Onlangs had TBV een nummer met bijdragen over sekse- en genderverschillen in relatie tot ziekte en gezondheid. Voor wie zich hier verder in wil verdiepen is het handboek Sekse- en gendersensitieve geneeskunde een aanrader. In 32 hoofdstukken worden zowel algemene onderwerpen zoals hulpzoekgedrag, als een ruim aantal ziektebeelden behandeld. Ieder hoofdstuk begint met een herkenbare casus. Ook de verdere tekst is praktisch van aard en steeds goed onderbouwd met verwijzingen naar relevante bronnen. De auteurs geven telkens een beknopt overzicht van de onderwerpen, zodat dit boek voor wie al wat langer geleden is afgestudeerd ook een opfriscursus biedt. Bijvoorbeeld de bijdragen over hersenen en over veroudering geven een mooi overzicht van recente kennisontwikkeling.
Ik raakte geboeid door het hoofdstuk over arbeid. Petra Verdonk en Saskia Duijs zoeken hierin naar een verklaring voor verschillen in verzuim. Vrouwen melden zich wat vaker ziek en hun verzuimduur is gemiddeld wat langer. Dit heeft deels te maken met de gezondheidsverschillen die in andere hoofdstukken worden behandeld, maar er speelt meer. Vrouwen werken vaker in sectoren die een hoog verzuim kennen, zoals zorg en welzijn en de kinderopvang. In deze sectoren zijn de lonen lager en de werkomstandigheden ongunstiger.
Maar niet alleen dat speelt een rol. Vrouwen werken vaker parttime en hebben werk waarin ze minder doorgroeimogelijkheden en zeggenschap ervaren. Ook verschillen in onbetaalde arbeid spelen mee. Vrouwen zijn thuis meer belast met de zorg voor kinderen en mantelzorgtaken. Er bestaat zo een kluwen van factoren die kunnen bijdragen aan verzuim. Verdonk en Duijs laten zien dat dit nog scherper speelt voor vrouwen met een migratieachtergrond. Zij hebben ook te maken met racisme op de werkvloer. Zeker voor alleenstaande moeders is het moeilijk om het hoofd boven water te houden, met alle kans op overbelasting en uitval. We moeten dus niet alleen oog krijgen voor sekse- en genderverschillen, maar ook letten op verschillen in huidskleur en sociaaleconomische positie.
Een belangrijke boodschap in vrijwel ieder hoofdstuk is dat vrouwen andere klachten ervaren en deze anders uiten dan mannen. Als artsen daar onvoldoende op gespitst zijn, worden diagnoses gemist. Dit geldt bijvoorbeeld voor autismespectrumstoornissen en ADHD. Docenten, psychologen en artsen zijn vooral vertrouwd met het klachtenpatroon bij jongens met ADHD of ASS. Jongens worden daardoor eerder en vaker verwezen voor diagnostiek en begeleiding dan meisjes.
Gelet op wat ik leerde in het hoofdstuk over arbeid zocht ik even op internet en ja hoor, dit probleem speelt ook voor mensen met een migratieachtergrond. De sociale en communicatieve problemen van kinderen uit etnische minderheidsgroepen met ASS of ADHD worden in veel gevallen anders geduid. De diagnose ADHD of autisme wordt dus nogal eens gemist. Overweeg daarom nadere diagnostiek wanneer je bij de begeleiding of beoordeling van een werknemer aan een van deze beelden denkt, met name wanneer het om een vrouw of iemand met een migratieachtergrond gaat.
Joost van der Gulden is bedrijfsarts en plaatsvervangend hoofdredacteur van TBV.
contact: joost.vandergulden@radboudumc.nl