Dit boek is geschreven voor psychiaters in opleiding met als doel hen te informeren over de kern van de psychotherapie, de kern die gemeenschappelijk is aan de vele (meer dan 450!) verschillende stromingen.
De hedendaagse psychotherapie kent dus meer stromingen dan Frankrijk kazen heeft (destijds reden voor president De Gaulle om het land bijna onbestuurbaar te achten). Wat moet de aanstaande psychiater met 450 richtingen in de psychotherapie? In het boek wordt de convergentie gezocht: wat werkt en wat niet en wat is gemeenschappelijk aan al die stromingen? In hoeverre dit doel voor deze doelgroep gehaald wordt, kan ik niet beoordelen maar wel dat het boek voor verzekeringsartsen en bedrijfsartsen van grote waarde is.
Drie redenen voor de verzekeringsarts en bedrijfsarts om dit boek te lezen. Het boek beschrijft ten eerste wat hedendaagse psychotherapie in Nederland inhoudt, ook wat betreft termen en taalgebruik. Dat is nuttig om te weten want hiermee heeft een groot deel van onze populatie te maken. Het boek biedt verder veel inzicht in processen in de psychotherapie die ook spelen bij de verzekeringsarts en bedrijfsarts in hun interactie met de belanghebbende in het beoordelingsgesprek en in de begeleiding. De thematiek van coaching en beoordeling, overdracht en weerstand speelt ook tussen opleider en aios, en veel thema’s herkende ik dan ook als opleider. Tenslotte besteedt het boek aandacht aan de vraag hoe je een excellente professional blijft in een beroep dat zo persoonlijk belastend is als psychiater of psychotherapeut. Ook dat is voor verzekeringsarts en bedrijfsarts erg relevant.
Het is een prettig en toegankelijk geschreven en vormgegeven boek waarin de hoofdstukken worden afgewisseld met vignetten over kopstukken uit de geschiedenis van de psychotherapie (waaronder diverse Nederlandse). Er zijn hoofdstukken over onder andere het eerste gesprek, de diagnostische fase, psychotherapeutische interventies, motiveren, mentaliseren, weerstand en afweer, (tegen) overdracht, farmacotherapie. De auteurs geven relevante theoretische inzichten vanuit verschillende stromingen, maar ook veel praktische tips voor het handelen in de psychotherapie. Tips die dus ook de verzekeringsarts en bedrijfsarts van pas kunnen komen.
Een paar kanttekeningen mogen niet onvermeld blijven. Van psychotherapie wordt nadrukkelijk gesteld dat het effectief is, maar we lezen niet waarop psychotherapie effect heeft: klachten, welbevinden, medicijngebruik, functioneren in werk en de maatschappij, enzovoort. Voor de verzekeringsarts en bedrijfsarts, maar toch ook voor de psychotherapeut, essentieel, zou ik denken. Een meer technische kanttekening is dat soms begrippen en afkortingen niet of pas geruime tijd na introductie worden uitgelegd; mogelijk weet het lezerspubliek van (aanstaande) psychiaters of psychotherapeuten al wat ze inhouden. Hier had iets meer systematiek geholpen. Anderzijds zijn er veel verwijzingen naar de literatuur die een verdere oriëntatie makkelijk maken. Het hoofdstuk over weerstand, afweer en coping vond ik moeilijk leesbaar: de termen, hun onderlinge relaties en de theoretische kaders waarin ze figureren vormen tot op zekere hoogte een brij en het was nogal hard werken en nauwkeurig (her)lezen om er de (waardevolle) informatie uit te halen.
Niettemin een boek dat de verzekeringsarts en bedrijfsarts en zeker ook de opleiders onder ons veel inzichten verschaft die ons helpen in de dagelijkse praktijk.
Moniek Thunnissen en Maurits Nijs. De essentie van psychotherapie. Uitgeverij de Tijdstroom 2018. ISBN 9789058981653