Bestaanszekerheid in de sociale verzekering
Artikel 20 lid 1 van de Grondwet luidt: ‘De bestaanszekerheid der bevolking en spreiding van welvaart zijn voorwerp van zorg der overheid.’ De artikelleden 2 en 3 vullen aanspraken op sociale zekerheid en het recht op bijstand in. Divosa3 werkt dit nader uit: ‘Een bestaan met voldoende en voorspelbaar inkomen, een woning, toegang tot onderwijs en zorg en een buffer voor onverwachte uitgaven’.
Voor inkomen uit werk is de arbeidsmarkt de grootste factor en bekend is dat ouderen, flexwerkers en mensen met een arbeidsbeperking moeilijk betaald werk vinden.4 Ondersteuning vanuit de sociale verzekering ontbreekt voor zelfstandigen en is beperkt voor jonggehandicapten, flexwerkers en veel mensen met een arbeidsbeperking.4 Voor de verzekeringsarts vallen deze groepen buiten de scope. De verzekeringsarts draagt met de claimbeoordeling bij aan de bestaanszekerheid van de burger die daar volgens wet- en regelgeving recht op heeft én draagt eraan bij dat deze ondersteuning niet terecht komt bij niet-rechthebbenden (rechtmatigheid). Idealiter ondersteunt een goed oordeel ook het beleid bij reïntegratie. In vergelijkbare gevallen moeten vergelijkbare oordelen en ondersteuning worden gegeven (rechtsgelijkheid). Tijdigheid en doelmatigheid zijn daarbij randvoorwaarden. Het oordeel is echter geen meting en daardoor is de bandbreedte van de claimbeoordeling een permanent punt van zorg.4
Rechtmatigheid, rechtsgelijkheid en doelmatigheid kunnen op gespannen voet staan met elkaar en met de praktijk, dat is inherent aan de sociale verzekering5: zekerheid over de rechtmatigheid vraagt uitgebreid onderzoek, wat op gespannen voet staat met tijdigheid en kosten; voor rechtsgelijkheid is nauwkeurige kwaliteitssturing en monitoring nodig, wat kan wringen met de uitvoerbaarheid en kosten. In de praktijk vindt een, veelal niet-transparante, uitruil plaats.4
De bandbreedte van de claimbeoordeling is een permanent punt van zorg
Om de claimbeoordeling tot een goed einde te brengen is veel georganiseerd: de artsen volgen vier jaar opleiding onder supervisie, krijgen tijd om in persoon te beoordelen, met richtlijnen en mediprudentie wordt de eenheid van oordeel ondersteund, er is een kwaliteitsmonitoring met steekproeven uit alle gevallen op centraal en decentraal niveau, en bij bezwaren van cliënten door verzekeringsartsen bezwaar en beroep. De claimbeoordeling staat in de praktijk onder druk:
-
een groot verloop aan personeel6,7 leidt mogelijk tot een mindere kwalificatie van de artsen8;
-
inefficiënte inzet van artsen draagt bij aan achterstanden4;
-
rechtmatigheid en rechtsgelijkheid staan onder druk in Sociaal Medische Centra (SMC’s) en bij taakdelegatie9,10;
-
er zijn verschillen van inzicht over aandoeningen als ME/CVS en long covid11;
-
zeer beperkte transparantie van de kwaliteitsmonitoring beperkt het zicht op acties of mogelijkheden ter verbetering.4,12
Menselijke maat
Productiviteit
Aan verzekeringsartsen om het tij te keren door het versterken van de eigen kwaliteit
Wat dan wel?
Deels gaat het om problemen die een aanpak vragen op organisatieniveau. Minister en UWV zijn daarover in gesprek.1 We realiseren ons dat individuele verzekeringsartsen proberen binnen de grenzen van de organisatie hun werk goed te doen. Dat lijkt ons echter niet genoeg. Het is ook aan de verzekeringsartsen om het tij te keren, met name door het versterken van de eigen kwaliteit. Dáár kun je als verzekeringsartsen zeker invloed op uitoefenen.
