Is er dan sprake van een afnemend toekomstperspectief? Dat hoeft zeker niet het geval te zijn, zoals Spanjer et al. laten zien in hun artikelenreeks over de BAVA-pilot die zij hebben ontwikkeld en uitgevoerd. Ingegeven door de al jaren gevoelde noodzaak om als artsen vaker en beter met elkaar gegevens uit te wisselen en te overleggen, zeker binnen de sector arbeid en gezondheid, uiterst actueel nu vanaf 2021 de visie van de bedrijfsarts op de belastbaarheid leidend wordt bij de toets op de re-integratie-inspanningen. Het resultaat van deze pilot is bemoedigend zeker voor een toenemende samenwerking tussen bedrijfs- en verzekeringsartsen. Die kant moet het namelijk wel op. Geen versnippering door taken elders te beleggen, maar verbetering van efficiëntie door zo veel mogelijk gebruik te maken van elkaars expertise. Dat komt ook de kwaliteit ten goede en is in het belang van onze cliënten. Dan gaan we gezamenlijk een mooie toekomst tegemoet!
Een mooie toekomst
Het begint de laatste tijd echt op te vallen. Als ik een congres bezoek is het grijsgehalte een stuk minder dan we jaren gewend zijn geweest. De leegloop door pensionering van bedrijfs- en verzekeringsartsen is volop in gang en het gat wordt steeds zichtbaarder opgevuld met collega's die nog aan het begin van hun carrière staan. Dat helpt niet alleen om de grote hoeveelheid werk te kunnen blijven uitvoeren, maar zorgt ook voor nieuw elan. Het enthousiasme voor ons vak dat ik bij de nieuwe generatie ontwaar maakte het dan ook extra aantrekkelijk om een special te wijden aan de artsen in opleiding tot bedrijfs- of verzekeringsarts. En zoals u kunt zien: het resultaat mag er zijn.
Een special door AIOS en met aan AIOS en opleiding gerelateerde onderwerpen. Niet alleen voor de AIOS, maar minstens zo interessant voor vakgenoten die al een tijdje meedraaien. Want er is veel veranderd sinds ik in opleiding was. De opleidingen zijn geprofessionaliseerd en de eisen waaraan de AIOS moet voldoen toegenomen. Dat valt concreet vast te stellen aan de hand van de hoge kwaliteit van het afstudeeronderzoek dat zij opleveren, waarvan in dit TBV enkele sprekende voorbeelden – zoals het uitstekende artikel van Monique Baecke en het in meer opzichten actuele onderzoek van Heike Jansen. Ik durf de stelling dan ook wel aan dat ons vak volwassen is geworden. Alle reden te veronderstellen dat de nieuwe generatie een mooie toekomst tegemoet gaat.
Deze special luidt ook het nieuwe jaar in – het moment om bij de toekomst stil te staan. En dan bekruipt mij toch een tweeslachtig gevoel. Terwijl ons vak zich in alle opzichten ontwikkelt, lijkt het erop dat van onze toenemende expertise onvoldoende gebruik wordt gemaakt en we zelfs steeds meer buiten spel worden gezet. In de bedrijfsgezondheidszorg blijft preventie een ondergeschoven kindje en in de sociale verzekering worden stukje bij beetje taken bij de verzekeringsarts weggehaald. Dat geeft onzekerheid over de toekomst van het vak en daarmee wordt de aantrekkelijkheid van het vak op het spel gezet. Een paradoxale ontwikkeling en één van de redenen voor de gastredactie van deze special om eens bij minister Koolmees langs te gaan voor een interview. Die stelt dat de claimbeoordeling een aparte tak van sport is, wat hij zo wil houden. Maar dat hij ook heel erg gelooft in samenwerking.
Bent u gerustgesteld? Ik nog niet, want terwijl ik dit schrijf weet ik dat het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onderzoekt of bepaalde taken die nu nog bij verzekeringsartsen zijn belegd aan niet als zodanig geregistreerde artsen kunnen worden overgedragen, al dan niet na een korte, taakgerichte opleiding.
Voor 2020 wens ik u veel inspiratie.
De gastredactie voor de special werd gevormd door de volgende AIOS: Romy Voncken, Boyd Thijssens, Jetske Kraan en Margit van Rijsingen.
Wij danken hen en de opleiders Claudia Greijn (SGBO) en Cathrien Jacobi (NSPOH) voor hun inzet bij de totstandkoming van de special.