Via simpele testjes kun je bepalen welke training je kunt doen. Bepaal vooraf het doel dat je wilt bereiken. Als je van plan bent om weer op niveau te sporten is het verstandig een sportarts te raadplegen. Maak tijd vrij om te bewegen. Maak een concreet beweegplan. Je kunt altijd beginnen met wandelen. Het helpt als je wandelafspraken maakt met anderen.

Luister naar je lichaam in plaats van naar je hoofd. Ook als je hoofd niet wil is je lichaam vaak wel in staat om te bewegen. Je rusthartslag is ook een belangrijke graadmeter. Verdeel je energie en zoek balans in alles wat je doet. Cardiotoxiciteit, fibrosering en neuropathie kunnen invloed hebben op je belastbaarheid. Vraag bij twijfel advies aan je arts.

Je evolueert lichamelijk en emotioneel. Door te bewegen nemen je uithoudingsvermogen, kracht, snelheid en energie toe. Je hebt minder stress, slaapt beter en krijgt meer levenskwaliteit. Stel je beweegplan indien nodig bij in frequentie, intensiteit, tijdsduur en trainingstype. Om actief te zijn heb je energie nodig. Die krijg je door gezonde voeding en door te rusten. Door de behandeling kan je smaak of reuk veranderen. Dit boek geeft tips hoe je daarmee om kan gaan. Zoek een ontspannende hobby zoals handwerken of yoga. Er staan ook yogaoefeningen in omschreven. Beloon jezelf en geniet van kleine dingen.

Dit boek geeft een handleiding voor mensen met kanker om weer te gaan bewegen. Hiervoor is gedragsverandering nodig. Het is ook toepasbaar bij herstel na andere ziekten. Waar de richtlijn Kanker en werk ingaat op mogelijke belemmeringen bij herstel na kanker, richt dit boek zich op wat je zelf kan doen om meer te bewegen en je daardoor beter te voelen.