Methode: achttien interviews
Resultaten: artsen in andere rol
De achttien deelnemers waren vier bedrijfsartsen, vier arbeidsdeskundigen, vier verzekeringsartsen, twee vertegenwoordigers van arbodiensten, één vertegenwoordiger van de UWV-cliëntenraad en één van UWV, één vertegenwoordiger van werknemers en één vertegenwoordiger van werkgevers. Deelnemende professionals hadden gemiddeld twaalf jaar werkervaring (spreiding 0 tot 25 jaar) als geregistreerd bedrijfsarts, arbeidsdeskundige of verzekeringsarts. Meerdere deelnemers hadden ook werkervaring in één van de andere beroepen of waren (eerder) werkzaam (geweest) bij UWV of juist daarbuiten. Citaten van de deelnemers staan in Tabel A. Uit de tekstanalyse bleek dat bedrijfsartsen met name de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) of het daarvan afgeleide Inzetbaarheidsprofiel (IZP) gebruiken voor het weergeven van de belastbaarheid van zieke werknemers. Verzekeringsartsen gebruiken voor de claimbeoordeling de FML. Ondanks dat zowel bedrijfsartsen als verzekeringsartsen de FML of een afgeleide daarvan gebruiken, gaven zij aan dat de belastbaarheid die zij weergeven voor dezelfde zieke werknemer niet altijd overeenkomt. Arbeidsdeskundigen merkten dit ook op. De reden die deelnemers hiervoor noemden is dat bedrijfs- en verzekeringsartsen de belastbaarheid weergeven vanuit een andere rol: de re-integratie-rol versus de claim-rol. Hierin ligt ook de basis voor het feit dat zij soms verschillende definities hanteren voor hetzelfde begrippen- en referentiekader (namelijk de FML of een afgeleide daarvan) (Tabel A, 1). Volgens de deelnemers is er onder werknemers en (met name kleinere) werkgevers ook regelmatig onbekendheid met het Poortwachterproces in het algemeen en specifiek met de rol van de bedrijfsarts en verzekeringsarts daarin.
Tabel A
1. Verschillende rollen en definities
|
|
Bedrijfsarts 1
|
‘Bijvoorbeeld met overspanning […] vaak zijn ze in eerste instantie helemaal van de kaart. Dan gaat het batterijtje het weer beter doen. In UWV-termen komen er dan benutbare mogelijkheden, dan is het in mijn ervaring heel effectief nog even te wachten met re-integreren. […] Maar dan is het doel dus niet steeds om per moment te beoordelen: wat is de maximale belastbaarheid.’
|
Arbeidsdeskundige UWV 1
|
‘De meeste discussie ontstaat natuurlijk in rubriek 1 en 2 [persoonlijk en sociaal functioneren], die mentale belastbaarheid van iemand, die definities die luisteren gewoon heel erg nauw.’
|
Verzekeringsarts privaat 1
|
‘En dat zal je dan ook zien in de private sector […] dus de bedrijfsarts die heeft zo’n IZP ingevuld, wat er wellicht precies hetzelfde uitziet als een FML*, maar het dus eigenlijk niet is. […] Je laat een verzekeringsgeneeskundige expertise uitvoeren waar twee heel andere resultaten uitkomen. […] En dat levert denk ik zowel voor de bedrijfsarts, de verzekeringsarts bij UWV als de verzekeringsarts in de private sector een probleem op.’
|
2. Onbegrip en ervaren willekeur
|
|
Vertegenwoordiger werkgevers
|
‘Een soort willekeur, maar het geeft ook onzekerheid zelfs, hoe kan het dat de ene arts zegt: deze meneer kan helemaal niets meer en dat de andere arts inderdaad doodleuk zegt: ja, ach […], ik kijk er anders tegenaan, en dat en dat had wél gekund.’
|
Vertegenwoordiger arbodiensten 1
|
‘Het wordt ook heel vaak ervaren als willekeur vanuit UWV naar verzekeringsarts. De bedrijfsarts ziet twee jaar lang iemand, geeft de adviezen, na die twee jaar komt iemand bij de verzekeringsarts, die heeft veel minder contact met de werknemer en doet vervolgens een oordeel wat volledig afwijkt van de bedrijfsarts. Dus dat is een knelpunt.’
|
3. Defensief handelen
|
|
Vertegenwoordiger arbodiensten 2
|
‘Dat leidt ook tot defensief gedrag bij de bedrijfsartsen richting de RIV-toets waardoor er allerlei acties ingezet worden die vanuit de inhoud niet altijd nodig zijn, maar vanuit het proces wenselijk zijn. […] Waar het om draait is dat er om administratieve redenen interventies gedaan worden, bijvoorbeeld 2e-spooronderzoek, bijvoorbeeld het opstellen van een beperking- en belastbaarheidsprofiel.’
|
Bedrijfsarts 3
|
‘Ja ik ben toch ook altijd wel zeg maar globaal wel bezig om het dossier ook voor het UWV op orde te houden […] In het algemeen is toch wel de insteek om sancties te voorkomen en wil je het gewoon netjes op orde houden. Dus eh, en daar helpt het [de expertise waarbij FML wordt opgesteld door een verzekeringsarts] wel bij. Ja.’
