Ongeveer 55 procent van de 19.890 beroepsziektemeldingen die de afgelopen vijf jaar bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) zijn geregistreerd betreft vrouwen. Ondanks dat 48 procent van de werkende beroepsbevolking vrouw is (CBS-cijfers 2021).1
Dit is grotendeels het gevolg van de coronapandemie, waarbij veel meldingen uit de gezondheidszorg kwamen – een sector waar volgens het CBS 84 procent van de werknemers vrouw is. In de gezondheidssector waren de meeste beroepsziektemeldingen covid-gerelateerd tijdens de coronaperiode. Zonder deze covid-19- en long-covid-meldingen is de landelijke verdeling van beroepsziektemeldingen in lijn met de verdeling van het CBS, respectievelijk 51 en 49 procent voor mannen en vrouwen.
Top 5 sectoren
Figuur 1 laat zien dat de sekseverdeling binnen de sectoren-top 5 van beroepsziektemeldingen grotendeels overeenkomt met de sekseverdeling van werkenden op basis van de CBS-cijfers. In de gezondheidszorg en het onderwijs, waar overwegend vrouwen werken, komen meer beroepsziektemeldingen voor bij vrouwelijke werknemers en in de industrie en bouwnijverheid, waar overwegend mannen werken, komen juist meer meldingen voor bij mannelijke werknemers.
In figuur 2 wordt de verdeling tussen sekse voor de drie grootste diagnosecategorieën weergegeven.
Coronapandemie veroorzaakt verschuiving in meldingen
Psychische aandoeningen en long- en luchtwegaandoeningen worden meer gemeld voor vrouwelijk werknemers. Hierbij moet aangemerkt worden dat meldingen van long- en luchtwegaandoeningen vooral het gevolg zijn van meldingen uit de gezondheidszorg als gevolg van de coronapandemie.
Zonder de meldingen als gevolg van de coronapandemie is de verdeling van long- en luchtwegaandoeningen 74 procent man en 26 procent vrouw, met name door meldingen vanuit de industrie. De psychische aandoeningen komen voornamelijk uit de gezondheidszorg, de overheid en de industrie.
Industrie, bouw en vervoer: ziekten houding- en bewegingsapparaat
Aandoeningen aan het houding- en bewegingsapparaat komen vooral uit de industrie, bouwnijverheid en vervoer en opslag – drie sectoren met overwegend mannelijke werknemers (zie figuur 1 – CBS-data).
‘Vrouwen hebben een grotere kans op het ontwikkelen van een depressie of angststoornis’
Veel invloed gezondheidszorg
De beroepsziektemeldingen bij het NCvB lijken dus vooral een afspiegeling te zijn van de sekseverdeling binnen sectoren of de verschillen in werkzaamheden tussen de seksen, waarbij de gezondheidszorg met 34 procent van het totaal aantal meldingen veel invloed heeft op de verdeling – vooral bij long- en luchtwegaandoeningen als gevolg van de coronapandemie.
Ook speelt de sekse-gevoeligheid mee bij het ontwikkelen van een beroepsziekte. Zo hebben vrouwen een grotere kans voor het ontwikkelen van mentale aandoeningen zoals depressie of angststoornis ten opzichte van mannen (odds ratio 1.5; 95% betrouwbaarheidsinterval 1.1-2.1) (Boyd et al. 20152). Dit kan verklaren dat psychische aandoeningen meer voorkomen in sectoren waar overwegend vrouwen werken. Een ander voorbeeld van sekse-gevoeligheid is het verschil in spierkracht tussen mannen en vrouwen, waardoor vrouwen relatief meer spierkracht en -activatie moeten uitoefenen bij het tillen van dezelfde lasten ten opzichte van mannen. Met name wanneer boven schouderhoogte getild moest worden (Martinez et al. 20203). Uit wetenschappelijke literatuur blijkt dat verschillen in biologische en sociaal-culturele factoren ook een rol kunnen spelen bij het ontwikkelen van (werkgerelateerde) ziekten, maar dit is op grond van de beroepsziektenregistratie niet de duiden.
▶ Dr. Steven Visser, dr. Sietske Tamminga en prof. dr. Henk van der Molen zijn verbonden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten, Afdeling Public and Occupational Health, Amsterdam UMC, Amsterdam
De cijfers van de monitor NCVB (meldingen beroepsziekten van de bedrijfsarts) moeten met de grootst mogelijke voorzichtigheid worden geinterpreteerd, aangezien de data set niet representatief is.
Het NCVB is de beheerder van deze dataset, in opdracht van ministerie van SZW, op basis van de wettelijke regeling melden beroepsziekten door bedrijfsartsen en/of arbodiensten.
Jaarlijks brengt het NCVB daarover rapport uit. Middels allerlei soorten rapportages. Zoals deze. Toch is de betekenis hiervan zeer beperkt. De NCVB monitor wordt dan ook niet ‘officieel’ gebruikt in andere SZW rapportages, wat de vraag oproept wat de meerwaarde hiervan eigenlijk is.
Acht jaar geleden kaartte ik dit probleem al eerder aan middels aantal blogs en publicaties.
Directe aanleiding was toen het voornemen van de toenmalige minister van SZW ( Asscher) om het niet melden door de bedrijfsarts beboetbaar te maken. Later is dit – ondanks harde kritiek van Raad van State – wettelijk vastgelegd, maar met randvoorwaarde dat de bedrijfsartsen eerst nog enige tijd kregen hun ‘meldgedrag ’te verbeteren. Aangezien ongeveer de helft van de bedrijfsartsen een zogenaamde ‘nulmelder’ bleek te zijn. Ik verwijs naar de artikelen in Trouw daarover.