De kwaliteit van de beoordelingen staat voortdurend ter discussie. In het bijzonder geldt dat voor die aspecten waarbij beperkingen moeilijk zijn vast te stellen en te onderbouwen: een mogelijk beperkte duurbelastbaarheid16 en beperkingen bij zogeheten ‘moeilijk objectiveerbare aandoeningen’ (met een opleving van de discussie naar aanleiding van het grote aantal long- covidzaken). Kort samengevat en enigszins vereenvoudigd liggen daar twee problemen aan ten grondslag:
-
De bestaande kennis is niet of onvoldoende verwerkt in standaarden (waaronder we hier ook leidraden en richtlijnen verstaan).
-
Verzekeringsartsen zijn onvoldoende op de hoogte van ontwikkelingen in (test)onderzoek en diagnostiek.
Op relatief korte termijn zouden de volgende maatregelen tot kwaliteitsverbetering kunnen leiden:
-
De ontwikkeling van een factsheet voor de beoordeling van long covid en zo mogelijk ook voor andere moeilijk objectiveerbare aandoeningen.
-
Het beschrijven van argumentaties die in het licht van het MAOC wel en niet geslaagd en acceptabel zijn (gebaseerd op voorbeelden uit bestaande rapportages) – ook wel ‘ankercasuïstiek’ genoemd.17 Dit zou de rapportages eenduidiger en korter moeten kunnen maken.
-
De ontwikkeling van een richtlijn onderzoeksmethoden met, anders dan de verouderde Lisv-standaard uit 2000, beschrijvingen van onderzoeksmethoden inclusief hun indicatiestelling, geldigheid en beperkingen.
-
Verbetering van de richtlijn Duurbelastbaarheid in arbeid met als doel de bandbreedte in de beoordeling te doen afnemen.
-
Implementatie niet beperken tot verspreiden en onder de aandacht brengen van nieuwe kennis en methoden. Om te zorgen dat kennis beklijft en toegepast wordt, zijn een serieus leertraject en toezicht op gebruik ervan noodzakelijk.
Referenties
- Brief Minister SoZaWe, 4 september 2024 Sociaal-medische beoordelingen WIA.
2. Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel: Meer aandacht, vertrouwen en zekerheid – Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS), 2024.
4. Beoordeling van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS), 2023.
5. Teulings C, Veen RJ van der, Trommel W. Dilemma’s van sociale zekerheid. VUGA 1997.
6. UWV-jaarverslagen sinds 2010.
7. Jansen H. Noordik E. Net geregistreerd als verzekeringsarts en dan weg bij UWV. Waarom? TBV-online.nl, 17 januari 2020.
8. De Boer WEL. Terugblikken op sociale verzekeringsgeneeskunde. TMGN 2021.
9. EY. Procesoptimalisatie WIA-claimbeoordeling. Divisie Sociaal Medische Zaken, UWV 2023.
10. Spanjer J. Taakdelegatie bij de beoordeling van belastbaarheid. Research Gate 2022.
11. Faas WA & Wijnands KAP. Resultaten vooronderzoek medische rapportages long covid, 2024.
12. Julia Bokdam: Crisis bij UWV. AD, 4 september 2024.
13. Sorgdrager B & Kuijer P. Overschrijding gezondheidskundige grenswaarden. TBV 7-8 2022.
14. UWV Evaluatie sociaal-medische centra 2023; idem 2024.
15. UWV 2024 Rapportage sociaal-medische onderzoeken.
16. UWV 2024 Rapport onderzoek naar duurbelastbaarheid WIA.
17. Spanjer J. Ankercasus. TBV-online.nl, 30 april 2024
▶ Wout de Boer is verzekeringsarts (niet praktiserend) en onderzoeker en was lid van de commissie OCTAS, Utrecht. Contact: geschiedenisvgk@xs4all.nl
▶ Jim Faas is verzekeringsarts, jurist, docent en onderzoeker, Amsterdam
▶ Wim Otto is verzekeringsarts en redacteur van TBV, Amsterdam