Hoewel de toepassing ervan nog achterblijft komt er mondjesmaat meer kennis beschikbaar over sekse- en genderverschillen in ziekte en gezondheid en wordt er gepleit voor een meer gendersensitieve geneeskunde.1 Ook in dit tijdschrift wordt af en toe aandacht besteed aan man-vrouwverschillen met betrekking tot de aard en de beleving van en de omgang met klachten en symptomen van werkgerelateerde aandoeningen zoals burn-out of hart- en vaatziekten.2,3
Wat opvalt is dat het bij de gepresenteerde voorbeelden van die verschillen in die artikelen vaak gaat om de bevindingen bij en van vrouwen. Dat is niet verbazingwekkend. Bij veel voorkomende klachten en aandoeningen zijn in de wetenschappelijke literatuur mannen veel intensiever onderzocht dan vrouwen. Daarom worden in de artikelen vooral juist de afwijkende bevindingen bij vrouwen genoemd.
Maar hoe zit het dan eigenlijk bij die mannen? Waarin wijken zij vooral af van vrouwen? Wat weten we daarvan? Bij ischemische hartaandoeningen leidt bij mannen, meer dan bij vrouwen, ervaren werkdruk in combinatie met weinig sturingsmogelijkheden op het werk tot een hogere kans op een recidief. Bij de twee centrale componenten van burn-out, emotionele uitputting en depersonalisatie, staan bij mannen in tegenstelling tot de vrouwen depersonalisatiegevoelens meer op de voorgrond. Dit kan zich uiten in cynisch gedrag dat ten koste gaat van de kwaliteit van de zorg en gepaard gaat met een grotere kans op fouten, conflicten en tuchtrechtelijke klachten. Mannen verschillen van vrouwen in de presentatie van klachten bij depressie. Bij hen moet meer gelet worden op middelenmisbruik en bij de uitlokkende factoren specifiek gevraagd worden naar verlies van werk, status en inkomen. Ook in het revalidatieproces bij langdurige uitval uit het werk door aandoeningen van het bewegingsapparaat spelen genderspecifieke aspecten een rol. Sterke genderidentificatie, zoals naar voren komend in het stereotype beeld van de ideale man als een stoere, goed presterende werker, heeft een negatieve invloed op het opvolgen van de revalidatieadviezen.
Bij mannen met een depressie moet meer gelet worden op middelenmisbruik
Het is duidelijk dat de kennis, met name van man-vrouwverschillen bij werkgerelateerde aandoeningen, nog vrij fragmentarisch is. Hier is nog een wereld te winnen.
Misschien kunnen we ook wel een beetje te rade gaan bij de dierenwereld. Bij het symposium ter gelegenheid van het afscheid van Joost van der Gulden bij de SGBO, onlangs in koninklijke Burgers’ Zoo, gaf de daar werkzame bioloog Constanze Mager een fraai overzicht van het gedrag van veel dieren en mannetjes-vrouwtjesverschillen daarbij. Duidelijk kwam naar voren dat bij veel dieren het meeste werk en de meest verantwoordelijke taken op de schouders van de vrouwtjes rusten.
Tja, mijn oma zei het vroeger al: ‘Ach, die mannen… het blijven stumpers’.
Referenties
1. Wijkhuis J. ‘Als gendersensitieve geneeskunde het einddoel is, zijn we nog niet eens halverwege’ (interview met prof. Toine LagroJanssen). TBV-Online.nl: 09 dec 2021.
2. De Rijk A. Zijn vrouwen vaker burned-out dan mannen? TBV-online.nl: 8 aug. 2022.
3. Hulshof C, Lagro-Janssen T. Werk, gender en gezondheid. TBV 2021;30(1-2):65-69.