|
4. Voorlichting Poortwachterproces
|
|
Bedrijfsarts 4
|
‘Dus misschien is dat wel een stukje wat in voorlichting helpt, we hebben, we gaan met elkaar 2 jaar aan de slag om zo goed mogelijk te re-integreren en dat lukt of lukt niet. En dan kom je op een gegeven moment bij de deur van de verzekeraar en dat is een andere beoordeling, dat is een ander proces.’
|
Bedrijfsarts 1
|
‘Communicatie van het UWV uit, waarin goed geborgd wordt met brieven en filmpjes of weet ik veel wat, dat mensen echt gewaarschuwd worden […] zodat ze ook weten van ja, als ik nu nog een jaar achterover leun, dan heb ik mezelf daarmee.’
|
5. Eenduidig begrippen- en referentiekader
|
|
Verzekeringsarts UWV 2
|
‘Je bent [als bedrijfsarts] niet bezig met wat kan iemand niet meer en waar leidt dat toe? Nee, wat kan iemand nog wel en waar kan ik iemand nog herplaatsen? En welke tools heb ik daarvoor? Op die manier beschrijf je die belastbaarheid. […] Dat is zo wezenlijk anders [dan als verzekeringsarts].’
|
Bedrijfsarts 1
|
‘Die FML-logica is volstrekt waardeloos en nutteloos bij het geven van re-integratie-adviezen.’
|
Vertegenwoordiger UWV
|
‘Het liefst ook een soort gelegitimeerde taal die we gaan gebruiken en die door de driehoeksgroep [bedrijfsarts, arbeidsdeskundige, verzekeringsarts] ook wordt geaccepteerd en waar iedereen zijn handtekening onder zet wat mij betreft en die taal ontwikkelt zich door een voortdurende investering en bijstelling daarvan.’
|
6. Begrijpelijk instrument
|
|
Bedrijfsarts 4
|
‘Het [FML] is in de communicatie naar werkgever en werknemer echt een ja, een onding, zeg maar.’
|
Vertegenwoordiger werknemers
|
‘Voor werknemers is dat begrippenkader vaak heel erg onduidelijk.’
|
7. Detaillering, toelichting en externe factoren
|
|
Bedrijfsarts 4
|
‘Als we hem [het instrument] teveel dichttimmeren, in die eerste 2 jaar, remt het denk ik ook re-integratie en worden de mogelijkheden afgeschoten die er misschien wel zijn.’
|
Arbeidsdeskundige privaat 2
|
‘Maar voor mijn advies is het wel van belang om het toch zo gedetailleerd mogelijk te weten […] vooral als het gaat over: kan iemand zijn eigen werk wel of niet doen, soms komt dat heel nauw.’
|
Arbeidsdeskundige privaat 1
|
‘Als externe factoren noem je verstoring arbeidsrelatie, werkomstandigheden en thuis-privésituatie, en dan nog met deze specifieke toelichting erbij, daar heb jij echt wat aan als arbeidsdeskundige, als de bedrijfsarts dat erbij zet.’
|
8. Re-integratie moet volgbaar zijn
|
|
Arbeidsdeskundige UWV 2
|
‘Bij die RIV*-toets [toetsing van het re-integratie verslag], dan moet voor mij gewoon aantoonbaar gemaakt worden of er re-integratiekansen gemist zijn en daar heb ik die FML tot 3 cijfers achter de komma niet voor nodig.’
|
9. ICF als basis
|
|
Verzekeringsarts privaat 2
|
‘Wat mij betreft moet dat zoiets zijn zoals ze die in de Participatiewet gebruiken. Omschrijven en dat daarmee iedereen begrijpt wat ermee wordt bedoeld.’
|
Arbeidsdeskundige privaat 1
|
‘Ja, ik koppel het vaak toch wel een beetje aan het ICF-model, dat is toch een beetje het moreel eromheen om daarin te communiceren.’
|
10. Frequentere en meer structurele communicatie
|
|
Verzekeringsarts UWV 1
|
‘Op het moment dat je als bedrijfsarts zegt: spoor 1 re-integratie in het eigen werk dat lukt niet meer er moet worden gekeken naar ander werk, hetzij bij de eigen werkgever of bij een andere werkgever, laat dan de verzekeringsarts instappen.’
|
Bedrijfsarts 3
|
‘Er zijn zeker momenten dat er behoefte is aan even sparren met elkaar […]. Nu zeg ik dan tegen de werkgever: vraag maar een deskundigenoordeel aan. En dat is eigenlijk jammer en omslachtig, want als je elkaar even kan bellen, dan gaat dat natuurlijk een stuk sneller.’
|
Vertegenwoordiger arbodiensten 1
|
‘In de opleiding wordt ook een combinatie gemaakt, dus dat een aantal modules van zo’n opleiding door verzekeringsartsen en bedrijfsartsen samen worden gevolgd. Dat vind ik een heel goede ontwikkeling.’
|
*FML is Functionele Mogelijkheden Lijst – RIV is Re-Integratie Verslag.
|
Onbegrip en verwarring
Voorlichting Poortwachterproces
ICF als gemeenschappelijke taal?
Meer communicatie tijdens verzuim
Discussie: basis nieuw instrument
Sterke en zwakke punten onderzoek
Conclusie: belang van eenduidigheid
Referenties
2.
3.
4.
5.