Voor zover mij bekend heeft die evaluatie nooit plaats gevonden, tenminste niet ‘officieel’. En dat is op zich niet verbazingwekkend.
Het melden van de beroepsziekten in de huidige vorm en opzet was én is een niet werkzaam idee/concept.
De NCVB monitor kan worden geduid als een kapotte thermometer. Er is een uitslag, maar het zegt weinig tot niets.
Er zijn hele stapels rapporten over probleem van wel/niet melden van beroepsziekten door bedrijfsartsen geschreven. Men ( SZW, NVAB, NCVB, OVAL enz) is bekend met in en outs ervan. Er zijn veel betere oplossingen voor handen, maar die zijn/worden ‘actief ’ter zijde gelegd. Men kan zich hardop afvragen waarom dat zo is.
Naar aanleiding van die stukjes heb ik gesprekken gevoerd met oa NCVB, SZW en NVAB, maar dit leidde tot niets.
Vandaar dat we anno 2023 nog steeds met een niet werkende monitor zitten, waar de bedrijfsarts middels wettelijke regeling aan vast gekoppeld is.
De kern van mijn kritiek is dat de data set niet representatief ( te maken) is – doordat de methodologische opzet erachter zo vloeibaar als water is. Het is en blijft een kapotte thermometer. De sector gaat graag prat op haar evidenced based aanpak/karakter. Zie hier het tegenovergestelde.
De kernvraag is dus waarom stoppen ‘we’ hier dus niet mee
De cijfers van de monitor NCVB (meldingen beroepsziekten van de bedrijfsarts) moeten met de grootst mogelijke voorzichtigheid worden geinterpreteerd, aangezien de data set niet representatief is.
Het NCVB is de beheerder van deze dataset, in opdracht van ministerie van SZW, op basis van de wettelijke regeling melden beroepsziekten door bedrijfsartsen en/of arbodiensten.
Jaarlijks brengt het NCVB daarover rapport uit. Middels allerlei soorten rapportages. Zoals deze. Toch is de betekenis hiervan zeer beperkt. De NCVB monitor wordt dan ook niet ‘officieel’ gebruikt in andere SZW rapportages, wat de vraag oproept wat de meerwaarde hiervan eigenlijk is.
Acht jaar geleden kaartte ik dit probleem al eerder aan middels aantal blogs en publicaties.
Directe aanleiding was toen het voornemen van de toenmalige minister van SZW ( Asscher) om het niet melden door de bedrijfsarts beboetbaar te maken. Later is dit – ondanks harde kritiek van Raad van State – wettelijk vastgelegd, maar met randvoorwaarde dat de bedrijfsartsen eerst nog enige tijd kregen hun ‘meldgedrag ’te verbeteren. Aangezien ongeveer de helft van de bedrijfsartsen een zogenaamde ‘nulmelder’ bleek te zijn. Ik verwijs naar de artikelen in Trouw daarover.
Voor zover mij bekend heeft die evaluatie nooit plaats gevonden, tenminste niet ‘officieel’. En dat is op zich niet verbazingwekkend.
Het melden van de beroepsziekten in de huidige vorm en opzet was én is een niet werkzaam idee/concept.
De NCVB monitor kan worden geduid als een kapotte thermometer. Er is een uitslag, maar het zegt weinig tot niets.
Er zijn hele stapels rapporten over probleem van wel/niet melden van beroepsziekten door bedrijfsartsen geschreven. Men ( SZW, NVAB, NCVB, OVAL enz) is bekend met in en outs ervan. Er zijn veel betere oplossingen voor handen, maar die zijn/worden ‘actief ’ter zijde gelegd. Men kan zich hardop afvragen waarom dat zo is.
Naar aanleiding van die stukjes heb ik gesprekken gevoerd met oa NCVB, SZW en NVAB, maar dit leidde tot niets.
Vandaar dat we anno 2023 nog steeds met een niet werkende monitor zitten, waar de bedrijfsarts middels wettelijke regeling aan vast gekoppeld is.
De kern van mijn kritiek is dat de data set niet representatief ( te maken) is – doordat de methodologische opzet erachter zo vloeibaar als water is. Het is en blijft een kapotte thermometer. De sector gaat graag prat op haar evidenced based aanpak/karakter. Zie hier het tegenovergestelde.
De kernvraag is dus waarom stoppen ‘we’ hier dus niet mee
opinie blog – de bedrijfsarts, de minister en een onbegaanbare weg – Medisch Contact – 2015
https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/de-bedrijfsarts-de-minister-en-een-onbegaanbare-weg-dolf-algra
Trouw- 2015 – helft bedrijfsartsen meldt beroepsziekten nooit
https://www.trouw.nl/nieuws/helft-bedrijfsartsen-meldt-beroepsziekten-nooit~b4ead544/#:~:text=Jaarlijks%20maakt%2070%20procent%20van,ziek%20worden%20door%20hun%20werk.
Opinie blog medisch Contact – schaf meldingsplicht beroepsziekte door bedrijfsarts af – 2015
https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/schaf-meldingsplicht-beroepsziekte-door-bedrijfsarts-af-dolf-algra
of kijk voor meer argumenten bij internet consultatie SZW – dat kan anders – de werkplaats
of bekijk oude TBV uit 2015 – dolf algra – schaf melding beroepsziekte door bedrijfsarts af