maar groen.